Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eiser 1] , te [plaats 1] , Spanje,
[eiser 2], te [plaats 2] ,
[eiser 3], te [plaats 3] ,
1.[gedaagde 1] , te [plaats 4] ,
[gedaagde 2], te [plaats 5] ,
[gedaagde 3] B.V., te [plaats 4] ,
[gedaagde 4] B.V., te [plaats 4] ,
[gedaagde 5], te [plaats 4] ,
1.De procedure
- het vonnis in het incident van 12 februari 2020, en de daarin genoemde stukken;
- de akte overlegging aanvullende producties tevens rectificatie eis, met producties, aan de zijde van eisers;
- het B-formulier van 23 oktober 2020, met een nadere productie, aan de zijde van gedaagden;
- de akte overlegging aanvullende productie, met een productie, aan zijde van eisers;
- het proces-verbaal van de op 6 november 2020 gehouden comparitie van partijen en de daaraan gehechte spreekaantekeningen van mr. Van der Korst.
dossiers beginnen. De verwachting is dat de opbouw van de dossiers ongeveer 9-12 maanden per medicijn in beslag zal nemen, afhankelijk van het medicijn. (…).
[naam 4] Bedrijfsobligatiebrochure / Investeren in Generieke Medicijnen met een Vast Rendement van 7,4% of 7,8%’.
Cooperation’, gevestigd te Zoetermeer, het volgende bericht aan [eiser 1] gestuurd:
Name: [gedaagde 2] inz. [naam 4] Holding Corp.’
The Company incurred selling, general, and administrative expenses of $1,008,655 during the fiscal year ended December 31, 2010 compared to $757,403 during the fiscal year ended December 31, 2009. Such increase was primarily to the management fee of the CEO for services performed in 2009 which the company did not record until 2010, as well as services of other consultants which the Company hired.
Bedrijfsobligatie II Brochure’.
3.Het geschil
- iii) € 110.000 aan [eiser 1] , vermeerderd met wettelijke rente vanaf 16 juli 2010 over € 50.000 en vanaf 18 dan wel , 21, 23 of 27 juli 2011 over € 59.000;
- iv) € 200.000 aan de [eiser 2] , vermeerderd met wettelijke rente vanaf 13 of 15 juli 2010 over € 100.000 en vanaf 7 of 12 oktober 2010 over € 100.000;
- v) € 20.000 aan [eiser 3] , vermeerderd met wettelijke rente vanaf 11 juli 2010 over € 10.000 en vanaf 23 oktober 2010 over € 10.000;
4.De beoordeling
specifiekaanduiden welk deel daarvan, om welke reden, relevant is.
Please be advised that [naam 4] Holding Corp. will issue the shares as soon as it has received the total amount involved with the purchase of such shares. (…)’.
nietde verkoper was. De rechtbank begrijpt uit de stellingen van eisers dat [eiser 1] in de aanloop naar deze aandelenkoop vergelijkbare correspondentie heeft uitgewisseld als besproken in ro. 4.4. Het lijkt er op dat [naam 4] Corp moet zijn aangewezen als de verkoper en dat er in de verdere briefwisseling met [gedaagde 2] geen duidelijke indicaties waren van het tegendeel. Zoals ook in ro. 4.5 is overwogen, is de omstandigheid dat [eiser 1] is verzocht om de koopsom over te boeken naar de bankrekening van [gedaagde 2] (ook al bleek dat in werkelijkheid de bankrekening van TII te zijn) niet van doorslaggevend belang voor de vraag wie de verkopende partij was. Vast staat dat TII wel aandelen hield in [naam 4] Corp, maar niettemin is ook in dit geval [naam 4] Corp met zoveel woorden aangewezen als de verkoper van de aandelen. Kortom: [gedaagde 2] was niet de verkopende partij.
- eisers zijn door gedaagden misleid doordat onjuiste of onvolledige informatie is verschaft;
- gedaagden hebben misbruik gemaakt van het identiteitsverschil tussen [gedaagde 2] enerzijds en [naam 4] Corp en TII anderzijds.
- gedaagden hebben de door eisers geïnvesteerde gelden niet voor het beoogde doel gebruikt, namelijk het financieren van de vergunningsaanvragen. De gelden zijn daarentegen onttrokken door de bestuurders van [naam 4] Corp.
- gedaagden hebben de [gedaagde 2] -aandelen verhangen van [naam 4] Corp naar [gedaagde 3] en hebben eisers daarvan niet op de hoogte gesteld en lieten na om eisers op de hoogte te houden van de resultaten van de onderneming, ondanks herhaalde verzoeken daartoe.
verwachtingenbetroffen, is met zoveel woorden in de brochure beschreven. Daarbij komt dat daaruit ook is af te leiden dat de winstverwachtingen waren gebaseerd op de veronderstelling dat de externe investering van € 6.500.000 succesvol was. Nu het onzeker was dat de investeringsdoelstelling zou worden behaald, moesten eisers redelijkerwijze begrijpen dat de realisatie van de verwachtingen allerminst zeker was. Wat betreft het verkrijgen van de benodigde vergunningen geldt dat aan eisers niet is voorgespiegeld dat die binnen een bepaalde termijn zeker zouden worden verkregen. Ook hier zijn de doelen geformuleerd als verwachtingen, hoewel wat betreft paracetamol enigszins concreter uitgewerkt. Daarbij was vermeld dat de aanvraag voor de verkooplicentie van paracetamol zich in de laatste fase bevond en dat
verwachtwerd dat de verkooplicentie voor het medicijn in het eerste kwartaal van 2010 zou worden verstrekt. Maar ook in dit geval is slechts sprake van doelen die de onderneming zichzelf heeft gesteld, zonder dat daaraan concrete termijnen of min of meer zekere resultaten zijn verbonden. Het enkele feit dat de verwachtingen niet zijn gerealiseerd brengt dus niet mee dat de onderneming of haar bestuurders onrechtmatig hebben gehandeld jegens eisers.
aan[naam 4] Corp haar aandeelhouders (waaronder eisers) hebben benadeeld. Uitsluitend [gedaagde 4] heeft in 2016 de helft van de beheervergoeding ontvangen, maar dat is te verklaren omdat [gedaagde 4] sinds 2016 de nieuwe bestuurder is van [gedaagde 2] .
Poot/ABP-doctrine (HR 2 december 1994,
NJ1995/288).