ECLI:NL:RBDHA:2021:687
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitzetting van Marokkaanse vreemdeling en voortduren van de maatregel van bewaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 februari 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduring van de maatregel van bewaring van een Marokkaanse vreemdeling. De vreemdeling, eiser, had op 8 januari 2021 beroep ingesteld tegen de maatregel die op 7 november 2020 was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, voldoende heeft aangetoond dat er zicht op uitzetting naar Marokko bestaat. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die stelde dat er geen reëel zicht op uitzetting was, verworpen. Eiser had geen contact opgenomen met de Marokkaanse autoriteiten om zijn terugkeer te faciliteren en had in vertrekgesprekken herhaaldelijk aangegeven niet terug te willen keren naar Marokko. De rechtbank concludeerde dat de passiviteit van de Marokkaanse autoriteiten niet aan verweerder kan worden toegeschreven, aangezien eiser zelf niet meewerkte aan zijn uitzetting. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om invrijheidstelling afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 februari 2021.