3.3Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna de wettige bewijsmiddelen opgenomen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2021049125-1, van de politie eenheid Den Haag, Dienst Regionale Operationele Samenwerking, Afdeling Infrastructuur, Team Verkeer, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 102) en het vervolg daarop, afkomstig van dezelfde eenheid, dezelfde afdeling en hetzelfde team (doorgenummerd pagina 103 t/m 168) (hierna: het aanvullend dossier).
1. Het proces-verbaal van aanhouding verdachte, van 4 oktober 2020, voor zover inhoudende (p. 18 en 19):
“Op zaterdag 3 oktober 2020 te 23:10 uur kwam ik ter plaatse op de [naam weg 1] waar een aanrijding had plaatsgevonden. Ik zag dat de bestuurder van een Volkswagen Transporter een bebloed hoofd had. Later bleek deze man te zijn genaamd: [verdachte] . Ik hoorde en zag dat personeel van de GGD aangaf dat zij een alcohollucht bij [verdachte] roken. Hierop heb ik [verdachte] onderworpen aan een blaastest op het voorselectieapparaat. Ik zag dat [verdachte] een G/F indicatie blies.
Op enig moment hoorde ik [verdachte] zeggen tegen de dienstdoende verpleegkundige: “Ik heb echt wel wat biertjes op, dat ontken ik niet. Mijn moeder had patat gebakken. Dit had ik tijdens het rijden op mijn schoot liggen waardoor ik van de weg ben geraakt” of woorden van gelijke strekking.
2. Het geschrift, te weten het rapport van Labor Mönchengladbach, opgemaakt 22 oktober 2020, voor zover inhoudende (p. 95-98):
“Bloed van [verdachte] . Resultaten alcohol: 1,85 milligram per milliliter.”
3. Het proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt op 4 oktober 2020, voor zover inhoudende (p. 29 en 30):
“Ja ik had wel een paar biertjes op. Ik had deze in de middag gedronken. Vanaf de middag, om 17:00 uur nam ik mijn eerste biertje. Mijn moeder had nog wat patat voor mij gebakken. Dit heb ik meegenomen in de auto en ben gaan rijden. Ik was denk ik twee tellen wat anders aan het doen of iets. Ik kwam met mijn auto aan de rechterzijde van de weg terecht. Ik heb toen tegen gestuurd. Ik merkte dat er niet veel gebeurde. Ik stuurde verder door en voelde dat mijn auto ineens naar links schoot de tegenliggende rijbaan op. Ik was even met iets anders bezig.”
“V: Zou jij kunnen vertellen hoe de wegbelijning eruit ziet?
A: In het midden ligt twee keer een doorgetrokken streep. Aan de buitenkanten van de weg weet ik het niet meer, ik denk ook een doorgetrokken streep.
V: Weet jij wat dit inhoud?
A: Niet inhalen.
V: Heb jij nog auto’s ingehaald op de [naam weg 1] ?
A: Ja dat zou wel kunnen.
V: Was je aan het eten tijdens het rijden?
A: Ik heb een paar patatjes gepakt onderweg.”
4. Het proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt op 3 juni 2021, opgenomen in het aanvullend dossier, voor zover inhoudende (p. 109):
“V: Waarin zat de patat verpakt toen u die meenam?
A: Die had ik los op een bord in de auto. Ik denk dat het bord op de bijrijdersstoel stond.”
4. Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , opgemaakt op 4 oktober 2020, voor zover inhoudende (p. 43):
“Ik werd van achteren ingehaald door een witte bestelbus. Ik zag dat de bus echt zo voorbij was. Ik zag dat de witte bestelbus weer naar zijn eigen weghelft ging.”
5. Het verkort proces-verbaal van verkeersongevallenanalyse, opgemaakt op 18 november 2020, voor zover inhoudende (bijlage bij PL1500-2021049125-1):
“Beknopte ongevalsbeschrijving
Op de [naam weg 1] ter hoogte van hectometerpaal 16.0 gelegen buiten de bebouwde kom van Gouderak in de gemeente Krimpenerwaard op het weggedeelte gelegen tussen de [naam weg 2] en de [naam weg 3] had een verkeersongeval plaatsgevonden tussen een bestelauto en twee personenauto’s. Bij dit ongeval waren betrokken: een bedrijfsauto, merk Volkswagen, type Transporter, kleur wit, voorzien van het [kenteken 1] en een personenauto, merk Opel, type Corsa-B, kleur grijs, voorzien van het [kenteken 2] .
De confrontatie tussen de bestelauto en de Opel vond plaats op de rijstrook bestemd voor het verkeer gaande in de richting van de [naam weg 3] , zijnde de rijstrook van de Opel. Voordat de confrontatie plaatsvond heeft de bestuurder van de bestelauto gedeeltelijk in de rechter grasberm gereden, gezien vanuit zijn rijrichting. Mogelijk door menselijke invloeden (bestuurder) had de bestelauto gedeeltelijk in de rechter grasberm gereden. Doordat er te abrupt is gestuurd (overstuur) om de rechter grasberm te verlaten is de bestelauto dwars over de rijbaan gekomen. Bij deze manoeuvre is de bestelauto de dubbel doorgetrokken streep gepasseerd en met de rechterzijde tegen de tegemoetkomende Opel in confrontatie gekomen.”
7. Proces-verbaal Schouw stoffelijk overschot opgemaakt op 4 oktober 2020, voor zover inhoudende (p. 62):
Ik verbalisant stelde naar aanleiding van een ernstig verkeersongeval dat had plaatsgevonden op 3 oktober 2020 omstreeks 22.45 uur een onderzoek in. Het slachtoffer dat bij voornoemd verkeersongeval was overleden, was [slachtoffer] . Als conclusie gaf de schouwarts aan: Neurotrauma/hoofdletsel.