ECLI:NL:RBDHA:2021:6734

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 juni 2021
Publicatiedatum
1 juli 2021
Zaaknummer
AWB - 20 _ 7574
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om tegemoetkoming in woninghuur voor defensieambtenaar met betrekking tot afstandscriterium en goedgekeurde vestigingsplaatsen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een burgerambtenaar bij Defensie, en de commandant van het Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Defensie (DCIOD). De eiser had een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming in de woninghuur na zijn verhuizing naar Ochtrup, Duitsland. De aanvraag werd afgewezen omdat de afstand tussen de nieuwe woning en de standplaats meer dan 25 kilometer bedroeg, en Ochtrup niet op de lijst van goedgekeurde vestigingsplaatsen stond. De rechtbank oordeelde dat de verweerder, de commandant, terecht gebruik had gemaakt van zijn beoordelingsruimte en dat de criteria in het VBD (Verhuiskostenbesluit Defensie) en VKBD (Verhuiskostenbesluit Buitenland Defensie) correct waren toegepast. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De eiser had eerder al een tegemoetkoming in de verhuiskosten ontvangen, maar dit werd als een fout beschouwd. De rechtbank concludeerde dat de regels omtrent het woongebied en de goedgekeurde plaatsen duidelijk waren en dat de eiser hiervan op de hoogte was. De uitspraak benadrukt het belang van de afstandseisen en de goedgekeurde vestigingsplaatsen voor defensieambtenaren die in het buitenland wonen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/7574 AW

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 juni 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , Duitsland, eiser

(gemachtigde: F. Aarts),
en
de commandant Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Defensie (DCIOD), verweerder
(gemachtigde: mr. M.I. Biharie-Pronk).

Procesverloop

Bij besluit van 10 februari 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van eiser om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de woninghuur afgewezen.
Bij besluit van 27 oktober 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting via Skype heeft plaatsgevonden op 29 april 2021.
Aan deze zitting hebben deelgenomen eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, en verweerder, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser, burgerambtenaar bij Defensie, is facilitair medewerker bij het National Support Element (NSE) Münster, Duitsland (D). Eiser heeft sinds 13 september 2013 met zijn partner gewoond in een huurwoning in [plaats] (D). De verhuurder heeft de huurovereenkomst per 31 oktober 2019 opgezegd.
Daarop heeft eiser een aanvraag ingediend om een tegemoetkoming in de verhuiskosten in verband met een lokale verhuizing. Die is met toepassing van de hardheidsclausule opgenomen in artikel 31 van het VKBD [1] ingewilligd. Vermeld is dat eiser voor het passend verklaren van de nieuwe woning contact kan opnemen met de sectie IM van het DCIOD.
Eiser heeft op 11 januari 2020 het huurcontract getekend voor een huurwoning in Ochtrup. Op 23 januari 2020 heeft hij het DCIOD gevraagd wat onder ‘gebied van plaatsing’ als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van het VBD [2] moest worden verstaan. Op dezelfde dag is eiser meegedeeld dat moet worden uitgegaan van het ‘woongebied (25 km om de werkplek)’. Eiser heeft in verband met zijn verhuizing naar Ochtrup (D) een aanvraag ingediend om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de woninghuur.
Wat vindt verweerder?
2. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen, omdat de afstand tussen de woning en de standplaats ongeveer 40 kilometer bedraagt - derhalve buiten de geldende afstand van 25 kilometer - en Ochtrup niet is aangemerkt als goedgekeurde plaats van vestiging. Voor toepassing van de hardheidsclausule in artikel 28 van het VBD bestaat geen aanleiding. Dat eiser een tegemoetkoming in de verhuiskosten is toegekend, is een fout geweest. Er zal niet worden overgegaan tot terugvordering van de onterecht uitbetaalde bedragen. De reden van afwijzing is niet dat eiser het huurcontract niet vooraf ter goedkeuring heeft voorgelegd, maar dat hij is verhuisd naar een woning buiten het woongebied. Deze woning kon om die reden niet als ‘passend’ worden aangemerkt. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet.
Wat vindt eiser?
3. Eiser heeft aangevoerd dat het VBD noch de Beleidsregel woningvoorziening Bondsrepubliek Duitsland het begrip ‘woongebied’ kent. Hij meent dan ook dat hij aanspraak maakt op de tegemoetkoming in de woninghuur.
Wat zijn de regels?
4. De regels zijn opgenomen in een bijlage die deel uitmaakt van deze uitspraak.
Wat is het oordeel van de rechter?
5. De rechtbank overweegt dat in artikel 13, eerste lid, van het VBD de criteria staan die van belang zijn bij de beoordeling of een woning als passend kan worden aangemerkt.
De rechtbank stelt vast dat wat onder het criterium ‘ligging’ wordt verstaan niet nader is omschreven in het VBD dan wel de Beleidsregel. De commandant komt echter, gelet op het bepaalde in artikel 13, eerste lid, van het VBD, beoordelingsruimte toe bij de invulling van het begrip passende woning. Daartoe wordt de vaste gedragslijn gehanteerd om aan te sluiten bij het begrip ‘woongebied’ in de zin van artikel 1, eerste lid, van het VKBD, waarin een afstandscriterium van 25 kilometer is neergelegd. De rechtbank overweegt dat met het aansluiten bij het VKBD voor het begrip ‘ligging’ geen onredelijk gebruik is gemaakt van genoemde beoordelingsruimte, nu het VKBD niet alleen voorziet in bepalingen voor defensieambtenaren in Nederland maar ook voor buitenlandplaatsers. Genoemd afstandscriterium is opgenomen in het VKBD sinds de inwerkingtreding van dit besluit.
In het voorgeschreven formulier ‘Tegemoetkoming woninghuur en lening huurwaarborgsom Buitenland’, dat ook door eiser is gebruikt, is onder A vermeld dat onder meer het VKBD van toepassing is. Voorts blijkt uit de bijlage bij het formulier Verhuiskosten dat het 25 kilometer-criterium wordt gehanteerd. Eiser kan, mede gelet op zijn eerdere verhuizing en op het feit dat hij in 2019 heeft gevraagd om een tegemoetkoming in de verhuiskosten, worden geacht hiermee bekend te zijn. Voorts heeft hij na het tekenen van zijn huurcontract en voorafgaand aan zijn aanvraag, te horen gekregen dat wordt uitgegaan van het 25 kilometer-criterium. Eiser heeft de mededeling van verweerder in het verweerschrift dat dit ook tijdens de voorlichtingen voorafgaand aan de buitenland-plaatsing wordt gecommuniceerd niet betwist.
Niet in geschil is dat Ochtrup valt binnen het afstandscriterium noch is opgenomen in het limitatief overzicht van goedgekeurde plaatsen van vestiging. De omstandigheid dat eiser de woning in Ochtrup heeft gehuurd omdat die beantwoordde aan de bij hem aanwezige woonwensen hoefde voor verweerder geen aanleiding te zijn om de hardheidsclausule toe te passen.
Gelet op het vorenstaande heeft verweerder de aanvraag van eiser om een tegemoetkoming in de huurkosten niet ten onrechte afgewezen.
6. Het beroep moet ongegrond worden verklaard.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van A.J. van Rossum, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2021.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.
Bijlage
4.1.
Ingevolge artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, van het VBD, wordt in dit artikel verstaan onder passende woning: een woning die wat huurbedrag, aard, ruimte, indeling en ligging betreft, door de commandant - mede gelet op de plaatselijke normen - als een geschikte woning voor de defensie-ambtenaar wordt aangemerkt.
Ingevolge het tweede lid van dit artikel heeft de defensie-ambtenaar, indien wordt voldaan aan de in dit artikel bepaalde voorwaarden, aanspraak op een maandelijkse tegemoetkoming in de woninghuur.
In paragraaf 4 van de Beleidsregel woningvoorziening Bondsrepubliek Duitsland (de Beleidsregel) staat beleid met betrekking tot tegemoetkoming in de woninghuur.
Ingevolge artikel 28 van het VBD is de minister bevoegd te beslissen in gevallen waarin deze regeling naar zijn oordeel niet of niet in redelijkheid voorziet.
4.2.
Ingevolge artikel 1, eerste lid, van het VKBD wordt in dit besluit verstaan onder woongebied: een zodanig gebied waarbij de afstand van de woning naar de plaats van tewerkstelling niet meer bedraagt dan 25 kilometer, vast te stellen bij gebruik van ander vervoer dan openbaar vervoer, alsmede een bij ministeriële regeling goedgekeurde plaats van vestiging.
Ingevolge artikel 30 van het VKBD kan van de bevoegdheid tot het vaststellen van ministeriële regelingen als bedoeld in dit besluit mandaat worden verleend aan de hoofddirecteur personeel van het ministerie van Defensie.
In het formulier ‘Tegemoetkoming woninghuur en lening huurwaarborgsom
Buitenland’ onder A is vermeld welke regelingen van toepassing zijn, waaronder het VKBD.
In de bijlage “Overzicht goedgekeurde vestigingsplaatsen buiten 25 kilometer” bij het formulier Verhuiskosten is vermeld
A. Artikel 1 van het VKBD is van toepassing.
B. Door het bevoegd gezag is het volgende overzicht bepaald:
- standplaatsen waarvan het 25 km gebied in onvoldoende mate mogelijkheden
biedt tot vestiging;
- een limitatief overzicht van ‘goedgekeurde plaatsen van vestiging, behorende bij een standplaats waarvan het 25 km gebied in onvoldoende mate mogelijkheden biedt tot vestiging’.
Het overzicht is van toepassing voor defensieambtenaren van alle onderdelen.
C. Procedure tot wijziging van het overzicht: commandanten dienen eventuele
wijzigingsvoorstellen in bij het bevoegd gezag.
In het limitatief overzicht zijn bij standplaats Münster (D) als goedgekeurde vestigingsplaatsen buiten 25 km exclusief woongebied binnen de 25 km vermeld: Horstmar (D), Boghorst (D), Emstetten (D) en [plaats] (D).

Voetnoten

1.Verplaatsingkostenbesluit Defensie
2.Voorzieningenstelsel buitenland Defensie