ECLI:NL:RBDHA:2021:6676

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 juni 2021
Publicatiedatum
30 juni 2021
Zaaknummer
09/818113-18
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde

Op 10 juni 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 09/818113-18, waarin de verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde aan de orde was. De veroordeelde, geboren in 2001 en thans verblijvende in Pluryn JJI Lelystad, was eerder veroordeeld tot de PIJ-maatregel, onherroepelijk geworden op 12 juli 2019. De officier van justitie, mr. R.S.C. Polderman, heeft op 1 juni 2021 een vordering ingediend tot verlenging van de PIJ-maatregel met 12 maanden. De rechtbank heeft de vordering in raadkamer behandeld, waarbij de veroordeelde en zijn raadsman, mr. P.H.W. Spoelstra, aanwezig waren.

De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder een advies van Pluryn JJI Lelystad, waarin werd aangegeven dat de veroordeelde vooruitgang heeft geboekt, maar dat verdere behandeling noodzakelijk is. De deskundige heeft aangegeven dat het gevaarcriterium aanwezig is, maar dat de situatie binnen de inrichting als matig wordt ingeschat. De rechtbank heeft de standpunten van de officier van justitie en de raadsman gehoord. De officier van justitie heeft benadrukt dat de verlenging van de maatregel noodzakelijk is voor een zorgvuldige uitstroom, terwijl de raadsman heeft betoogd dat het gevaarscriterium onvoldoende aanwezig is.

Na afweging van de belangen en de noodzaak van verdere behandeling, heeft de rechtbank geoordeeld dat de verlenging van de PIJ-maatregel met 12 maanden gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de veroordeelde. De beslissing is genomen in het belang van een goede toekomst voor de veroordeelde en om herhaling van delict gedrag te voorkomen. De rechtbank heeft de termijn van de PIJ-maatregel met 12 maanden verlengd, zoals verzocht door de officier van justitie.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummer: 09/818113-18
Datum uitspraak: 10 juni 2021
Beslissing op de op 1 juni 2021 bij de griffie van deze rechtbank ontvangen vordering van de officier van justitie in de zaak tegen:

[veroordeelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,
thans verblijvende in Pluryn JJI Lelystad,
die bij vonnis van rechtbank Den Haag van 27 juni 2019 is veroordeeld tot de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: de PIJ-maatregel), onherroepelijk geworden op 12 juli 2019.

De vordering

De officier van justitie, mr. R.S.C. Polderman, heeft gevorderd dat de (termijn van de)
PIJ-maatregel wordt verlengd met 12 maanden.

De procesgang

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in deze zaak, waaronder:
- het op 2 juni 2021 uitgebrachte advies, opgesteld door mevrouw C. Umuhoza,
gedragswetenschapper, mevrouw A. Soetendaal, directeur Zorg en Behandeling en
mevrouw G.E. Wieringa, directeur Bedrijfsvoering, allen werkzaam bij Pluryn JJI
Lelystad, om de termijn van de PIJ-maatregel te verlengen met 12 maanden en de daarbij
overgelegde aantekeningen;
- diverse emailberichten van mr. P.H.W. Spoelstra, gedateerd 3 juni, 9 juni en 10 juni 2021.
De rechtbank heeft op 10 juni 2021 de vordering in raadkamer met gesloten deuren behandeld.
Verschenen en gehoord zijn:
- de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. P.H.W. Spoelstra;
- de ouders van de veroordeelde,
- de deskundige, mevrouw C. Umuhoza, gedragswetenschapper en als behandelcoördinator
verbonden aan Pluryn JJI Lelystad.

Het advies

Uit het advies van Pluryn JJI Lelystad blijkt dat er ten tijde van het delict bij de veroordeelde sprake was van een normoverschrijdende gedragsstoornis. De interventie Leren van Delict is ingezet om de criminogene factoren te verminderen.
Het gevaarcriterium is aanwezig en wordt momenteel als matig ingeschat binnen de gesloten behandelsetting.
De veroordeelde dient binnen gestructureerde kaders nog diverse vaardigheden aan te leren om zelfstandig aan zijn toekomst te kunnen werken. Hoewel de veroordeelde enorme stappen heeft gemaakt binnen de PIJ-maatregel, is het van belang dat hij ook buiten de JJI stabiliteit opbouwt, onder het toezicht van het behandelteam. In de komende periode zal het verlof van de veroordeelde verder worden opgebouwd en uitgebreid. Middels onbegeleid verlof zal hij met meer vrijheden kunnen oefenen.
De focus wordt momenteel gelegd op het vinden van een vervolgopleiding of een baan in de omgeving van Lelystad. Tegelijkertijd wordt de veroordeelde aangemeld voor Psychomotorische therapie (PMT) om aan de slag te gaan met psychosomatische klachten. Uiteindelijk zal cognitieve gedragstherapie ingezet worden om hem tools aan te reiken waarmee hij kan oefenen met de toenemende vrijheid. Verder zal de veroordeelde op korte termijn worden aangemeld bij de reclassering.
Geadviseerd wordt om de PIJ-maatregel met 12 maanden te verlengen.
De deskundige heeft in raadkamer aangegeven dat er binnen de inrichting geen probleemgedrag wordt gezien, maar dat nu gekeken moet worden hoe dat buiten de inrichting gaat. Er worden niet zoveel risicofactoren gezien. De komende 6 maanden zal in de inrichting eerst met PMT worden gestart en zal het verlof worden uitgebreid. Daarna zal de veroordeelde gedurende 6 maanden buiten de inrichting het Scholings- en trainingsprogramma (STP) volgen. Hij zal dan weer bij zijn ouders wonen en door de reclassering begeleid worden. Het recidiverisico is hoog als de veroordeelde geen dagbesteding heeft. Het resocialiseren in de eigen omgeving, zoals de ouders van de veroordeelde graag zouden willen, is op zich een goed plan, maar is waarschijnlijk praktisch moeilijk of niet uitvoerbaar, door alle regels die aan de verloven gebonden zijn.

De standpuntenDe officier van justitie heeft de vordering gehandhaafd. Zij heeft medegedeeld dat aan alle wettelijke vereisten is voldaan. Ook heeft de officier van justitie gezegd dat het haar is opgevallen dat de veroordeelde goed vooruit is gegaan en dat normaliter de eerste verlenging voor een langere duur wordt verzocht dan 12 maanden. De veroordeelde moet wel de tijd nemen om de verdere stappen te zetten. Een zorgvuldige uitstroom is noodzakelijk en daarvoor is de termijn van 12 maanden nodig.

De raadsman van de veroordeelde heeft primair aangevoerd dat de vordering dient te worden afgewezen. Aan beide criteria dient te worden voldaan en het gevaarscriterium is onvoldoende aanwezig, nu het indexdelict erg kinderlijk en amateuristisch was. Verder is aangevoerd dat de verloven door corona zijn stilgezet, waardoor de veroordeelde weinig kans heeft gehad om zijn goede ontwikkeling te laten zien.
Subsidiair heeft de raadsman zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie dat verlenging van de maatregel noodzakelijk is in het belang van de verdere ontwikkeling van de veroordeelde. Een periode van 6 maanden om binnen de inrichting nog behandeling te volgen en het verlof uit te bouwen en vervolgens een periode van 6 maanden om STP te volgen terwijl hij bij zijn ouders woont, is aangewezen.
De veroordeelde heeft zich al georiënteerd op een opleiding. Hij kan zodra hij vrij is bij zijn ouders wonen, begeleid worden door een coach en bij een hoveniersbedrijf aan de slag. Hij heeft een positievere kijk op zijn toekomst gekregen.
De veroordeelde heeft zelf aangegeven dat het goed gaat in de inrichting. De sfeer is goed en het contact met de groepsleiders en jongeren ook.
De veroordeelde heeft ook verteld inmiddels in te zien wat het door hem gepleegde strafbare feit voor een slachtoffer kan betekenen en dat hij zijn leven wil veranderen. School en werk en geld verdienen op een eerlijke manier zijn belangrijk. Crimineel gedrag zal niet meer voorkomen.
De ouders van veroordeelde hebben meegedeeld dat zij de veroordeelde zien veranderen en dat zij hem volwassen zien worden. Zij hebben er vertrouwen in dat hij een goede toekomst zal hebben. Zij zullen hem daarbij ondersteunen, naast de coaching en begeleiding die hij zal krijgen.

De beoordeling

De PIJ-maatregel is opgelegd voor een misdrijf, dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, te weten afpersing.
De maatregel kan daarom worden verlengd.
Gelet op het hiervoor genoemde advies, hetgeen op de zitting is besproken en artikel 6:6:31 van het Wetboek van Strafvordering, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen en een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van veroordeelde eisen dat de termijn van de PIJ-maatregel wordt verlengd.
De rechtbank overweegt daarbij dat het indexdelict al eerder door de rechtbank is beoordeeld en dat toen de PIJ-maatregel is opgelegd. Het gevaarscriterium is zeker nog aanwezig. Het recidiverisico is matig binnen de inrichting, maar daarbuiten, zonder dagbesteding, is het nog hoog. De veroordeelde doet erg zijn best, maar het volgen van PMT en eventueel cognitieve gedragstherapie binnen de inrichting is de komende 6 maanden nog noodzakelijk, terwijl ook het verlof zal worden opgebouwd. Daarna zal, buiten de inrichting, nog 6 maanden STP volgen. De genoemde stappen zijn nodig om de veroordeelde een goede toekomt te geven en herhaling te voorkomen.
De rechtbank is daarom van oordeel dat de termijn van de PIJ-maatregel met 12 maanden moet worden verlengd.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de PIJ-maatregel, zoals hierboven omschreven,
met 12 maanden.
Deze beslissing is gegeven te Den Haag door
mr. E.M.M. Engbers, kinderrechter, voorzitter,
mr. C.M. van der Kleijn, kinderrechter,
en mr. C.M. Dunsbergen-Koole, kinderrechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. de Witte, griffier,
en uitgesproken in het openbaar op 10 juni 2021.
Mr. Dunsbergen-Koole kan deze beslissing niet ondertekenen.