Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[Naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In de zaak tussen verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 juni 2021 uitspraak gedaan. Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van 17 maart 2021 en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 9 juni 2021, maar verzoeker en diens gemachtigde zijn niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat, gezien de uitspraak in de aanverwante zaak NL21.4504, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. R. Ben Sellam, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.