Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 mei 2019, met één productie;
- de conclusie van antwoord; met producties;
- het tussenvonnis van 6 november 2019, waarbij een comparitie van partijen is bevolen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
inleiding
verhouding tussen voorlopige en definitieve aanslagen
voorlopigeaanslagen inkomstenbelasting – namelijk H30 (voor 2003), H60 (voor 2006), H70 (voor 2007), H80 (voor 2008) en H90 (voor 2009) – en dat deze echter zijn vervangen door
definitieveaanslagen inkomstenbelasting en dat de Ontvanger slechts deze voorlopige aanslagen heeft gestuit, maar de definitieve aanslagen grotendeels niet, zodat de aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2003 en 2006 tot en met 2009, verjaard zouden zijn. Deze stelling van [eiser in het verzet] wordt gepasseerd omdat zij berust op een onjuist begrip van het systeem van voorlopige en definitieve aanslagen in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR). De rechtbank licht dit als volgt toe.
aanslagen niet mee betekend
akte van betekening van 10 januari 2012
mededeling betekend op 16 december 2016
aanslagen H30 en H76 vermeld op dwangbevel 10 januari 2012?