Uitspraak
[veroordeelde] ,
De vordering
De procesgang
- de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. N.F. Hoogervorst;
Rechtbank Den Haag
Op 10 juni 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die in 2016 was veroordeeld tot de PIJ-maatregel. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de termijn van de PIJ-maatregel te verlengen met 10 maanden toegewezen, waardoor de nieuwe einddatum op 13 maart 2022 komt te liggen. De rechtbank heeft deze beslissing genomen op basis van het advies van RJJI Den Hey-Acker en de rapporten van deskundigen, waaruit blijkt dat er nog steeds een hoog recidiverisico is en dat behandeling noodzakelijk is voor de verdere ontwikkeling van de veroordeelde.
De rechtbank heeft de procesgang besproken, waarbij de vordering op 22 april en 10 juni 2021 in raadkamer is behandeld. De veroordeelde was op beide data aanwezig, maar niet alle deskundigen konden aanwezig zijn. De rechtbank heeft de adviezen van de behandelcoördinatoren en psychologen in overweging genomen, die aangaven dat de PIJ-maatregel verlengd moest worden om de kans op recidive te verminderen. De rechtbank heeft ook de standpunten van de officier van justitie en de raadsvrouw van de veroordeelde gehoord, waarbij de raadsvrouw verzocht om een kortere verlenging van 6 maanden.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de veroordeelde eisen dat de PIJ-maatregel wordt verlengd. De rechtbank heeft benadrukt dat de veroordeelde zijn motivatie moet vasthouden om de kans op een succesvolle afronding van de maatregel te vergroten. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van kinderrechters en is openbaar uitgesproken.