ECLI:NL:RBDHA:2021:6707
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Tardief wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 29 juni 2021 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker. Het verzoeker is niet-ontvankelijk verklaard omdat hij zijn wrakingsverzoek te laat heeft ingediend. De verzoeker werd op de zitting van 6 mei 2021 op de hoogte gesteld van de feiten en omstandigheden die aan zijn verzoek ten grondslag lagen, maar heeft pas op 17 mei 2021 het verzoek ingediend. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek tardief was, aangezien er een periode van elf dagen was verstreken zonder dat de verzoeker een mondeling of schriftelijk verzoek had ingediend. De wrakingskamer benadrukte dat een verzoek tot wraking onmiddellijk moet worden gedaan zodra de omstandigheden zich voordoen, om onnodige vertraging in de rechtspleging te voorkomen. De verzoeker had verklaard dat hij tijd nodig had om zijn zaken op een rijtje te zetten, maar de wrakingskamer vond dit onvoldoende om het tijdsverloop te rechtvaardigen. Daarom werd het verzoek niet inhoudelijk beoordeeld en werd de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard.