Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 juni 2021 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser
De minister van Infrastructuur en Waterstaat, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
3.2. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd en handhaaft – zeer kort weergegeven – het standpunt dat afgifte van de bevoegdverklaring niet mogelijk is zonder het afronden van de basetraining.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5.2. De rechtbank overweegt dat de basetraining als verplicht onderdeel van het opleidingsprogramma wordt genoemd in de AMCGM. Verweerder heeft zich met het verplicht stellen van de basetraining, en dus het volgen van de AMCGM, ervan verzekerd dat wordt voldaan aan de uitvoeringsvoorschriften in Verordening 1178/2011. Nu de Europese wetgeving gedetailleerd de vaardigheden regelt waarover een piloot moet beschikken alvorens aan hem een bepaalde type rating wordt verstrekt, is daarmee niet te verenigen dat van de base training voor een bepaalde type rating wordt afgezien. Te meer omdat niet kan worden gezegd dat de door de base training te verkrijgen kennis van het landen en opstijgen van een bepaald type vliegtuig van ondergeschikte betekenis is.
De rechtbank volgt eiser dan ook niet in zijn betoog dat verweerder de aanvraag voor een bevoegdverklaring ten onrechte buiten behandeling heeft gesteld, omdat hij de basetraining niet heeft afgerond.
Beslissing
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
[…]
c) Vaardigheidstest. Een kandidaat voor een klasse- of typebevoegdverklaring moet slagen voor een vaardigheidstest in overeenstemming met aanhangsel 9 van onderhavig deel om aan te tonen dat hij over het vereiste vaardigheidsniveau beschikt voor een veilige vluchtuitvoering in de toepasselijke klasse of het toepasselijke type luchtvaartuig.
[…]
[…]
b) Het opleidingsprogramma dient te voldoen aan de eisen van Deel-FCL en, wat opleidingen voor testvliegen betreft, aan de ter zake geldende eisen van Deel-21.
(1) with the exception of courses approved for ZFTT, certain training exercises normally involving take-off and landing in various configurations should be completed in the aeroplane rather than in an FFS. Unless otherwise specified in the OSD established in accordance with Regulation (EU) No 748/2012 this take-off and landing training should include:
(A) at least four landings in the case of MPAs where the student pilot has more than 500 hours of MPAexperience in aeroplanes of similar size and performance or, in all other cases, at least six landings;
(B) at least one full-stop landing; and
(C) one go-around with all engines operating.
This aeroplane training may be completed after the student pilot has completed the FSTD training and has successfully undertaken the type rating skill test, provided it does not exceed 2 hours of the flight training course.