ECLI:NL:RBDHA:2021:691
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van schuldsaneringsregelingen met schone lei en beoordeling van tekortkomingen in verplichtingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 februari 2021 uitspraak gedaan in het kader van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaren, geboren in 1978 en 1979. De rechtbank heeft eerder, op 7 december 2015, de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken en heeft sindsdien de looptijd van deze regeling meerdere keren verlengd. De bewindvoerder heeft op 13 januari 2021 verslag uitgebracht over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 25 januari 2021 zijn de schuldenaren, bijgestaan door hun advocaat, gehoord. De rechtbank heeft beoordeeld of de schuldenaren tekort zijn geschoten in hun verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. De bewindvoerder meldde meerdere tekortkomingen, waaronder een tekortkoming in de sollicitatieplicht van de schuldenares en nieuwe schulden aan de belastingdienst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tekortkomingen van geringe betekenis zijn en dat de schuldenaren voldoende inspanningen hebben geleverd om aan hun verplichtingen te voldoen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de tekortkomingen niet aan de schuldenaren kunnen worden toegerekend, en heeft besloten dat de schuldsaneringsregeling eindigt met een 'schone lei'. De rechtbank heeft ook de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld en het vastrecht bepaald.