ECLI:NL:RBDHA:2021:6624

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 juni 2021
Publicatiedatum
29 juni 2021
Zaaknummer
AWB 20/6044
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen een zelfstandig terugkeerbesluit en inreisverbod

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 juni 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit en een inreisverbod. Eiser, een Albanese nationaliteit bezittende persoon, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 15 februari 2020 was genomen. Dit besluit hield in dat eiser de Europese Unie onmiddellijk diende te verlaten en dat hem een inreisverbod voor de duur van twee jaar was opgelegd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft en nooit een aanvraag voor verblijf heeft ingediend. De gemachtigde van eiser heeft op 4 juni 2021 schriftelijk verklaard geen contact te hebben met eiser en niet te weten of eiser nog in Nederland verblijft. De rechtbank concludeert uit deze feiten dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep.

Op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de rechtbank zonder zitting uitspraak gedaan en het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummers: AWB 20/6044

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

v-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. Ö. Sarac)
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Bij besluit van 15 februari 2020 is ten aanzien van eiser een zelfstandig terugkeerbesluit genomen en is aan eiser een inreisverbod voor de duur van twee jaren opgelegd.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [Geb. datum] 1992 en bezit de Albanese nationaliteit.
2. Bij besluit van 15 februari 2020 is aan eiser een kennisgeving terugkeerbesluit [1] uitgevaardigd waarbij is bepaald dat eiser de Europese Unie onmiddellijk dient te verlaten. Aan eiser is tevens een inreisverbod voor de duur van twee jaar opgelegd.
3. Uit de stukken blijkt dat eiser geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland en nimmer een hiertoe strekkende aanvraag heeft ingediend. Desgevraagd heeft de gemachtigde van eiser schriftelijk verklaard op 4 juni 2021 dat hij geen contact heeft met eiser en hij niet weet of eiser nog in Nederland verblijft. De vorige gemachtigde zou voor het laatst met eiser contact hebben gehad toen eiser in februari 2020 in vreemdelingendetentie verbleef.
4. Uit deze feiten en omstandigheden leidt de rechtbank af dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep.
5. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier op 23 juni 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan
binnenzes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.

Voetnoten

1.Als bedoeld in artikel 3 punt 4 van de Terugkeerrichtlijn (Richtlijn 2008/115/EG)