Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser], eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Hoewel de inhoud van de producties niet wordt betwist, wordt wel overwogen dat de inhoud van de producties meer algemeen van aard is en niet ziet op de persoon van betrokkene. Daar komt bij dat noch uit het nader gehoor, noch uit de zienswijze is gebleken dat betrokkene (politiek) activist is, kritisch op de regering is of anderszins in de negatieve belangstelling van de autoriteiten is komen te staan. Hiertoe wordt overwogen dat betrokkene zich nooit kritisch heeft uitgelaten jegens de autoriteiten van zijn land. Zulks blijkt ook uit de verklaring van betrokkene op p. 5 van het nader gehoor (hierna; NG): “Ik heb op geen enkele manier tekens of bezwaar geuit aan de Saudische regering. Op geen enkele manier heb ik laten merken gevaar te kunnen zijn voor de Saudische regering”. Voorts blijkt ook uit de screening op 26 januari 2021 door de IND dat betrokkene op social media niet actief was’. Ter zitting heeft verweerder toegelicht dat niet is gebleken dat ten aanzien van eiser sprake is van een fundamentele politieke overtuiging in de zin van paragraaf C2/3.2 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc). Verweerder heeft ook gewezen op de uitspraak van de Afdeling van 21 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3735.