Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen
[Naam] , verzoekster,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 21 juni 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 20/8244. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van vreemdelingenrecht. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.S. Yap, heeft verzocht om te bepalen dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de uitzetting van verzoekster achterwege dient te laten totdat er op het beroep is beslist. Dit verzoek is gedaan in het kader van een hangende procedure met het zaaknummer AWB 20/8243.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak gedaan buiten zitting. De rechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening te treffen, aangezien er op 10 juni 2021 al op het beroep is beslist. Hierdoor is het verzoek kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier G. de Keuning, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. De uitspraak is bekendgemaakt op 21 juni 2021.