ECLI:NL:RBDHA:2021:690
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de schuldsaneringsregeling met schone lei en beoordeling van boedelachterstand in verband met beschermingsbewind en kosten regiotaxi
Op 1 februari 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een schuldenaar die onder de schuldsaneringsregeling viel. De rechtbank beoordeelde of de schuldenaar tekort was geschoten in de nakoming van verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. De schuldenaar had in het verleden een achterstand in de afdrachtverplichting, die was ontstaan tijdens de periode van beschermingsbewind. De rechtbank stelde vast dat een deel van deze achterstand niet aan de schuldenaar kon worden toegerekend, omdat deze was ontstaan tijdens het beschermingsbewind. De bewindvoerder had verklaard dat de schuldenaar niet onrechtmatig had gehandeld en dat de achterstand niet aan hem kon worden toegerekend. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar alle overige verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren had nagekomen en dat er geen redenen waren om tot een ander oordeel te komen. De rechtbank besloot dat de schuldsaneringsregeling eindigde met een 'schone lei', wat betekent dat de schuldenaar niet langer aansprakelijk was voor de resterende schulden die niet aan hem konden worden toegerekend. Tevens werd de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld en het vastrecht bepaald. De uitspraak werd gedaan door rechter W.J. Don en was openbaar.