ECLI:NL:RBDHA:2021:6970
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Subsidievaststelling NOW-1 en terugvordering te veel betaald voorschot
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Bendorff Donna B.V. en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, vertegenwoordigd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De eiseres, Bendorff Donna B.V., had een tegemoetkoming in de loonkosten aangevraagd op basis van de NOW-1 regeling, vanwege een verwacht omzetverlies van 50% in de periode van 1 maart tot en met 31 mei 2020. De minister had in een eerder besluit de definitieve tegemoetkoming vastgesteld op € 1.648,- en het te veel betaalde voorschot van € 3.614,- teruggevorderd. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de berekening van de subsidie correct was uitgevoerd volgens de NOW-1 regeling. De wetgeving bepaalt dat als de loonsom over de periode van 1 maart tot en met 31 mei 2020 lager is dan driemaal de loonsom over januari 2020, de subsidie verlaagd wordt met het verschil in loonsom. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de berekening van de minister en heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. De rechtbank benadrukte dat de regeling niet voorziet in maatwerk en dat de berekeningswijze niet in alle gevallen de gewenste uitkomst zal opleveren voor werkgevers.
De uitspraak is gedaan door rechter D.R. van der Meer, in aanwezigheid van griffier J.P.G. van Egeraat. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd en heeft de uitspraak openbaar gedaan.