ECLI:NL:RBDHA:2021:6822
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure betreffende minderjarige
Op 29 juni 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoekster tegen mr. J.T.W. van Ravenstein, rechter in een civiele procedure. Verzoekster vreesde partijdigheid van de rechter, omdat zij meende dat de rechter meer aandacht had voor de wederpartij, de vader en de William Schrikker Stichting (WSS), dan voor haarzelf. Dit verzoek werd behandeld tijdens een zitting waar verzoekster, de rechter, de advocaat van de vader en een vertegenwoordiger van WSS aanwezig waren.
De wrakingskamer oordeelde dat de vrees voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was. Het proces-verbaal van de zitting op 22 juni 2021, waar het wrakingsverzoek op was gebaseerd, gaf geen aanleiding om te concluderen dat de rechter niet neutraal had gehandeld. De wrakingskamer stelde vast dat alle partijen de gelegenheid hadden gekregen om hun standpunten naar voren te brengen en dat de rechter zich kritisch en evenwichtig had opgesteld.
De wrakingskamer concludeerde dat de vrees van verzoekster voor partijdigheid niet op objectieve gronden was gebaseerd en wees het verzoek tot wraking af. De behandeling van de onderliggende procedures zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevonden ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.