ECLI:NL:RBDHA:2021:6673

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 juni 2021
Publicatiedatum
30 juni 2021
Zaaknummer
21-007510
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechtmatigheid van inverzekeringstelling en vordering tot bewaring in het kader van strafrechtelijke procedure

Op 28 juni 2021 vond er een zitting plaats in de Rechtbank Den Haag, waar de rechter-commissaris, mr. M. Koole, de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling en de vordering tot bewaring van een verdachte behandelde. De verdachte was via een videoverbinding gehoord, waarbij zijn raadsman, mr. S.V. Jansen, aanwezig was. De raadsman betwistte de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling, omdat de verdachte om 16:01 uur in verzekering was gesteld, terwijl hij om 20:20 uur was aangehouden. De raadsman stelde dat de tijdsduur tussen aanhouding en inverzekeringstelling niet in overeenstemming was met de wettelijke termijnen. Daarnaast uitte hij zijn bezorgdheid over de late verstrekking van het dossier, wat hem belemmerde in zijn verdediging.

De rechter-commissaris oordeelde dat de inverzekeringstelling rechtmatig was, maar wees de vordering tot bewaring af. Hij erkende dat de verdediging niet tijdig over de benodigde stukken beschikte, wat een schending van het beginsel van een goede rechtspleging inhield. De late verstrekking van de stukken was vermoedelijk te wijten aan technische problemen met de digitale systemen van het openbaar ministerie. De rechter-commissaris benadrukte dat het openbaar ministerie verantwoordelijk is voor een tijdige verstrekking van de dossiers, en dat alternatieven zoals het per mail verstrekken van documenten niet waren benut. Hierdoor was de verdediging ernstig belemmerd in haar taken, wat leidde tot de afwijzing van de vordering tot bewaring.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
rechter-commissaris in strafzaken
zittingsplaats 's-Gravenhage
parketnummer : 09-167177-21
rc-nummer : 21-007519
datum : 28 juni 2021
proces-verbaal van verhoor verdachte
toetsing rechtmatigheid inverzekeringstelling en vordering tot bewaring
(artikelen 59a en 63 Wetboek van Strafvordering)
Mr. M. Koole, rechter-commissaris, bijgestaan door A. Post, griffier, hoort op 28 juni 2021 via een videoverbinding met het politiebureau Leiden een verdachte, die opgeeft te zijn:
[verdachte]
geboren op …
inschrijvingsadres in de basisregistratie personen:
De behandeling van de vordering tot inbewaringstelling vindt plaats door middel van deze videoverbinding in verband met de tegen de verspreiding van het coronavirus genomen maatregelen.
Bij het verhoor is in de kamer van de rechter-commissaris aanwezig:
- mr. S.V. Jansen, raadsman van de verdachte.
De rechter-commissaris deelt de verdachte mee dat hij niet tot antwoorden verplicht is.
De verdachte verklaart het volgende.
1. De persoonsgegevens in de kop van de vordering zijn alle juist.
2. Volgt bespreking van de feiten en persoonlijke omstandigheden.

Standpunt van de verdediging

De raadsman voert over de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling het volgende aan, zakelijk weergegeven. Ik zie dat cliënt om 16:01 uur in verzekering is gesteld en ik zie ook dat cliënt om 20:20 uur is aangehouden. Ik denk niet dat het twee uur duurt om cliënt naar Leiden over te brengen. Tot twaalf uur is dat 3,5 uur. Dan blijft er de volgende ochtend nog 5,5 uur over. Dan zit je op 14:30 uur dan moet je dus uiterlijk om half 3 in verzekering gesteld worden en niet om 16:01 uur. Ik heb dus wat moeite met de termijnen in deze zaak. Ook de termijn dat ik zou kunnen beschikken over het dossier. Ik ben bij het verhoor geweest. Dat was vrijdag. Ik heb dit verhoor telefonisch bijgewoond. Ik heb het hele weekend niets gehoord. Ik werd vandaag gebeld dat hij werd voorgeleid. Ik heb geen stukken gehad. Zij zeiden dat de stukken eraan kwamen. Ik kreeg zojuist om 10:41 uur een mail dat er stukken voor mij klaar stonden. Ik kreeg toen uiteindelijk twee keer het strafblad en een niet ingevulde akte. Ik kreeg geen procesdossier. Ik moest weg. Ik ben hier naartoe gegaan. Ik was hier om 11:45 uur. Ik heb hier aangegeven dat ik geen stukken had. Toen is men erachteraan gegaan. Ik heb toen uiteindelijk de stukken om 12:05 uur de stukken gekregen. Dan speelt ook nog de termijn dat u een beslissing moet nemen. Dat is vandaag dan ook een half uur te laat. Dat nog daar gelaten vind ik het niet getuigen van enig voortvarendheid die anders wel van advocaten wordt gevraagd. Ik moet als raadsman toch over de stukken beschikken. Ze hadden het ook al van tevoren kunnen aankondigen en de stukken kunnen mailen. Ik heb daarna om 12:06 uur nogmaals de stukken gekregen. Dat was al te laat. Cliënt is te laat in verzekering gesteld en gecombineerd met het feit dat ik de stukken niet tijdig heb ontvangen vind ik het onrechtmatig. Ik vraag u hier een consequentie aan te verbinden. Cliënt is gebruikt en is een lvb-er. Het is geen handige actie van hem geweest. Hij heeft die mensen weggebracht voor zijn werk en hij heeft het dus vervoerd maar ik vraag mij af of hij daarvoor vast moet blijven zitten. Cliënt wil als hij geschorst wordt meewerken aan begeleiding en kan op de zitting laten zien dat hij hier goed aan meewerkt en dat het goed met hem gaat.
De raadsman verzoekt de onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte.
De raadsman voert over de vordering tot bewaring het volgende aan, zakelijk weergegeven.
  • De ernstige bezwaren zijn duidelijk.
  • Cliënt is voor het karretje gespannen voor iemand anders dus ik vind dat de gronden niet moeten worden aangenomen.
De raadsman verzoekt de vordering tot bewaring af te wijzen.

Beslissing rechter-commissaris

De rechter-commissaris deelt de volgende beslissingen mee:
  • oordeelt de inverzekeringstelling rechtmatig;
  • wijst de vordering tot bewaring af.
Overwegingen voor de afwijzing:
  • de raadsman heeft uiteengezet dat hij het dossier niet op tijd heeft ontvangen. Hem is vanochtend meegedeeld dat zijn cliënt vandaag zou worden voorgeleid om 12:00 uur. De raadsman heeft om 10:41 uur via de e-mail een melding gehad dat de stukken klaar stonden in het advocatenportaal. Hij heeft ingelogd en daar uitsluitend de justitiële documentatie aangetroffen. Het proces-verbaal bevond zich niet bij de stukken. De raadsman moest om 11:30 uur van kantoor vertrekken om op tijd bij de voorgeleiding te zijn en was om 11:45 uur op het kabinet. Hij had toen nog geen stukken. Medewerkers van het kabinet zijn gaan bellen met het openbaar ministerie. Uiteindelijk heeft de raadsman om 12:05 uur via de bestandenpostbus een exemplaar van het proces-verbaal van de zaak toegestuurd gekregen. Dat is ná aanvang van de voorgeleiding.
  • De raadsman heeft zich tijdens de voorgeleiding op het standpunt gesteld dat hij zich niet heeft kunnen voorbereiden doordat hij geen beschikking had over het dossier.
  • Het openbaar ministerie heeft de taak ervoor zorg te dragen dat rechtbank en verdediging tijdig over de benodigde stukken beschikken om een goede rechtspleging te kunnen garanderen.
  • De late verstrekking van deze ochtend is vermoedelijk te wijten aan het niet functioneren van digitale systemen. Het was vanmorgen vroeg al bekend dat de digitale systemen onvoldoende functioneerden. Ook in de afgelopen weken waren er zeer grote problemen bij de verstrekking van stukken.
  • De consequentie hiervan is dat de verdediging belemmerd was in de uitoefening van haar taken. Het gebrekkig functioneren van de systemen ontslaat het openbaar ministerie niet van de plicht zorg te dragen voor een tijdige verstrekking van de dossiers aan de verdediging. Er zijn alternatieven voldoende zoals het per mail verstrekken of fysiek klaarleggen op het kabinet. Deze alternatieven heeft het openbaar ministerie niet gebruikt in deze zaak. Dientengevolge zijn de stukken te laat verstrekt waardoor de verdediging zich niet voldoende heeft kunnen voorbereiden.
  • Bij een goede rechtspleging dient ervoor te worden gezorgd dat ook de verdediging stukken heeft en voorbereidingstijd. Nu dit beginsel ernstig is geschonden doordat de verdediging helemaal geen stukken had bij aanvang van de voorgeleiding, wijst de rechter-commissaris de vordering af.
Dit proces-verbaal is op 28 juni 2021 door de rechter-commissaris en de griffier vastgesteld en ondertekend.
A. Post mr. M. Koole
griffier rechter-commissaris