ECLI:NL:RBDHA:2021:6067

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juni 2021
Publicatiedatum
14 juni 2021
Zaaknummer
09/249598-20
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen met minderjarigen en bezit van kinderporno

Op 15 juni 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan negen zedenfeiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd met vijf minderjarige slachtoffers, waarvan één slachtoffer jonger dan 12 jaar was. De feiten vonden plaats in de periode van 2015 tot 2020, zowel in Nederland als in Duitsland. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en heeft daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden opgelegd. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de noodzaak van behandeling voor de verdachte benadrukt. De verdachte heeft ook beelden van seksuele gedragingen van minderjarigen vervaardigd en in bezit gehad, wat heeft geleid tot bijkomende strafbare feiten. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij schadevergoeding is geëist voor de geleden immateriële en materiële schade.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummers: 09/249598-20 en 09/110755-21 (gev. ttz.)
Datum uitspraak: 15 juni 2021
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlasteleggingen en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaken van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1965 te [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in het Justitieel Complex Zaanstad te Westzaan.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 18 januari 2021 en 1 april 2021 (beide pro forma) en op de terechtzitting van 1 juni 2021 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. S.F. Heslinga en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van 1 juni 2021 - ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding van de zaak met het parketnummer: 09/249598-20 (hierna: dagvaarding I) en in de dagvaarding van de zaak met het parketnummer: 09/110755-21 (hierna: parallelle dagvaarding). De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage A aan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1
Inleiding
Kort en zakelijk samengevat, wordt de verdachte verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] , het bezit en/of het vervaardigen van kinderporno waarop [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] zijn te zien. Het verwerven en/of bezitten van andere kinderpornografische en dierenpornografische afbeeldingen en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst daartoe de toegang te verschaffen en/of het verspreiden van andere kinderpornografische afbeeldingen. Verder het bewegen van [slachtoffer 5] tot het plegen of dulden van seksuele handelingen door het aanbieden/beloven van enig geldbedrag.
Het is de rechtbank opgevallen dat de verdachte door verschillende aangevers en getuigen wordt aangeduid als [verdachte] . De rechtbank begrijpt dat zij met [verdachte] de [verdachte] bedoelen.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot:
  • vrijspraak van het bij dagvaarding I onder 4 ten laste gelegde en het bij de parallelle dagvaarding onder 1 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het bij dagvaarding I onder 1 primair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde (het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam);
  • bewezenverklaring van het bij dagvaarding I onder 5 en 6 ten laste gelegde (het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 4] , welke handelingen - ten aanzien van feit 5 - mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam);
  • bewezenverklaring van het bij dagvaarding I onder 7 (het vervaardigen van kinderporno waarop [slachtoffer 4] is zien), 8 en 9 ten laste gelegde (het zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaffen tot kinderporno en dierenporno);
  • bewezenverklaring van het bij de parallelle dagvaarding onder 2 (het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 5] die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam), 3 (door het aanbieden van enig geldbedrag
[slachtoffer 5] te bewegen tot ontuchtige handelingen) en 4 ten laste gelegde (het vervaardigen van kinderporno waarop [slachtoffer 5] is zien).
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat:
  • de verdachte dient te worden vrijgesproken van feiten 1 primair, 2 primair en 4 van dagvaarding I en feiten 1 en 3 van de parallelle dagvaarding;
  • de verdachte enkel heeft erkend dat de seksuele handelingen die hij heeft gepleegd met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben bestaan uit aftrekken (feiten 1 subsidiair en 2 subsidiair van dagvaarding I);
  • de in feiten 5 en 6 van dagvaarding I vermelde seksuele handelingen hebben plaatsgevonden, maar dat de bewezenverklaarde periode dient te worden ingekort tot de periode van 1 januari 2017 tot en met 5 mei 2018;
  • de verdachte dient te worden vrijgesproken van het bezit van kinderporno en dierenporno (feiten 8 en 9 van dagvaarding I);
  • de in feit 2 van de parallelle dagvaarding vermelde seksuele handelingen hebben plaatsgevonden, maar de bewezenverklaarde periode dient te worden ingekort tot de periode van 1 januari 2017 tot 22 augustus 2018.
De raadsman heeft zich ten slotte gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feiten 3 en 7 van dagvaarding I en feit 4 van de parallelle dagvaarding, op de omstandigheid na dat de verdachte van de twee laatstgenoemde feiten een gewoonte heeft gemaakt.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging van dagvaarding I [1]
3.4.1
Ten aanzien van feiten 1 primair en 1 subsidiair
3.4.1.1 De bewijsmiddelen
[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2002, heeft het volgende verklaard.
Hij en [verdachte] waren in Moviepark Germany . Zij verbleven toen in een [naam hotel] vlakbij. Toen zij in het hotel waren, ging [verdachte] aan de onderbroek van [slachtoffer 1] zitten. [verdachte] ging eerst met zijn hand bij de ballen van [slachtoffer 1] , daarna ging [verdachte] over naar de schacht en vervolgens pakte hij over de onderbroek van [slachtoffer 1] diens piemel vast. Uiteindelijk ging [verdachte] ook aan zijn eigen piemel zitten. [verdachte] zei tegen [slachtoffer 1] dat hij zijn onderbroek uit kon doen. Toen deed [slachtoffer 1] zijn onderbroek uit. [slachtoffer 1] durfde niet tegen [verdachte] in te gaan.
[verdachte] zat aan de piemel van [slachtoffer 1] . De piemel van [slachtoffer 1] werd stijf. [verdachte] begon zichzelf af te trekken en zei dat [slachtoffer 1] zichzelf ook moest aftrekken. [slachtoffer 1] deed dat omdat hij echt bang was. [verdachte] gaf [slachtoffer 1] kusjes op zijn borst, buik en navel. [verdachte] stopte de piemel van [slachtoffer 1] in zijn mond en begon [slachtoffer 1] te pijpen. [verdachte] zei: “Nu moet je het ook bij mij doen”. Als [slachtoffer 1] er nu aan denkt, slaat zijn strot nog steeds dicht. Het was een hele dikke piemel, brede schacht en bij het begin bij zijn lichaam was het nog vrij smal, het midden was heel dik met een streep over het midden en het puntje dat was dan zijn eikel, aldus [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] zei: “Dat gaat toch niet passen”. [slachtoffer 1] moest het toch doen. [slachtoffer 1] heeft toen het puntje in zijn mond genomen. [slachtoffer 1] moest van [verdachte] verder gaan met het aftrekken van hem ( [verdachte] ). [verdachte] zei dat hij een standje wilde doen en dat het fijn was als zij allebei tegelijk bevredigd zouden worden. [verdachte] ging met zijn hoofd bij de piemel van [slachtoffer 1] liggen en [slachtoffer 1] moest met zijn hoofd bij de piemel van [verdachte] gaan liggen. [verdachte] deed het bij [slachtoffer 1] . Omdat het [slachtoffer 1] niet lukte om dat ding (de rechtbank begrijpt: de penis van de verdachte) in zijn mond te krijgen en hij het vies vond omdat er voorvocht op zat, moest hij [verdachte] aftrekken. Dat heeft even geduurd. [slachtoffer 1] moest het (de rechtbank begrijpt: de penis van de verdachte) in zijn mond stoppen en hij moest het van [verdachte] afmaken. Toen gingen zij liggen. [verdachte] ging zichzelf aftrekken. [slachtoffer 1] keek naar de babypop die hij bij zich had en naar de handdoek op het bed. Dat was het enige wat vertrouwd was. Daarna wilde [verdachte] [slachtoffer 1] nog een keer aftrekken. Op een gegeven moment trok [verdachte] , [slachtoffer 1] met zijn rechterhand af en trok [verdachte] zichzelf met zijn linkerhand af. [verdachte] kwam klaar over zichzelf en hij veegde het weg met de handdoek. [verdachte] kwam met zijn piemel tegen de kont van [slachtoffer 1] aan liggen. [verdachte] zei tegen [slachtoffer 1] : “Je moet wel beseffen dat ik in de 50 ben en dat wat wij nu gedaan hebben echt niet mag”. Ook zei [verdachte] tegen [slachtoffer 1] dat hij zijn mond moest houden tegen zijn papa en mama omdat hij ( [slachtoffer 1] ) zich heel erg moest schamen dat dit was gebeurd en dat als hij met [naam] naar Disney wilde gaan hij wel stil moest blijven omdat dit anders niet meer kon. Zelfs de geur van de handdoek, kan [slachtoffer 1] zich nog herinneren. [2]
Op 26 mei 2021 heeft [slachtoffer 1] nog het volgende verklaard:
“In het proces-verbaal staat overal dat ik 14 jaar oud was, maar ik was 13 jaar. Aan het begin, toen dit begon te spelen, was ik zelf ook in de war over wanneer het precies had afgespeeld en heb ik voor het gemak aangehouden dat ik 14 was. Ik heb in dat gesprek zelf ook benoemd: “ik was 13 of 14, daar wil ik van af zien”. Onlangs heb ik via de advocaat het dossier over mijzelf en mijn broertje ontvangen. Ik las toen dat ik overal 14 heb gezegd en ben terug gaan denken. Het misbruik heeft plaats gevonden in het tweede jaar dat ik op de middelbare school zat. Ik weet dat omdat ik toen bij [naam college] , zat en we repeteerden voor het [naam toneelstuk] . Tijdens één van de repetities voor dit stuk was ik heel verdrietig. Ik heb de trui terug gevonden die we hebben gekregen van dit toneelstuk, daarop staat: “ [naam toneelstuk] 2015-2016”. Ik weet dat het misbruik in de herfstvakantie heeft plaats gevonden, dit was dus nog 2015 en toen was ik 13”. [3]
[naam moeder slachtoffers 1 en 2] , de moeder van [slachtoffer 1] , heeft het volgende verklaard.
[slachtoffer 1] heeft tegen haar verteld dat de penis van [verdachte] in zijn mond (van [slachtoffer 1] ) heeft gezeten, dat [verdachte] is klaargekomen over zichzelf, dat hij ( [slachtoffer 1] ) de hele tijd heeft gekeken naar de babypop die hij bij zich had en die op bed lag, dat er een handdoek lag waar hij nu nog steeds de geur van kan ruiken en dat de penis van [verdachte] groot is. Het is in het [naam hotel] in Duitsland gebeurd.
[verdachte] had gezegd dat [slachtoffer 1] er nooit over mocht praten omdat [verdachte] dan een probleem had en dat ze dan nooit meer naar Disney en de Efteling enzovoorts konden gaan. [slachtoffer 1] is volgens zijn moeder in de herfstvakantie toen hij in 2-Havo zat met [verdachte] naar Duitsland gegaan. [4]
[naam vader slachtoffers 1 en 2] , de vader van [slachtoffer 1] , heeft het volgende verklaard.
Over hetgeen er op seksueel gebied heeft plaatsgevonden tussen [verdachte] en [slachtoffer 1] in Duitsland, heeft [slachtoffer 1] hem verteld dat zij in een hotelkamer waren, dat [verdachte] [slachtoffer 1] bij zijn tepels heeft gepakt, dat [slachtoffer 1] hem heeft moeten pijpen en aftrekken, dat [verdachte] datzelfde ook bij [slachtoffer 1] heeft gedaan, dat de piemel van [verdachte] zo verschrikkelijk groot is, dat [verdachte] klaar is gekomen op zijn eigen buik, dat [slachtoffer 1] een babypop had meegenomen naar Duitsland en dat die pop toen ook op bed lag. Ook heeft [slachtoffer 1] tegen hem verteld dat [verdachte] er nog op heeft aangedrongen om verder te gaan omdat [slachtoffer 1] niet klaar was gekomen. [naam vader slachtoffers 1 en 2] denkt dat [slachtoffer 1] in de herfstvakantie van 2015 met [verdachte] naar Moviepark is gegaan omdat [slachtoffer 1] 13 of 14 jaar oud was toen het gebeurde. [5]
De verdachte heeft naar [slachtoffer 1] onder meer de volgende appberichten gestuurd: “Als ik stout ben wil jij niet beleven” (10 februari 2014), “Ben ook Disney geil” (21 mei 2014), “Groepsex” (21 mei 2014).
Nadat de verdachte enkele pornografische afbeeldingen naar [slachtoffer 1] had gestuurd, heeft hij naar [slachtoffer 1] het volgende bericht gestuurd: “Hahaha, lekker hè porno plaatjes” (20 juni 2014).
Ook heeft de verdachte naar [slachtoffer 1] een afbeelding van Micky Mouse met een erectie gestuurd (5 oktober 2014) en het bericht met de volgende inhoud: “Ze kan ook niet pijpen met die beugel, hahaha” (3 november 2014).
Nadat [slachtoffer 1] op 6 januari 2015 naar de verdachte het volgende bericht had gestuurd:
“Ze heeft het gister in de grote pauze uit gemaakt bitch”, heeft de verdachte vervolgens dezelfde dag naar [slachtoffer 1] onder meer de volgende berichten gestuurd: “Neem maar een lekkere vent, al die dozen is niks en ik spreek uit ervaring” en “Haha, eerst ff oefenen he” en “Daar heb je nu ooms voor!” en “Oraal met micky”. [6]
Over hetgeen er is voorgevallen in de hotelkamer in Duitsland heeft de verdachte bij de politie verklaard dat hij en [slachtoffer 1] elkaar hebben afgetrokken, dat hij (de verdachte) zichzelf ook heeft afgetrokken en dat hij in het bijzijn van [slachtoffer 1] is klaargekomen. Nadat de verdachte door de politie is voorgehouden dat [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij toen een standje wilde doen, heeft de verdachte toegegeven dat hij en [slachtoffer 1] hebben gelegen zoals [slachtoffer 1] dit heeft beschreven. [7]
3.4.1.2 Het oordeel van de rechtbank
De verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1] (feiten 1 primair en 1 subsidiair van dagvaarding I)
De raadsman heeft betoogd dat er onvoldoende bewijs in het dossier aanwezig is dat de seksuele handelingen die de verdachte met [slachtoffer 1] heeft gepleegd, mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 1] . Ondanks dat de verdachte heeft ontkend dat hij [slachtoffer 1] heeft gepijpt en dat [slachtoffer 1] hem heeft gepijpt, is de rechtbank van oordeel dat er voldoende bewijs in het dossier aanwezig is dat de verdachte de penis van [slachtoffer 1] in zijn mond heeft geduwd/gebracht en gehouden en dat de verdachte zijn penis in de mond van [slachtoffer 1] heeft geduwd/gebracht en gehouden. De verklaring van [slachtoffer 1] over deze onderdelen van de tenlastelegging, vindt naar het oordeel van de rechtbank voldoende steun in hetgeen [slachtoffer 1] tegen zijn ouders heeft verteld over de seksuele handelingen die in de hotelkamer in Duitsland tussen hem en de verdachte hebben plaatsgevonden en het seksueel getinte appcontact dat tussen hen heeft plaatsgevonden. Tijdens dit contact spreekt de verdachte namelijk expliciet met [slachtoffer 1] over orale seks, door tegen hem te zeggen: “Ze kan ook niet pijpen met die beugel, hahaha”, “Haha, eerst ff oefenen he” en “Daar heb je nu ooms voor!” en “oraal met micky”. Bovendien is de verklaring van [slachtoffer 1] consistent en gedetailleerd.
Gelet op de hiervoor genoemde bewijsmiddelen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 31 oktober 2015 in een hotelkamer in Duitsland alle seksuele handelingen met [slachtoffer 1] heeft gepleegd die in de tenlastelegging van feit 1 primair staan vermeld. Deze handelingen betreffen ontuchtige handelingen, omdat [slachtoffer 1] 13 jaar oud was ten tijde van de handelingen.
3.4.2
Ten aanzien van feiten 2 primair en 2 subsidiair van dagvaarding I
3.4.2.1 De bewijsmiddelen
[slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2008, heeft het volgende verklaard.
Hij komt praten over wat er in Duitsland is gebeurd. Het werd avond. Zij (de rechtbank begrijpt: de verdachte en [slachtoffer 2] ) gingen naar de kamer. Hij pakte de hand van [slachtoffer 2] . Hij verplaatste die hand heel rustig naar zijn eigen broek. Hij deed zijn broek open. [slachtoffer 2] voelde zijn piemel. Hij ging aan de piemel van [slachtoffer 2] zitten. Hij ging zichzelf aftrekken. Aftrekken is volgens [slachtoffer 2] een soort van masseren van de piemel waardoor je een heel lekker gevoel krijgt waardoor er sperma uit komt. [slachtoffer 2] had de piemel van [verdachte] vast. Die piemel was stijf. [verdachte] bewoog de hand van [slachtoffer 2] zodat hij in feite door [slachtoffer 2] werd afgetrokken. [verdachte] deed zijn onderbroek vervolgens helemaal uit. Toen moest [slachtoffer 2] het zelf doen bij [verdachte] . Als [slachtoffer 2] zijn hand weg wilde trekken, zei [verdachte] : “Ga nou door, ga nou door”. [verdachte] kwam klaar. [slachtoffer 2] zag sperma op de buik van [verdachte] . [verdachte] heeft [slachtoffer 2] ook afgetrokken. De volgende dag gingen ze naar het attractiepark. Toen zat [verdachte] aan zijn kont.
Hij is met zijn opa, oma, papa, mama, [slachtoffer 1] , [naam] en [verdachte] naar een restaurant gegaan. Dit was in Wassenaar. Zijn oma woont dichtbij dat restaurant.
Zij gingen een keer bij oma eten. [verdachte] was er ook. [verdachte] had wat op en het was avond.
[slachtoffer 2] zat naast hem. [verdachte] ging met zijn hand in de achterkant van de broek van [slachtoffer 2] en zat aan de billen van [slachtoffer 2] . [8]
[naam moeder slachtoffers 1 en 2] , de moeder van [slachtoffer 2] , heeft het volgende verklaard.
[slachtoffer 2] heeft tegen haar gezegd dat hij in Moviepark in Duitsland tijdens een overnachting in het hotel alleen was geweest met [verdachte] , dat hij [verdachte] een knuffel wilde geven, dat vervolgens bleek dat [verdachte] bloot was en dat hij daarna toe heeft moeten kijken toen [verdachte] zichzelf ging aftrekken. Op 22 juli 2019 is [slachtoffer 2] volgens [naam moeder slachtoffers 1 en 2] met [verdachte] naar Moviepark geweest met een overnachting. [9]
[naam vader slachtoffers 1 en 2] , de vader van [slachtoffer 2] , heeft het volgende verklaard.
Hij heeft van zijn vrouw ( [naam moeder slachtoffers 1 en 2] ) begrepen dat [slachtoffer 2] [verdachte] een knuffel had gegeven en dat [verdachte] daarna de hand van [slachtoffer 2] had gepakt en deze in zijn onderbroek (de onderbroek van [verdachte] ) had gestopt. Nadat [slachtoffer 2] terugkwam uit Moviepark viel het [naam vader slachtoffers 1 en 2] op dat [slachtoffer 2] meteen naar boven wilde gaan. Hij en zijn vrouw vroegen zich toen af of het uitje niet leuk was geweest.
[slachtoffer 2] heeft tegen [naam vader slachtoffers 1 en 2] verteld dat [verdachte] , toen zij bij oma en opa waren, met zijn hand in de broek van [slachtoffer 2] aan zijn billen had gezeten, dat hij een paar keer de hand van [verdachte] weg had gehaald maar dat dit niet werkte omdat [verdachte] drank op had. [naam vader slachtoffers 1 en 2] weet nog dat iedereen die avond dronken was en dat dit in september of oktober 2019 was. [10]
De verdachte heeft op 12 juli 2019 aangifte gedaan van afpersing. [11] Deze afpersing wordt door de verdachte zelf aangeduid als de ripping. [12] Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij na de ripping naar Moviepark Duitsland is gegaan met [slachtoffer 2] en dat [slachtoffer 2] hem heeft gemasturbeerd in de hotelkamer waar zij toen verbleven. [13]
3.4.2.2 Het oordeel van de rechtbank
De verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 2] die ofwel (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 2] (2 primair) ofwel die daaruit niet (mede) bestonden (2 subsidiair).
Blijkens de verklaring van [slachtoffer 2] , zouden er drie incidenten hebben plaatsgevonden waarbij de verdachte seksueel grensoverschrijdend jegens hem heeft vertoond. Deze incidenten hebben volgens [slachtoffer 2] plaatsgevonden in een hotelkamer nabij Moviepark in Duitsland, bij de oma en opa van [slachtoffer 2] thuis in Wassenaar en in een restaurant in Wassenaar. De rechtbank laat het laatstgenoemde incident buiten beschouwing omdat zij op basis van het dossier niet kan vaststellen wanneer dit incident heeft plaatsgevonden. Op basis van de verklaring van de ouders van [slachtoffer 2] , kan de rechtbank wel vaststellen dat de andere twee incidenten hebben plaatsgevonden in de tenlastegelegde periode van 22 juli 2019 tot en met 31 oktober 2019.
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij de verdachte tijdens het eerstgenoemde incident in Duitsland
heeft gepijpt. De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende steunbewijs is voor de verklaring van [slachtoffer 2] op dit punt. De ouders van [slachtoffer 2] hebben hier niet over verklaard. Er is derhalve onvoldoende bewijs aanwezig voor het enige onderdeel van de tenlastelegging van feit 2 primair waarin handelingen zijn beschreven die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 2] . De rechtbank zal de verdachte om die reden vrijspreken van feit 2 primair.
Op basis van eerdergenoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de periode van 22 juli 2019 tot en met 31 oktober 2019 in Duitsland en in Wassenaar met [slachtoffer 2] de seksuele handelingen heeft gepleegd die staan vermeld in de tenlastelegging van feit 2 subsidiair. Deze handelingen betreffen ontuchtige handelingen omdat [slachtoffer 2] jonger dan 12 jaar was ten tijde van de handelingen.
3.4.3
Ten aanzien van feiten 3 primair en 3 subsidiair van dagvaarding I
3.4.3.1 De bewijsmiddelen
[slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 4] , heeft in zijn aangifte het volgende naar voren gebracht.
Hij doet aangifte tegen [verdachte] wegens langdurig seksueel misbruik. Naar zijn weten begon het op zijn vijftiende en eindigde het op zijn zeventiende.
De eerste herinnering die hij heeft van seksueel contact tussen hem en [verdachte] , vond plaats in de jacuzzi van [verdachte] . [slachtoffer 3] bleef toen bij [verdachte] slapen. Het was winter. [verdachte] vroeg aan [slachtoffer 3] of hij aan zijn penis wilde zitten. Toen heeft [slachtoffer 3] er heel even aan gezeten. Daarna heeft [verdachte] [slachtoffer 3] nog heel even aangeraakt bij zijn penis. [slachtoffer 3] denkt dat hij toen 15 jaar of 14 jaar was. Binnen hadden ze twee of drie biertjes gedronken. Op de rand van de jacuzzi stonden nog acht biertjes. Dit betekent dat zij vier biertjes per persoon hadden gedronken.
Daarna vroeg [verdachte] [slachtoffer 3] mee naar de Efteling met een overnachting in het Efteling -hotel. In het Efteling -hotel heeft [slachtoffer 3] alcohol gekregen. Hij en [verdachte] hebben 4 of 5 rum cola’s per persoon gedronken. [verdachte] bood later in de hotelkamer een rugmassage aan. [verdachte] trok het ondergoed van [slachtoffer 3] uit. [verdachte] smeerde met massageolie de kont van [slachtoffer 3] in en ging met zijn vingers langs diens kontgat. Vervolgens vroeg [verdachte] of [slachtoffer 3] zich even kon omdraaien. [verdachte] wilde [slachtoffer 3] aftrekken, maar dat lukte niet omdat [slachtoffer 3] geen erectie had. [verdachte] probeerde met zijn penis in zijn hand om zichzelf en [slachtoffer 3] af te trekken. Vervolgens smeerde [verdachte] het kontgat van [slachtoffer 3] weer in met olie. [verdachte] probeerde [slachtoffer 3] anaal te penetreren. [verdachte] heeft zich nog afgetrokken en is over [slachtoffer 3] heen klaargekomen.
Het was de eerste echte keer dat [verdachte] [slachtoffer 3] wilde penetreren met zijn penis in zijn kont. Gelukkig lukte het niet, omdat [slachtoffer 3] fysiek best klein was. [verdachte] is met één of twee vingers in de anus van [slachtoffer 3] geweest. [slachtoffer 3] zei niet dat hij het niet wilde omdat hij heel bang was.
De volgende avond is [slachtoffer 3] naar huis gegaan. Toen hij in de avond naar de wc ging, kwam er bloed uit zijn anus. Drie dagen heeft [slachtoffer 3] met wc-papier in zijn boxer op school gelopen, omdat hij bang was dat iemand het misschien zou zien. [14]
[naam moeder slachtoffer 3] , de moeder van [slachtoffer 3] , heeft het volgende verklaard.
In 2013 heeft zij [slachtoffer 3] gestimuleerd om weer contact op te nemen met [verdachte] omdat hij zijn vader niet meer zag. [verdachte] was op allerlei manieren verweven in hun leven, te weten als suikeroom en als voogd. Zij vertrouwde bijna niemand met [slachtoffer 3] .
was echt een knuffelkont, maar hij wilde geen fysiek contact meer vanaf zijn vijftiende. Er viel voor [naam moeder slachtoffer 3] een puzzelstuk op zijn plaats. [slachtoffer 3] had op een gegeven moment namelijk aambeien. [slachtoffer 3] vertelde haar later dat het penetreren niet echt lukte omdat hij klein is en dat daardoor alles klein is. [slachtoffer 3] heeft haar verteld dat hij seksueel is misbruikt door [verdachte] . Dit was uiteindelijk 5 of 6 keer gebeurd. De eerste keer was hij nog geen 16 jaar oud en werd hij dronken gevoerd met Bacardi-cola door [verdachte] in de Efteling . [verdachte] probeerde hem te penetreren maar het lukte niet omdat [slachtoffer 3] zo klein is. [verdachte] en [slachtoffer 3] hebben samen in een bubbelbad gezeten. [15]
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat er seksuele handelingen tussen hem en [slachtoffer 3] hebben plaatsgevonden in het Efteling hotel, dat [slachtoffer 3] toen 14 jaar oud was, dat in het Efteling -hotel (slechts) sprake is geweest van masturberen en dat hij [slachtoffer 3] in het hotel heeft gemasseerd. [16]
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij de penis van [slachtoffer 3] heeft aangeraakt in het Efteling -hotel en dat [slachtoffer 3] aldaar bier heeft gedronken. Ook heeft hij verklaard dat zij elkaar daarna hebben afgetrokken, dat hij denkt dat [slachtoffer 3] toen 16 jaar oud was en dat hij een keer met zijn vingers en penis bij [slachtoffer 3] is binnengedrongen. [17] De verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer 3] wel 16 of 17 jaar oud was toen hij [slachtoffer 3] heeft “genomen”. [18]
3.4.3.2 Het oordeel van de rechtbank
Uit de aangifte van [slachtoffer 3] volgt dat de in feit 3 primair vermelde seksuele handelingen tussen hem de verdachte zouden hebben plaatsvonden in de tenlastegelegde periode toen hij de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt. De verdachte heeft alleen toegegeven dat hij [slachtoffer 3] , voor zijn zestiende, heeft afgetrokken in het Efteling -hotel. De rechtbank acht desalniettemin bewezen dat alle seksuele handelingen die staan vermeld in dit feit hebben plaatsgevonden voordat [slachtoffer 3] 16 jaar was, omdat zij de aangifte van [slachtoffer 3] betrouwbaar acht en deze voldoende steun vindt in andere bewijsmiddelen. De rechtbank acht de aangifte van [slachtoffer 3] onder meer betrouwbaar omdat zijn aangifte gedetailleerd is. Zo beschrijft [slachtoffer 3] dat er, na het incident in de Efteling -hotel, bloed uit zijn anus kwam en hij meerdere dagen met wc-papier in zijn boxer heeft rondgelopen op school omdat hij bang was dat mensen misschien iets zouden zien. De rechtbank acht de aangifte van [slachtoffer 3] daarnaast betrouwbaar omdat details van deze aangifte steun vinden in de verklaring van zijn moeder en de verklaringen van de verdachte zelf. Zo heeft de moeder van [slachtoffer 3] verklaard dat [slachtoffer 3] tegen haar had verteld dat het de verdachte niet lukte om hem te penetreren omdat hij zo klein is, dat hij sterke drank in het Efteling -hotel heeft gedronken toen hij daar met de verdachte was en dat hij met de verdachte in het bubbelbad heeft gezeten. De verdachte heeft, conform de aangifte van [slachtoffer 3] , bovendien verklaard dat [slachtoffer 3] alcohol heeft gedronken in het Efteling -hotel en dat hij [slachtoffer 3] aldaar heeft gemasseerd.
De aangifte van [slachtoffer 3] vindt naar het oordeel van de rechtbank verder steun in
de omstandigheid dat de verdachte heeft toegegeven dat de andere seksuele handelingen waarover [slachtoffer 3] heeft verklaard uiteindelijk wel hebben plaatsgevonden toen [slachtoffer 3] 16 of ouder was, waaronder handelingen die zien op het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 3] .
De rechtbank beschouwt het als feit van algemene bekendheid dat de Efteling en het daarbij behorende Efteling -hotel, zich in Kaatsheuvel bevinden.
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in Kaatsheuvel en Wassenaar met [slachtoffer 3] de seksuele handelingen heeft gepleegd die staan vermeld in de tenlastelegging van feit 3 primair en dat deze handelingen hebben plaatsgevonden in de periode dat [slachtoffer 3] de leeftijd van 14 jaren, maar nog niet de leeftijd van 16 jaren had bereikt, te weten in de periode van 18 augustus 2011 tot en met 17 augustus 2013. Deze handelingen betreffen ontuchtige handelingen omdat [slachtoffer 3] toen de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt.
3.4.4
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 4 van dagvaarding I
De verdachte wordt verweten dat hij ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 4] toen [slachtoffer 4] de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt.
Op basis van het dossier en de verklaring die de verdachte ter terechtzitting van 1 juni 2021 heeft afgelegd, concludeert de rechtbank dat er seksuele handelingen hebben plaatsgevonden tussen de verdachte en [slachtoffer 4] , maar dat er geen bewijs is dat deze handelingen (ook) hebben plaatsvonden toen [slachtoffer 4] jonger was dan 12 jaar. De rechtbank zal de verdachte om die reden vrijspreken van feit 4 van dagvaarding I.
3.4.5
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feiten 5 en 6 van dagvaarding I
De rechtbank zal voor de feiten 5 en 6 van dagvaarding I met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft deze bewezen verklaarde feiten namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit met betrekking tot deze feiten.
De rechtbank bezigt ten aanzien van deze feiten de volgende bewijsmiddelen:
Het proces-verbaal aangifte van [naam vader slachtoffer 4] , nr. PL1500-2020339283-2, op 17 november 2020 opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren van de politie Eenheid Den Haag, met bijlagen (p. 416 t/m 422);
Het proces-verbaal van bevindingen van het studioverhoor van [slachtoffer 4] , nr. PL1500-2020339283-4, op 14 december 2019 opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar van de politie Eenheid Den Haag, (p. 423 t/m 448);
Het proces-verbaal van bevindingen, nr. PL1500-2020339283-5, op 11 februari 2021 opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar van de politie Eenheid Den Haag, met bijlagen (p. 501 t/m 523);
De bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 1 juni 2021.
De pleegperiode
De raadsman heeft bepleit dat de pleegperiode van bovengenoemde feiten dient te worden ingekort tot de periode van 1 januari 2017 tot en met 5 mei 2018. Gelet op de omstandigheid dat de verdachte ter terechtzitting heeft bekend dat hij ook seksuele handelingen met [slachtoffer 4] heeft gepleegd toen [slachtoffer 4] tussen de 14 jaar en 16 jaar oud was, acht de rechtbank bewezen dat de verdachte [slachtoffer 4] schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 4] die, in het geval van feit 5, mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 4] .
3.4.6
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 7 van dagvaarding I
3.4.6.1 De bewijsmiddelen
In de woning van de verdachte in Wassenaar zijn op 5 oktober 2020 diverse gegevensdragers in beslag genomen. [19]
Op twee van deze gegevensdragers is kinderporno aangetroffen, waaronder opnames die vermoedelijk heimelijk zijn gemaakt in de oude woning van de verdachte gelegen aan de [adres] te Wassenaar. De camera waarmee de opnames zijn gemaakt, was namelijk verdekt opgesteld. Er zijn in totaal 23 foto’s aangetroffen waarvan het aannemelijk is dat [slachtoffer 4] daarop is te zien. Twee van deze foto’s zijn in het dossier beschreven.
Op deze foto’s is het volgende te zien:
Filename: [naam bestand] : [slachtoffer 4] heeft de penis van de verdachte in zijn mond.
[slachtoffer 4] en de verdachte bevinden zich op bed in een slaapkamer. De camera bevindt zich in een meubel.
Filename: [naam bestand] : [slachtoffer 4] en de verdachte bevinden zich in een slaapkamer. [slachtoffer 4] ligt op bed. [slachtoffer 4] heeft met zijn beide handen zijn penis vast. De verdachte zit met zijn linkerhand aan zijn eigen penis. De camera bevindt zich in een meubel. [20]
De vader van [slachtoffer 4] heeft [slachtoffer 4] op de laatstgenoemde foto’s herkend. [21]
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij een opname heeft gemaakt van [slachtoffer 4] en een vriendje van [slachtoffer 4] , dat dit is gebeurd op de [adres] , dat [slachtoffer 4] en diens vriendje daar niets van af wisten, dat er opnames zijn gemaakt in het kantoor en in de slaapkamer en dat op de filmpjes van [slachtoffer 4] is te zien dat hij (verdachte) en [slachtoffer 4] zichzelf aan het “rukken waren”. Nadat aan de verdachte is gevraagd wat er is te zien op de opname die is gemaakt in de slaapkamer, heeft de verdachte verklaard: ”gerukt en zij hebben mij gepijpt.” De verdachte denkt dat de opnames in 2017 zijn gemaakt. [22]
3.4.6.2 Het oordeel van de rechtbank
Uit de verklaring van de verdachte volgt dat hij in 2017 in Wassenaar heimelijk opnames van onder andere [slachtoffer 4] heeft gemaakt waarop seksuele handelingen zijn te zien. De rechtbank verstaat onder deze opnames zowel foto’s als video’s. Gelet op de verklaring van de verdachte, concludeert de rechtbank dat de hiervoor beschreven foto’s waarop [slachtoffer 4] is te zien, in 2017 zijn gemaakt. Gelet hierop, in combinatie met voornoemde bewijsmiddelen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in 2017 in Wassenaar foto’s heeft vervaardigd en in zijn bezit heeft gehad van seksuele gedragingen waarop [slachtoffer 4] is te zien.
Aangezien [slachtoffer 4] op [geboortedatum 6] 2002 is geboren, was hij 14 of 15 jaar oud toen deze foto’s zijn gemaakt. Gelet op de aard van de foto’s in combinatie met de leeftijd van [slachtoffer 4] destijds, kunnen deze foto’s als kinderpornografie worden aangemerkt.
Concluderend, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen van en bezit van kinderporno, bestaande uit twee afbeeldingen waarop [slachtoffer 4] is te zien, terwijl hij jonger was dan 18 jaar.
Gelet op de geringe hoeveelheid seksueel getinte foto’s die van [slachtoffer 4] zijn aangetroffen, acht de rechtbank niet bewezen dat de verdachte van dit feit een gewoonte heeft gemaakt en zal hem om die reden vrijspreken van dat onderdeel van de tenlastelegging.
3.4.7
Ten aanzien van feiten 8 en 9 van dagvaarding I
Op basis van het dossier, concludeert de rechtbank dat de in deze feiten vermelde afbeeldingen die zijn aan te merken als kinderporno (feit 8) en dierenporno (feit 9). Deze afbeeldingen zijn aangetroffen op een of meerdere computers die op 5 oktober 2020 in de woning van de verdachte in beslag zijn genomen. De verdachte wordt verweten dat hij eerdergenoemde kinderporno en dierenporno heeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft en dat hij deze kinderporno heeft verspreid.
Uit het dossier blijkt evenwel niet dat hij voornoemde kinderporno heeft verspreid.
De rechtbank zal de verdachte om die reden vrijspreken van dat onderdeel van de tenlastelegging van feit 8.
De vraag die de rechtbank verder nog dient te beantwoorden is of de verdachte het eerdergenoemde kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal heeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft in de tenlastegelegde periode.
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte voornoemde handelingen heeft gepleegd, nu hij heeft toegegeven dat hij deze afbeeldingen heeft gedownload. De rechtbank kan echter op basis van het dossier niet vaststellen wanneer dit is gebeurd. Evenmin heeft de verdachte daarover duidelijkheid verschaft ter terechtzitting. Daarom zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van deze feiten.
3.5
De beoordeling van de tenlastelegging van de parallelle dagvaarding
3.5.1
Ten aanzien van feit 1
De verdachte wordt verweten dat hij ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 5] toen [slachtoffer 5] de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt.
Op basis van het dossier en de verklaring die de verdachte ter terechtzitting van 1 juni 2021 heeft afgelegd, concludeert de rechtbank dat er seksuele handelingen hebben plaatsgevonden tussen de verdachte en [slachtoffer 5] , maar dat er geen bewijs is dat deze handelingen (ook) hebben plaatsvonden toen [slachtoffer 5] jonger was dan 12 jaar.
De rechtbank zal de verdachte om die reden vrijspreken van feit 1.
3.5.2
Ten aanzien van feiten 2, 3 en 4
3.5.2.1 De bewijsmiddelen
[slachtoffer 5] is geboren op [geboortedatum 5] 2002.
De eerste keer dat [slachtoffer 5] contact had met [verdachte] was hij met [slachtoffer 4] samen. De tweede keer heeft [verdachte] [slachtoffer 5] aangeraakt, te weten over zijn broek bij zijn geslachtsdeel. Toen hebben zij in bad gezeten. Er is daarna nog meerdere keren sprake geweest van aftrekken en pijpen. Waarschijnlijk gebeurde dit gewoon op het bed. De eerste keer kreeg [slachtoffer 5] er 20 euro voor. Het meeste wat [slachtoffer 5] er voor heeft gehad is misschien honderdvijftig euro, tweehonderd euro of zoiets. [verdachte] heeft [slachtoffer 5] wel eens gepijpt en [verdachte] heeft [slachtoffer 5] afgetrokken. [slachtoffer 5] is vaker dan vier keer bij [verdachte] langs geweest. [slachtoffer 5] heeft twee of drie keer naakt in de jacuzzi gezeten. [verdachte] was daar altijd bij. Toen hij naakt in bad zat, pakte [verdachte] de hand van [slachtoffer 5] en bewoog die naar zijn lul (van [verdachte] ). [verdachte] bewoog zijn hand daar naartoe zodat [slachtoffer 5] er mee kon spelen.
[slachtoffer 5] is ook wel eens alleen bij [verdachte] geweest. Toen was er ook sprake van pijpen en aftrekken. [verdachte] dacht het een beetje stil te kunnen houden door [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] geld te geven. Toen het begon was [slachtoffer 5] 14 of 15 jaar. Hij was in ieder geval echt jong. Het is gestopt toen [verdachte] is overvallen (de rechtbank begrijpt: toen [verdachte] is afgeperst). [23]
De moeder van [slachtoffer 5] , te weten [naam moeder slachtoffer 5] , heeft aangifte tegen [verdachte] gedaan van misbruik van [slachtoffer 5] . Zij heeft verklaard dat er veel puzzelstukjes voor haar samen vallen, als het klopt dat dit misbruik heeft plaatsgevonden vanaf het moment dat [slachtoffer 5] ongeveer 14 jaar oud was. Het ging toen moeilijker met [slachtoffer 5] op school en hij wilde niet meer graag in de buurt van iemand komen die homo was. Zij merkte dat [slachtoffer 5] daar ongemakkelijk van werd en dat heeft hij ook gezegd. [slachtoffer 5] had ook agressiebuien. [24]
In de woning van de verdachte in Wassenaar zijn op 5 oktober 2020 diverse gegevensdragers in beslag genomen. [25]
Tijdens het onderzoek naar de inhoud van deze gegevensdragers, zijn opnames aangetroffen die vermoedelijk heimelijk zijn gemaakt in de oude woning van de verdachte gelegen aan de [adres] te Wassenaar. De camera waarmee de opnames zijn gemaakt, was namelijk verdekt opgesteld. Er zijn in totaal 35 foto’s aangetroffen waarop een tengere jongen is te zien die een zwarte trainingsbroek draagt en zwarte Nike sneakers. [26]
De moeder van [slachtoffer 5] ( [naam moeder slachtoffer 5] ) heeft hem op twee van deze foto’s herkend. [27]
Ook de vader van [slachtoffer 4] ( [naam vader slachtoffer 4] ) en de broer van [slachtoffer 4] ( [naam broer slachtoffer 4] ) hebben [slachtoffer 5] op deze foto’s herkend. De broer van [slachtoffer 4] heeft verklaard dat [slachtoffer 5] een vriend van [slachtoffer 4] is. [28]
Een verbalisant heeft vier foto’s beschreven waarop een jongen is te zien, wiens identiteit eerder was vastgesteld. Dit betreft [slachtoffer 5] .
Op foto 1 ziet de verbalisant het volgende. [slachtoffer 5] zit volledig naakt op zijn knieën achter de verdachte. De verdachte zit ook op zijn knieën met zijn billen naar achteren. De rechterhand van [slachtoffer 5] bevindt zich op de rechterbil van de verdachte. De foto is genomen in een slaapkamer op bed.
Op foto 2 ziet de verbalisant dat [slachtoffer 5] de verdachte anaal penetreert. De verbalisant merkt op dat de foto een vervolgfoto van foto 1 lijkt te zijn.
Op foto 3 ziet de verbalisant het volgende. De verdachte ligt volledig naakt op zijn rug op bed. [slachtoffer 5] bevindt zich in tegengestelde richting bovenop de verdachte en houdt met zijn linkerhand de penis van de verdachte vast. Het hoofd van de verdachte bevindt zich onder de penis/anus van [slachtoffer 5] .
Op foto 4 ziet de verbalisant dat [slachtoffer 5] de verdachte pijpt. [29]
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat [slachtoffer 4] wel eens een vriendje mee naar zijn huis heeft genomen, dat zij in de jacuzzi zijn geweest, dat toen boven in de slaapkamer seks heeft plaatsgevonden voor geld en dat zij hem toen allebei hebben afgetrokken en gepijpt, althans “ [slachtoffer 4] niet zo maar die ander wel”. Hij heeft hen toen allebei 50 euro gegeven. Dat [slachtoffer 4] bij hem thuis kwam met het vriendje, heeft wel anderhalf jaar geduurd. Het heeft geduurd tot de ripping.
De verdachte heeft bij de politie toegegeven dat hij een opname heeft gemaakt van [slachtoffer 4] en het vriendje van [slachtoffer 4] , dat dit is gebeurd op de [adres] , dat [slachtoffer 4] en diens vriendje daar niets van af wisten en dat de opnames die hij heeft gemaakt zijn gemaakt in het kantoor en in de slaapkamer. Nadat aan de verdachte is gevraagd wat er is te zien op de opname die is gemaakt in de slaapkamer, heeft de verdachte verklaard: ”gerukt en zij hebben mij gepijpt.” De verdachte denkt dat de opnames in 2017 zijn gemaakt. [30]
De verdachte heeft op 12 juli 2019 aangifte gedaan van afpersing. [31] De verdachte duidt deze afpersing zelf aan als de ripping. [32]
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij eerst met [slachtoffer 4] en een vriend van [slachtoffer 4] samen heeft afgesproken, dat hij daarna ook alleen met deze vriend van [slachtoffer 4] in zijn huis in Wassenaar heeft afgesproken, dat hij deze jongen ook geld heeft gegeven en dat hij deze jongen hem ook een keer heeft geneukt. [33]
3.5.2.2 De overwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 4
De verdachte wordt verweten dat hij kinderporno in zijn bezit heeft gehad en/of vervaardigd waarop [slachtoffer 5] is te zien. Het gaat hierbij om 4 foto’s.
[slachtoffer 5] is door meerdere mensen op deze foto’s herkend, waaronder door de broer van [slachtoffer 4] . Laatstgenoemde heeft verklaard dat [slachtoffer 5] een vriend van [slachtoffer 4] is.
Gelet hierop, in combinatie met de omstandigheden dat [slachtoffer 5] heeft verklaard dat hij meerdere keren met [slachtoffer 4] bij de verdachte thuis is geweest en dat er aldaar seksuele handelingen tussen hen hebben plaatsgevonden, concludeert de rechtbank dat de verdachte het kennelijk heeft over [slachtoffer 5] als hij verklaart over de vriend/het vriendje van [slachtoffer 4] .
Uit de politieverklaring van de verdachte volgt dat hij in 2017 in Wassenaar heimelijk opnames van [slachtoffer 4] en deze vriend van [slachtoffer 4] heeft gemaakt waarop seksuele handelingen zijn te zien. De rechtbank verstaat onder deze opnames foto’s en video’s.
Gelet op de verklaring van de verdachte, concludeert de rechtbank dat de hiervoor beschreven foto’s in 2017 zijn gemaakt.
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in 2017 in Wassenaar foto’s heeft vervaardigd en in zijn bezit heeft gehad van seksuele gedragingen waarop [slachtoffer 5] is te zien. Aangezien [slachtoffer 5] op [geboortedatum 5] 2002 is geboren was hij 14 of 15 jaar oud toen deze foto’s zijn vervaardigd. Gelet op de aard van de foto’s in combinatie met de omstandigheid dat [slachtoffer 5] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt toen de foto’s zijn vervaardigd, kunnen deze foto’s als kinderpornografie worden aangemerkt. Concluderend, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen van en in bezit hebben van vier afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarop de minderjarige [slachtoffer 5] is te zien.
Gelet op de hoeveelheid foto’s die van [slachtoffer 5] zijn aangetroffen, acht de rechtbank niet bewezen dat de verdachte van dit feit een gewoonte heeft gemaakt en zal hem om die reden vrijspreken van dat onderdeel van de tenlastelegging van feit 4.
3.5.2.3 De overwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 2
De verdachte wordt verweten dat hij ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer 5] toen [slachtoffer 5] de leeftijd van 12 jaren maar nog niet die van 16 jaren had bereikt.
Gelet op de hiervoor genoemde verklaring van [slachtoffer 5] , de aangifte van de moeder van [slachtoffer 5] tegen de verdachte van seksueel misbruik van [slachtoffer 5] , de verklaringen van de verdachte, de beschrijving van de seksuele handelingen op de foto’s waarop [slachtoffer 5] is te zien en hetgeen de rechtbank in het kader van deze foto’s in paragraaf 3.5.2.2 heeft overwogen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in zijn toenmalige woning in Wassenaar alle seksuele handelingen met [slachtoffer 5] heeft gepleegd die in de tenlastelegging staan vermeld.
Hoewel [slachtoffer 5] zelf - mogelijk uit schaamte - niet heeft verklaard dat hij de verdachte anaal met zijn penis heeft gepenetreerd, is dit wel te zien op een van de hiervoor beschreven foto’s waarop [slachtoffer 5] is afgebeeld. De rechtbank heeft reeds geconcludeerd dat deze foto’s in 2017 zijn gemaakt. [slachtoffer 5] was op dat moment 14 of 15 jaar oud. Gelet hierop, acht de rechtbank de seksuele handeling die is beschreven bij het laatste gedachtestreepje ook wettig en overtuigend bewezen.
Op basis van de verklaring van de moeder van [slachtoffer 5] en de verklaring van [slachtoffer 5] , concludeert de rechtbank voorts dat [slachtoffer 5] ongeveer 14 jaar oud was toen de verdachte is begonnen met het plegen van eerdergenoemde seksuele handelingen met [slachtoffer 5] . [slachtoffer 5] is op [geboortedatum 5] 2016 14 jaar geworden. [slachtoffer 5] . De verdachte heeft bij de politie verklaard dat het heeft geduurd tot het moment van de ripping dat [slachtoffer 4] bij hem thuis kwam met zijn vriendje. Uit de verklaring van [slachtoffer 5] blijkt ook dat de seksuele handelingen tussen hem en de verdachte tot dat moment hebben plaatsgevonden.
Gelet hierop, in combinatie met de omstandigheid dat de verdachte op 12 juli 2019 aangifte heeft gedaan van de afpersing, concludeert de rechtbank dat de verdachte in ieder geval tot die datum seksuele handelingen met [slachtoffer 5] heeft gepleegd.
Op basis van het voornoemde, concludeert de rechtbank dat de verdachte in ieder geval seksuele handelingen met [slachtoffer 5] heeft gepleegd in de periode dat [slachtoffer 5] de leeftijd van veertien jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, te weten vanaf 23 augustus 2016 tot en met 22 augustus 2018 [slachtoffer 5] . Deze handelingen betreffen ontuchtige handelingen omdat [slachtoffer 5] in die periode jonger dan 16 jaar was.
Concluderend acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van de in feit 2 vermelde ontuchtige handelingen met [slachtoffer 5] .
3.5.2.4 De overwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 3
De verdachte wordt daarnaast verweten dat hij, door het aanbieden/beloven van enig geldbedrag, [slachtoffer 5] in de periode van 23 augustus 2018 tot en met 22 augustus 2020 heeft bewogen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen.
De rechtbank heeft hiervoor geconcludeerd dat de verdachte in de periode van 23 augustus 2016 tot en met 12 juli 2019 seksuele handelingen met [slachtoffer 5] heeft gepleegd.
Gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen ten aanzien van feit 2, in combinatie met de hiervoor vermelde bewijsmiddelen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de in feit 3 vermelde seksuele handelingen in de periode van 23 augustus 2018 tot en met 12 juli 2019 tussen de verdachte en [slachtoffer 5] hebben plaatsgevonden.
De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden is of [slachtoffer 5] in de periode van 23 augustus 2018 tot en met 12 juli 2019 is bewogen tot het plegen of dulden van een of meerdere van deze handelingen doordat de verdachte hem enig geldbedrag heeft aangeboden of beloofd.
Op basis van de verklaring die [slachtoffer 5] heeft afgelegd, concludeert de rechtbank dat hij in die periode meerdere keren geld van de verdachte heeft ontvangen nadat een of meerdere van deze seksuele handelingen had/hadden plaatsgevonden. De verdachte heeft bij de politie toegegeven dat hij seksuele handelingen met [slachtoffer 4] en een vriendje van [slachtoffer 4] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 5] ) in zijn slaapkamer in Wassenaar heeft verricht voor geld, dat zij hem toen allebei hebben afgetrokken en gepijpt en dat hij hen toen allebei 50 euro gegeven.
Gelet hierop, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewijzen dat de verdachte, door de belofte van geld, [slachtoffer 5] heeft bewogen om seksuele handelingen met de verdachte te plegen of te dulden in de periode dat [slachtoffer 5] 16 jaar is geworden ( [geboortedatum 5] 2018) tot en met 12 juli 2019, te weten de dag waarop de verdachte aangifte heeft gedaan van afpersing.
3.6
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
Ten aanzien van dagvaarding I
1
hij in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 31 oktober 2015, in Duitsland, met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2002, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte (meermalen)
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht en gehouden en
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en
- de penis van die [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, mond geduwd/gebracht en gehouden en
- die [slachtoffer 1] afgetrokken en de penis van die [slachtoffer 1] betast en
- de tepels van die [slachtoffer 1] vastgepakt en in de tepels van die [slachtoffer 1] geknepen en
- zichzelf afgetrokken en zijn, verdachtes, penis betast in het bijzijn van die [slachtoffer 1] en
- de borst en de buik en de navel van die [slachtoffer 1] gekust en
- de ballen/balzak van die [slachtoffer 1] betast,
terwijl die [slachtoffer 1] aan zijn, verdachtes, zorg of waakzaamheid was toevertrouwd;
2 subsidiair
hij in de periode van 22 juli 2019 tot en met 31 oktober 2019 in Duitsland en in Wassenaar, met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2008, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, hebbende verdachte (meermalen)
- de hand van die [slachtoffer 2] op zijn, verdachtes, ontblote penis gelegd en
- zichzelf afgetrokken en zijn, verdachtes, penis betast in het bijzijn van die [slachtoffer 2] en
- de (blote) billen van die [slachtoffer 2] betast en aangeraakt en
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer 2] en
- die [slachtoffer 2] afgetrokken en de penis van die [slachtoffer 2] betast,
zulks terwijl die [slachtoffer 2] aan zijn, verdachtes, zorg of waakzaamheid was toevertrouwd;
3
hij in de periode van 18 augustus 2011 tot en met 17 augustus 2013 te Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand en Wassenaar, met [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 4] 1997, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer 3], te weten het (een of meermalen):
- duwen en brengen en/of vervolgens heen en weer bewegen en houden van zijn, verdachtes, penis en vingers in de anus en tussen de billen van die [slachtoffer 3] en
- zich doen laten aftrekken en betasten van de penis door die [slachtoffer 3] en
- aftrekken van die [slachtoffer 3] en
- met zijn, verdachtes, handen betasten van de billen en anus en penis van die [slachtoffer 3] ,
terwijl die [slachtoffer 3] aan zijn, verdachtes, zorg of waakzaamheid was toevertrouwd;
5
hij in de periode van 6 mei
2016tot en met 5 mei 2018 te Wassenaar en Zoetermeer, althans in Nederland,
met[slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2002, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4] , te weten het (een of meermalen):
- duwen en brengen en vervolgens heen en weer bewegen en houden van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 4] en
- duwen en brengen en vervolgens heen en weer bewegen en houden van die [slachtoffer 4] penis in zijn, verdachtes, mond en
- zich laten aftrekken en betasten van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 4] en
- aftrekken en/of het betasten van de penis van die [slachtoffer 4] en
- zichzelf aftrekken en betasten van zijn, verdachtes, penis in het bijzijn van die
[slachtoffer 4] en
- laten masturberen van die [slachtoffer 4] , in het bijzijn van verdachte;
6
hij in de periode van
6 mei 2016tot en met 5 mei 2018 te Wassenaar en Zoetermeer, met [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2002, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het (een of meermalen):
- zich laten aftrekken en betasten van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 4] en
- aftrekken en het betasten van de penis van die [slachtoffer 4] en
- zichzelf aftrekken en betasten van zijn, verdachtes, penis in het bijzijn van die [slachtoffer 4] en
- laten masturberen van die [slachtoffer 4] , in het bijzijn van verdachte;
7
hij in de periode van 1 januari
2017tot en met
31 december 2017te Wassenaar,
afbeeldingen (te weten foto’s) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2002, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad, welke seksuele gedraging - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis oraal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 1] ( [naam bestand] , p. 412)
en
het door die [slachtoffer 4] met de handen betasten van zijn, [slachtoffer 4] , penis terwijl die [slachtoffer 4] kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [naam bestand] , p. 413)
waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
Ten aanzien van dagvaarding II
2
hij in de periode van 23 augustus 2014 tot en met 22 augustus 2018 te Wassenaar, met [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 5] 2002, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 5] , hebbende verdachte (meermalen)
- zijn, verdachtes, hand op de ontblote penis van die [slachtoffer 5] gelegd en de ontblote penis van die [slachtoffer 5] betast en
- die [slachtoffer 5] afgetrokken en
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer 5] en
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 5] geduwd/gebracht en gehouden en
- zich laten pijpen door die [slachtoffer 5] en
- zich anaal laten penetreren door de penis van die [slachtoffer 5] ;
3
hij in de periode van 23 augustus 2018 tot en met 12 juli 2019 te Wassenaar, door giften en/of beloften van geld, te weten door het aanbieden/beloven van enig geldbedrag, [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 5] 2002, van wie hij, verdachte, wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, meermalen opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handelingen (met verdachte) te plegen en te dulden, te weten
- het betasten/aanraken van de ontblote penis van die [slachtoffer 5] en
- het aftrekken van die [slachtoffer 5] en
- zich laten betasten en aftrekken door die [slachtoffer 5] en
- zich laten pijpen door die [slachtoffer 5] en
- zich anaal laten penetreren door de penis van die [slachtoffer 5] en
- het laten betasten van zijn, verdachtes, bil door die [slachtoffer 5] terwijl deze naakt achter hem zat;
4
hij in de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017 te Wassenaar,
afbeeldingen, te weten foto’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 5] 2002, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad,
welke seksuele gedraging – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het volledig naakt op zijn, verdachtes, knieën zitten voor die naakte [slachtoffer 5] , terwijl die [slachtoffer 5] , zijn rechterhand op de ontblote rechterbil van verdachte, althans een persoon, hield
(foto 1, p. 567)
en
het met de penis anaal penetreren van verdachte, door die [slachtoffer 5]
(foto 2, p. 567)
en
het naakt liggend op bed laten betasten/vastpakken van de penis van verdachte, door die [slachtoffer 5] , terwijl het hoofd van verdachte, onder de ontblote penis en anus van die [slachtoffer 5] lag/hing (foto 3, p. 567)
en
het pijpen van verdachte door die [slachtoffer 5]
(foto 4, p.567)
waarbij de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en dat aan hem de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: TBS-maatregel) met dwangverpleging wordt opgelegd.
De officier van justitie wijkt hiermee af van het advies van GGZ Fivoor TBS Noord van 22 maart 2021 omdat zij adviseren om aan de verdachte een TBS-maatregel met voorwaarden op te leggen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman sluit zich aan bij het reclasseringsadvies van 22 maart 2021 en het advies van de NIFP-deskundigen die over de verdachte hebben gerapporteerd om aan de verdachte een TBS-maatregel met voorwaarden op te leggen.
De raadsman heeft de rechtbank verzocht om bij de bepaling van de duur van de aan de verdachte op te leggen straf, rekening te houden met de volgende omstandigheden.
De verdachte heeft een grotendeels bekennende verklaring afgelegd, heeft meegewerkt met het politieonderzoek, kan zich vinden in het oordeel van de gedragsdeskundigen, werkt in de gevangenis aan zijn herstel en is praktisch een first offender.
De raadsman heeft bepleit om aan de verdachte geen onvoorwaardelijke TBS-maatregel op te leggen omdat dit niet in lijn is met het advies van de NIFP-deskundigen die over hem hebben gerapporteerd en oplegging van deze maatregel niet proportioneel is.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf en maatregelen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan negen zedenfeiten.
Hij heeft seksuele handelingen verricht met vijf minderjarige slachtoffers. Bij een van de slachtoffers is dit eenmaal gebeurd, maar bij de andere slachtoffers is dit meerdere keren gebeurd. Een van de slachtoffers was jonger dan 12 jaar ten tijde van de seksuele handelingen en de andere slachtoffers waren ouder dan 12 jaar maar jonger dan 16 jaar. Ten aanzien van drie slachtoffers hebben de handelingen bovendien plaats gevonden terwijl zij aan de zorg van de verdachte waren toevertrouwd. Bij vier van de slachtoffers bestonden de ontuchtige handelingen mede uit het seksueel binnendringen van hun lichaam. Aan twee van de slachtoffers heeft de verdachte meerdere keren geld gegeven nadat de seksuele handelingen hadden plaatsgevonden en van hen heeft hij ook heimelijk seksueel getinte foto’s gemaakt. Derhalve heeft de verdachte zich ook schuldig gemaakt aan het vervaardigen en bezit kinderporno.
Door deze feiten te plegen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke en seksuele integriteit van de slachtoffers, waarbij hij zich heeft laten leiden door zijn eigen seksuele behoeftes en onvoldoende de gevolgen voor de slachtoffers onder ogen heeft gezien. Bovendien bestond er tussen vier van de slachtoffers en de verdachte een vertrouwensband, nu de verdachte deel uitmaakte van de familiekring van deze slachtoffers. Van deze positie heeft de verdachte misbruik gemaakt.
Dat de bewezenverklaarde feiten een grote impact hebben gehad op de slachtoffers blijkt wel uit de toelichting op de voegingsformulieren en de slachtofferverklaringen die ter terechtzitting zijn voorgedragen. Zij hebben allemaal nog steeds last van de gevolgen van het misbruik.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 7 mei 2021, waaruit volgt dat de verdachte voor het laatst in 2002 is veroordeeld wegens een strafbaar feit, te weten een zedenfeit (schennispleging).
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van onder meer de volgende stukken:
  • een Pro Justitia-rapportage, op 5 maart 2021 opgesteld door drs. J.P.M. van der Leeuw, psycholoog;
  • een Pro Justitia-rapportage, op 10 februari 2021 opgesteld door dr. J. van der Meer, psychiater;
  • een Reclasseringsadvies van GGZ Fivoor TBS Noord, op 22 maart 2021 opgesteld door H. de Jong.
Van der Leeuw en Van der Meer hebben gerapporteerd naar aanleiding van de tenlastelegging van dagvaarding I.
Van der Leeuw heeft in diens Pro Justitia rapportage het volgende naar voren gebracht.
De verdachte lijdt aan een pedofiele stoornis (niet exclusieve type), een andere gespecificeerde parafiele stoornis en een stoornis in alcoholgebruik (licht). Deze stoornissen waren ten tijde van het tenlastegelegde bij de verdachte aanwezig en zijn van invloed geweest op verdachtes gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde.
Gelet hierop adviseert Van der Leeuw om het tenlastegelegde in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
Op basis van het instrument Static-99R schat Van der Leeuw de kans op recidive in op laag tot matig. Van der Leeuw merkt op dat de verdachte zijn seksuele deviantie kennelijk niet erg verontrustend vindt, dat hij om die reden niet of nauwelijks intrinsiek is gemotiveerd voor gedragsverandering en dat daarin een hoger recidiverisico schuilt. Na weging van voornoemde factoren, is volgens Van der Leeuw sprake van een matig recidiverisico.
Een intensieve behandeling is volgens hem aangewezen om het recidiverisico terug te dringen. In eerste instantie kan gedacht worden aan een klinisch traject om het probleembesef te vergroten en de motivatie tot gedragsverandering te stimuleren. Afhankelijk van de ontwikkelingen, kan nadien overgestapt worden op een ambulante vervolgbehandeling. Gelet op het voornoemde, is de inschatting van Van der Leeuw dat de verdachte een behandeling nodig heeft binnen een kader dat redelijk dwingend is om te voorkomen dat de verdachte vroegtijdig afhaakt en onbehandeld weer vrij komt.
Van der Leeuw acht behandeling binnen het kader van een TBS-maatregel met voorwaarden aangewezen vanwege verdachtes ontbrekend probleembesef en het daarmee samenhangende risico dat hij een intensieve behandeling wellicht niet nodig acht.
Van der Meer heeft in diens Pro Justitia rapportage het volgende naar voren gebracht.
De verdachte lijdt aan een psychische stoornis, te weten een pedofiele stoornis en een lichte stoornis in het gebruik van alcohol. Deze stoornissen waren ten tijde van het tenlastegelegde bij de verdachte aanwezig en zijn van invloed geweest op verdachtes gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde. Om die reden wordt geadviseerd om het tenlastegelegde in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
Gezien het huidige matige risico op recidive, is het van belang dat de verdachte niet onbehandeld terugkeert in de maatschappij. Een behandeling in het kader van een voorwaardelijk strafdeel wordt niet geadviseerd omdat dan het risico bestaat dat de verdachte onbehandeld terug zal keren in de maatschappij als de behandeling niet tot stand komt. Gezien het recidiverisico wordt geadviseerd om de behandeling plaats te laten vinden in het kader van de maatregel TBS met voorwaarden, indien het tenlastegelegde bewezen wordt verklaard.
Van der Meer adviseert om de behandeling klinisch te laten aanvangen omdat hij bezorgd is dat de verdachte mogelijk onvoldoende in staat is om tot de noodzakelijke gedragsverandering te komen als hij uitsluitend een ambulante behandeling zal ondergaan. De klinische behandeling kan vervolgens wel ambulant worden voortgezet bij een forensische polikliniek. Het is volgens Van der Meer niet nodig om aan de verdachte de maatregel TBS met dwangverpleging op te leggen omdat de klinische behandeling niet plaats hoeft te vinden in een kliniek met een hoog beveiligingsniveau, er waarschijnlijk geen langdurige klinische behandeling nodig zal zijn en de verdachte heeft aangegeven ook mee te werken aan een gedwongen behandeling.
De reclassering schat in dat het risico op recidive als matig in als de verdachte zonder behandeling terugkeert in de maatschappij en adviseert de rechtbank om de TBS-maatregel met voorwaarden aan de verdachte op te leggen met de in eerdergenoemd reclasseringsadvies genoemde algemene en bijzondere voorwaarden.
De toerekeningsvatbaarheid van de verdachte
De rechtbank kan zich verenigen met de bovenstaande overwegingen en conclusies van de deskundigen en maakt deze tot de hare. Op basis van deze rapportages concludeert de rechtbank dat de verdachte, ten tijde van de bij dagvaarding I bewezenverklaarde feiten, in ieder geval leed aan een pedofiele stoornis en een lichte stoornis in het gebruik van alcohol, dat deze stoornissen bij de verdachte van invloed is geweest op het plegen van deze feiten en dat hij om die reden ten aanzien van deze feiten als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.
De rechtbank overweegt dat in voornoemde Pro Justitia-rapportages de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte ten aanzien van de feiten die staan vermeld op de parallelle dagvaarding niet aan de orde is gekomen. Bij beoordeling van de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte ten aanzien van deze feiten acht de rechtbank het volgende van belang.
(1) Op basis van voornoemde Pro Justitia-rapportages heeft de rechtbank geconcludeerd dat de verdachte, ten tijde van de bij dagvaarding I bewezenverklaarde feiten, leed aan stoornissen, dat deze stoornissen bij de verdachte van invloed zijn geweest op het plegen van deze feiten en dat hij om die reden ten aanzien van die feiten als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd;
(2) De op de parallelle dagvaarding vermelde feiten betreffen soortgelijke zedenfeiten als de bij dagvaarding I bewezenverklaarde zedenfeiten;
(3) De pleegperiodes van de bij de parallelle dagvaarding bewezenverklaarde zedenfeiten overlappen de pleegperiodes van de bij dagvaarding I bewezenverklaarde zedenfeiten.
Gelet op voornoemde feiten, in onderling verband en samenhang bezien, gaat de rechtbank ervan uit dat de verdachte, toen hij de feiten 2, 3 en 4 van de parallelle dagvaarding pleegde, met dezelfde stoornissen had te kampen als toen hij de bij dagvaarding I bewezenverklaarde feiten pleegde en dat deze stoornissen bij de verdachte van invloed zijn geweest op het plegen daarvan. Gelet hierop en op hetgeen de deskundigen eerder hebben overwogen omtrent de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, concludeert de rechtbank dat verdachte ook ten aanzien van feiten 2, 3 en 4 van de parallelle dagvaarding als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.
Het behandelkader
Bij de beantwoording van de vraag of aan de verdachte de TBS-maatregel met voorwaarden dan wel de TBS-maatregel met dwangverpleging moet worden opgelegd, stelt de rechtbank voorop dat een dergelijke maatregel aan de orde is wanneer de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen dit vereist.
De stoornissen van de verdachte en het daaruit voortkomende recidiverisico zijn zodanig dat het ook vanuit veiligheidsoogpunt naar het oordeel van de rechtbank onverantwoord is om de verdachte onbehandeld terug te laten keren in de maatschappij. In het licht hiervan komt de rechtbank tot de conclusie dat de veiligheid van anderen vereist dat aan de verdachte de TBS-maatregel wordt opgelegd.
De officier van justitie van justitie heeft gevorderd dat aan de verdachte, naast een gevangenisstraf, tevens de maatregel TBS met dwangverpleging zal worden opgelegd.
De rechtbank overweegt dat de strafeis van de officier van justitie indruist tegen het advies van de Pro Justitia rapporteurs om aan de verdachte een voorwaardelijke TBS-maatregel op te leggen. Dat de officier van justitie deze maatregel heeft geëist zonder daarover nadere schriftelijke of mondelinge vragen te stellen aan de rapporteurs, acht de rechtbank onbegrijpelijk. Zelfs aan de reclasseringsmedewerker die op de zitting van 1 juni 2021 aanwezig was, heeft zij daarover geen nadere vragen gesteld.
De rechtbank acht dit opmerkelijk omdat TBS met dwangverpleging de zwaarste maatregel binnen het strafrecht is. Om die reden dient door de rechtbank serieus te worden overwogen of met een minder zware maatregel kan worden volstaan, zoals de maatregel TBS met voorwaarden. Gelet op het gedegen onderbouwde advies van de gedragsdeskundigen waarom aan de verdachte deze maatregel zou moeten worden opgelegd en de omstandigheid dat de verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij bereid is om de voorwaarden, zoals vermeld in het reclasseringsadvies van 22 maart 2021, na te leven is de rechtbank van oordeel dat de verdachte de kans moet krijgen om de noodzakelijke behandeling in het kader van een TBS-maatregel met voorwaarden te ondergaan.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de terbeschikkingstelling van de verdachte gelasten met voorwaarden, aangezien de bewezenverklaarde feiten misdrijven betreffen als bedoeld in artikel 37a, eerste lid aanhef en onder sub 2, van het Wetboek van Strafrecht, bij de verdachte tijdens het begaan van voornoemde bewezenverklaarde feiten sprake was van ziekelijke stoornissen van de geestvermogens en de veiligheid van anderen het opleggen van deze maatregel eist.
De duur van de TBS-maatregel (ongemaximeerd)
In de onderhavige zaak legt de rechtbank een TBS-maatregel met voorwaarden aan de verdachte op ter zake van acht zedenfeiten, waarvan in elk geval vijf kunnen worden aangemerkt als een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon. Gelet daarop zal de rechtbank de maatregel ongemaximeerd aan de verdachte opleggen, omdat op dit moment nog niet duidelijk is hoe lang de door de gedragsdeskundigen voorgestelde behandeling van de verdachte zal vergen.
De straf
Gelet op de aard en de ernst van het feiten, de hoeveelheid feiten, de hoeveelheid slachtoffers, de duur en frequentie van het seksuele misbruik van de vijf slachtoffers en de omstandigheden waaronder deze feiten begaan, acht de rechtbank naast de oplegging van de TBS-maatregel met voorwaarden een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaren passend en geboden.

7.De vordering van de benadeelde partij

7.1
De inhoud van de vorderingen
[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 12.396,48, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 2.396,48 aan materiële schade en € 10.000,00 aan immateriële schade.
[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert immateriële schadevergoeding van € 10.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer 3] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 21.062,50, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 11.062,50 aan materiële schade en € 10.000,00 aan immateriële schade.
[slachtoffer 4] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert schadevergoeding van € 20.014,04, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 14,04 aan materiële schade en € 20.000,00 aan immateriële schade.
[slachtoffer 5] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 10.385,00, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 385,00 aan materiële schade en € 10.000,00 aan immateriële schade.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot:
  • toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] , tot een bedrag van € 12.396,48, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
  • toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] , tot een bedrag van € 10.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
  • toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] , tot een bedrag van € 21.062,50, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
  • toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] , tot een bedrag van € 20.014,04, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
  • toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] , tot een bedrag van € 10.385,00, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de vorderingen van de benadeelde partijen, op de vordering van [slachtoffer 4] na.
Ten aanzien van de laatstgenoemde vordering heeft de raadsman aangevoerd dat de materiële kosten (reiskosten) proceskosten betreffen die niet toewijsbaar zijn omdat de benadeelde partij op beide zittingen is bijgestaan door een advocaat en dat, met betrekking tot de immateriële schade, aansluiting dient te worden gezocht bij het bedrag dat de rechtbank toe zal wijzen aan immateriële schade met betrekking tot de andere vorderingen.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
7.4.1
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 1]
De vordering, is door en namens de verdachte niet betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het onder 1 van dagvaarding I bewezenverklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de vordering geheel toewijzen tot een bedrag van € 12.396,48, bestaande uit € 2.396,48 aan materiële schade en € 10.000,00 aan immateriële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 31 oktober 2015, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Nu de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het onder 1 van dagvaarding I bewezenverklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 12.396,48,
vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 31 oktober 2015 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer 1] .
7.4.2
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 2]
De vordering, is door en namens de verdachte niet betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het onder 2 subsidiair van dagvaarding I bewezenverklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de vordering geheel toewijzen tot een bedrag van € 10.000,00, bestaande uit immateriële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 31 oktober 2019, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Nu de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het onder 2 subsidiair van dagvaarding I bewezenverklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 10.000,00,
vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 31 oktober 2019 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer 2] .
7.4.3
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 3]
De vordering, is door en namens de verdachte niet betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het onder 3 primair van dagvaarding I bewezenverklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag.
Gelet op het voorgaande zal de vordering geheel toewijzen tot een bedrag van € 21.062,50, bestaande uit € 11.062,50 aan materiële schade en € 10.000,00 aan immateriële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 17 augustus 2013, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Nu de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het onder 3 primair van dagvaarding I bewezenverklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 21.062,50,
vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 17 augustus 2013 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer 3] .
7.4.4
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 4]
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de post reiskosten (ad
€ 14.04), de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien dit deel van de vordering naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende is onderbouwd.
De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van dit deel van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks immateriële schade heeft geleden door de onder 5, 6 en 7 van dagvaarding I bewezenverklaarde feiten. Gelet op hetgeen namens de benadeelde partij ter toelichting op deze schadepost is aangevoerd en het bedrag dat de rechtbank aan de andere zedenslachtoffers heeft toegewezen ten aanzien van de door hen geleden immateriële schade, zal de rechtbank de door [slachtoffer 4] geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op € 10.000,00.
De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van immateriële schade voor het overige niet-ontvankelijk verklaren. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van dit deel van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de vordering toewijzen tot een bedrag van
€ 10.000,00 en de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 5 mei 2018, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het onder 5, 6 en 7 van dagvaarding I bewezenverklaarde strafbare feiten worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door deze feiten aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 10.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 5 mei 2018 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer 4] .
7.4.5
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 5]
De vordering, is door en namens de verdachte niet betwist en namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het onder 2, 3 en 4 van de parallelle dagvaarding bewezenverklaarde feiten, ter grootte van het gevorderde bedrag.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de vordering geheel toewijzen tot een bedrag van € 10.385,00 bestaande uit € 385,00 aan materiële schade en € 10.000,00 aan immateriële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 12 juli 2019, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Nu de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het onder 2, 3 en 4 van de parallelle dagvaarding bewezenverklaarde strafbare feiten worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door deze feiten aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 10.385,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 12 juli 2019 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer 5] .

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregelen zijn gegrond op de artikelen:
36f, 37a, 38, 38a, 55, 57, 240b, 245, 247, 248 en 248a van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het de bij dagvaarding I met parketnummer: 09/249598-20 onder feit 2 primair, 4, 8 en 9 tenlastegelegde feiten en het bij de parallelle dagvaarding met parketnummer: 09/110755-21 onder 1 tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding I met parketnummer: 09/249598-20 onder 1 primair, 2 subsidiair, 3 primair, 5, 6 en 7 tenlastegelegde feiten en de bij parallelle dagvaarding met parketnummer: 09/110755-21 onder 2, 3 en 4 tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.6 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1 primair (dagvaarding I):
met iemand die de leeftijd van twaalf jaar maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
ten aanzien van feit 2 subsidiair (dagvaarding I):
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feiten 3 primair (dagvaarding I) en 2 (parallelle dagvaarding):
telkens: met iemand die de leeftijd van twaalf jaar maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feiten 5 en 6 (dagvaarding I):
de eendaadse samenloop van met iemand die de leeftijd van twaalf jaar maar nog niet die van zestien jaar heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd en
met iemand die de leeftijd van twaalf jaar maar nog niet die van zestien jaar heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 7 (dagvaarding I) en feit 4 (parallelle dagvaarding):
telkens: een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 3 (parallelle dagvaarding):
door giften en/of beloften van geld, een persoon waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen, ontuchtige handelingen te plegen en ontuchtige handelingen van hem te dulden, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
gelast de
terbeschikkingstelling van de verdachte;
bepaalt dat die maatregel niet zal worden tenuitvoergelegd, onder de volgende voorwaarden:
1. De veroordeelde houdt zich aan de voorschriften en aanwijzingen die zijn en worden gegeven door de reclassering, verleent zijn medewerking aan huisbezoeken door de reclassering en meldt zich bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
2. De veroordeelde verblijft in een Forensische Psychiatrische Kliniek, ook als dit overbruggingszorg inhoudt, houdt zich aan de in deze instelling geldende huis- en leefregels en voorwaarden die door deze instelling aan hem worden gesteld en stelt zich begeleidbaar op, ook als dit inhoudt de inname van voorgeschreven medicatie;
3. De veroordeelde conformeert zich, na afloop van de klinische behandeling, aan een ambulante behandeling bij een door de reclassering geïndiceerde instelling, ook als dit inhoudt de inname van voorgeschreven medicatie;
4. De veroordeelde verandert niet van verblijfplaats zonder overleg met zijn behandelaren en de reclassering;
5. De veroordeelde zet zich actief in voor het vinden en behouden van een dagbesteding;
6. De veroordeelde is open over zijn netwerk en maakt er geen bezwaar tegen als de personen met wie hij omgang heeft op gepaste en discrete wijze door de reclassering worden gescreend;
7. De veroordeelde onthoudt zich van het gebruik van alcohol en drugs en verplicht zich ten behoeve van de naleving van deze verboden om mee te werken aan bloedonderzoek of urineonderzoek;
8. De veroordeelde geeft inzicht in zijn financiën als daar om gevraagd wordt;
9. De veroordeelde zorgt ervoor dat hij altijd bereikbaar is voor zijn begeleiders en zijn behandelaren;
10. De veroordeelde pleegt geen strafbare feiten;
11. De veroordeelde neemt op geen enkele wijze contact op met de slachtoffers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] , tenzij dit verloopt via Perspectief Herstelbemiddeling;
12. De veroordeelde onthoudt zich van het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen en werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek, terwijl het daarop uitgeoefende toezicht mede kan bestaan uit controles van zijn computer(s) en andere apparatuur. De veroordeelde is tijdens de gesprekken met de reclassering open over hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen;
13. De veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen, terwijl het daarop uitgeoefende toezicht mede kan bestaan uit controles van zijn computer(s) en andere apparatuur waarop afbeeldingen (kunnen) worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De veroordeelde is tijdens de gesprekken met de reclassering open over hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen;
14. De veroordeelde geeft toestemming aan de reclassering voor het opvragen en uitwisselen van informatie van alle instellingen die zij relevant acht en die van belang zijn voor een goede begeleiding en behandeling van de veroordeelde;
15. De veroordeelde verleent zijn medewerking aan het maken van een digitale foto ten behoeve van zijn dossier;
16. De veroordeelde verleent zijn medewerking ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
17. De veroordeelde geeft toestemming aan de reclassering en zijn begeleiders om, indien sprake is van ongeoorloofde afwezigheid van de veroordeelde, calamiteiten of niet naleving van bovengenoemde voorwaarden door de veroordeelde, deze informatie te melden aan alle betrokken partijen;
18. De veroordeelde werkt, indien de reclassering dit nodig acht, mee aan een crisisplaatsing voor de duur van maximaal 14 weken per kalenderjaar in een door IFZ geïndiceerde kliniek;
19. De veroordeelde zal zich niet buiten (de Europese landsgrenzen van) Nederland begeven zonder toestemming van het Openbaar Ministerie.
geeft GGZ Reclassering Fivoor opdracht de verdachte bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen;
de vordering van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en
[slachtoffer 5]
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] geheel toe en de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan:
  • [slachtoffer 1] een bedrag van € 12.396,48, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 31 oktober 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening;
  • [slachtoffer 2] een bedrag van € 10.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 31 oktober 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
  • [slachtoffer 3] een bedrag van € 21.062,50, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 17 augustus 2013 tot aan de dag van de algehele voldoening;
  • [slachtoffer 4] een bedrag van € 10.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 5 mei 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;
  • [slachtoffer 5] een bedrag van € 10.385,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 12 juli 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 4] voor het overige, niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 12.396,48, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 31 oktober 2015 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer 1] ;
€ 10.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 31 oktober 2019 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer 2] ;
€ 21.062,50 , vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 17 augustus 2013 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer 3] ;
€ 10.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 5 mei 2018 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer 4] ;
€ 10.385,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 12 juli 2019 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer 5] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 73 (drieënzeventig) dagen, respectievelijk 73 (drieënzeventig) dagen, respectievelijk 73 (drieënzeventig) dagen, respectievelijk 73 (drieënzeventig) dagen en respectievelijk 73 (drieënzeventig) dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partijen de betalingsverplichtingen aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen in zoverre doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.M. Gruschke, voorzitter,
mr. Chr.A.J.F.M. Hensen, rechter,
mr. J.J. Arts, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. J.M.Th. Boeter, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 juni 2021.
Bijlage A
Tekst tenlasteleggingen
Ten aanzien van de zaak met parketnummer: 09/249595-20
1
hij in of of omstreeks de periode van 1 oktober 2015 tot en met 31 oktober 2015, althans de periode van 1 oktober 2016 tot en met 31 oktober 2016 te Bottrop, althans in Duitsland, met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2002, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte (meermalen)
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht en/of gehouden en/of
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en/of
- de penis van die [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, mond geduwd/gebracht en/of gehouden en/of
- die [slachtoffer 1] afgetrokken en/of de penis van die [slachtoffer 1] betast en/of
- de tepels van die [slachtoffer 1] vastgepakt en/of in de tepels van die [slachtoffer 1] geknepen en/of
- zichzelf afgetrokken en/of zijn, verdachtes, penis betast in het bijzijn van die [slachtoffer 1] en/of
- de borst en/of de buik en/of de navel, althans het lichaam, van die [slachtoffer 1] gekust en/of
- de ballen/balzak van die [slachtoffer 1] betast,
terwijl die [slachtoffer 1] aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid was
toevertrouwd;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2016 tot en met 31 oktober 2016 te Bottrop, althans in Duitsland, met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2002, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, hebbende verdachte
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en/of
- de penis van die [slachtoffer 1] in zijn, verdachtes, mond geduwd/gebracht en/of gehouden en/of
- die [slachtoffer 1] afgetrokken en/of de penis van die [slachtoffer 1] betast en/of
- de tepels van die [slachtoffer 1] vastgepakt en/of in de tepels van die [slachtoffer 1]
geknepen en/of
- zichzelf afgetrokken en/of zijn, verdachtes, penis betast in het bijzijn van die [slachtoffer 1] en/of
- de borst en/of de buik en/of de navel, althans het lichaam, van die [slachtoffer 1] gekust en/of
- de ballen/balzak van die [slachtoffer 1] betast,
terwijl die [slachtoffer 1] aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid was
toevertrouwd;
2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 juli 2019 tot en met 31 oktober 2019 te Bottrop, althans in Duitsland en/of in Wassenaar, althans in Nederland
met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2008, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede
bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , hebbende verdachte (meermalen)
- de hand van die [slachtoffer 2] op zijn, verdachtes, (ontblote) penis gelegd en/of
- zichzelf afgetrokken en/of zijn, verdachtes, penis betast in het bijzijn van die [slachtoffer 2] en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 2] geduwd/gebracht en/of gehouden en/of
- de (blote) billen van die [slachtoffer 2] betast en/of aangeraakt en/of
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer 2] en/of
- die [slachtoffer 2] afgetrokken en/of de penis van die [slachtoffer 2] betast,
zulks terwijl die [slachtoffer 2] aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstip(pen) in omstreeks de periode van 22 juli 2019 tot en met 31 oktober 2019 te Bottrop, althans in Duitsland en/of in Wassenaar, althans in Nederland,
met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2008, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, hebbende verdachte (meermalen)
- de hand van die [slachtoffer 2] op zijn, verdachtes, (ontblote) penis gelegd en/of
- zichzelf afgetrokken en/of zijn, verdachtes, penis betast in het bijzijn van die [slachtoffer 2] en/of
- de (blote) billen van die [slachtoffer 2] betast en/of aangeraakt en/of
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer 2] en/of
- die [slachtoffer 2] afgetrokken en/of de penis van die [slachtoffer 2] betast,
zulks terwijl die [slachtoffer 2] aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid
was toevertrouwd;
3
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 augustus 2011 tot en met 17 augustus 2013 te Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand en/of Wassenaar, althans in Nederland, met [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 4] 1997, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3] , te weten het (een of meermalen):
- duwen en/of brengen en/of (vervolgens) heen en weer bewegen en/of houden van zijn, verdachtes, penis en/of vingers in de anus en/of tussen de billen van die [slachtoffer 3] en/of
- zich (doen) laten aftrekken en/of betasten van de penis door die [slachtoffer 3] en/of
- aftrekken van die [slachtoffer 3] en/of
- met zijn, verdachtes, handen betasten van de billen en/of anus en/of penis van die [slachtoffer 3] ,
terwijl die [slachtoffer 3] aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 augustus 2011 tot en met 17 augustus 2013 te Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand en/of Wassenaar, althans in Nederland, met [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 4] 1997, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, te weten het (een of meermalen):
- zich (doen) laten aftrekken en/of betasten van de penis door die [verdachte] en/of
- aftrekken van die [verdachte] en/of
- met zijn, verdachtes, handen betasten van de billen en/of anus en/of penis van die [verdachte] ,
terwijl die [verdachte] aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd;
4
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 5 mei 2014 te Wassenaar en/of Zoetermeer, althans in Nederland met [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2002, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4] ,
te weten het (een of meermalen):
- duwen en/of brengen en/of (vervolgens) heen en weer bewegen en/of houden van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 4] en/of
- duwen en/of brengen en/of (vervolgens) heen en weer bewegen en/of houden van die [slachtoffer 4] penis in zijn, verdachtes, mond en/of
- zich (doen) laten aftrekken en/of betasten van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 4] en/of
- aftrekken en/of het betasten van de penis van die [slachtoffer 4] en/of
- zichzelf aftrekken en/of betasten van zijn, verdachtes, penis in het bijzijn van die [slachtoffer 4] en/of
- laten masturberen van die [slachtoffer 4] , althans het die [slachtoffer 4] laten betasten van zijn, [slachtoffer 4] , penis in het bijzijn van verdachte;
5
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 mei 2014 tot en met 5 mei 2018 te Wassenaar en/of Zoetermeer, althans in Nederland, [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2002, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of
mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4] ,
te weten het (een of meermalen):
- duwen en/of brengen en/of (vervolgens) heen en weer bewegen en/of houden
van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 4] en/of
- duwen en/of brengen en/of (vervolgens) heen en weer bewegen en/of houden
van die [slachtoffer 4] penis in zijn, verdachtes, mond en/of
- zich (doen) laten aftrekken en/of betasten van zijn, verdachtes, penis door die
[slachtoffer 4] en/of
- aftrekken en/of het betasten van de penis van die [slachtoffer 4] en/of
- zichzelf aftrekken en/of betasten van zijn, verdachtes, penis in het bijzijn van die
[slachtoffer 4] en/of
- laten masturberen van die [slachtoffer 4] , althans het die [slachtoffer 4]
laten betasten van zijn, [slachtoffer 4] , penis in het bijzijn van verdachte;
6
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 5 mei 2018 te Wassenaar en/of Zoetermeer, althans in Nederland met [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2002, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het (een of meermalen):
- zich (doen) laten aftrekken en/of betasten van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 4] en/of
- aftrekken en/of het betasten van de penis van die [slachtoffer 4] en/of
- zichzelf aftrekken en/of betasten van zijn, verdachtes, penis in het bijzijn van die [slachtoffer 4] en/of
- laten masturberen van die [slachtoffer 4] , althans het die [slachtoffer 4]
laten betasten van zijn, [slachtoffer 4] , penis in het bijzijn van verdachte;
7
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 5 oktober 2020 te Wassenaar, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, telkens
- ( een) afbeelding(en) (te weten foto’s en/of video’s) en/of
- ( een) gegevensdrager(s) (te weten een of meer computers), bevattende afbeelding(en)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2002, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad, welke seksuele gedraging - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 4] ,
althans van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
door een (ander) persoon ( [naam bestand] , p. 412)
en/of
het masturberen van/door die [slachtoffer 4] , althans het door die [slachtoffer 4]
met de hand(en) betasten van zijn, [slachtoffer 4] , penis terwijl die
[slachtoffer 4] kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [naam bestand] , p. 413)
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
8
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 5 oktober 2020 te Wassenaar, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, telkens
- ( een) afbeelding(en) (te weten foto’s en/of video’s) en/of
- ( een) gegevensdrager(s) (te weten een of meer computers), bevattende afbeelding(en) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verspreid, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een penis oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een penis oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [naam bestand]
)
en/of
het met de/een hand(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
had bereikt
( [naam bestand] , p. 412)
en/of
het masturberen en/of het zichzelf met de vinger(s) anaal penetreren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [naam bestand] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [naam bestand] )
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
9
hij op of omstreeks 5 oktober 2020 te Wassenaar, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, telkens
- ( een) afbeelding(en) (te weten foto’s en/of video’s) en/of
- ( een) gegevensdrager(s) (te weten een of meer computers), bevattende afbeelding(en)
van (een) ontuchtige handeling(en) waarbij een mens en (een) dier(en) is/zijn betrokken, heeft verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke ontuchtige handelingen –zakelijk weergegeven- bestonden uit:
het door een persoon met de/een penis oraal penetreren van een dier
( [naam bestand] )
en/of
het door een dier oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van
een persoon
( [naam bestand] ).
Ten aanzien van de zaak met parketnummer: 09/249598-20
1
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 22 augustus 2014 te Wassenaar, althans in Nederland met [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 5] 2002, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 5] , hebbende verdachte (meermalen)
- zijn, verdachtes, hand op de (ontblote) penis van die [slachtoffer 5] gelegd en/of de (ontblote) penis van die [slachtoffer 5] betast en/of
- die [slachtoffer 5] afgetrokken en/of
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer 5] en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 5] geduwd/gebracht en/of gehouden en/of
- zich laten pijpen door die [slachtoffer 5] en/of
- zich anaal laten penetreren door de penis van die [slachtoffer 5] ;
2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 augustus 2014 tot en met 22 augustus 2018 te Wassenaar, althans in Nederland met [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 5] 2002, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 5] , hebbende verdachte (meermalen)
- zijn, verdachtes, hand op de (ontblote) penis van die [slachtoffer 5] gelegd en/of de (ontblote) penis van die [slachtoffer 5] betast en/of
- die [slachtoffer 5] afgetrokken en/of
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer 5] en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 5] geduwd/gebracht en/of gehouden en/of
- zich laten pijpen door die [slachtoffer 5] en/of
- zich anaal laten penetreren door de penis van die [slachtoffer 5] ;
3
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 augustus 2018 tot en met 22 augustus 2020 te Wassenaar, althans in Nederland, door giften en/of beloften van geld of goed en/of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding, te weten door het aanbieden/beloven van enig geldbedrag, [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 5] 2002, van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, (meermalen) opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handelingen (met verdachte) te plegen en/of te dulden, te weten
- het betasten/aanraken van de (ontblote) penis van die [slachtoffer 5] en/of
- het aftrekken van die [slachtoffer 5] en/of
- zich laten betasten en/of aftrekken door die [slachtoffer 5] en/of
- zich laten pijpen door die [slachtoffer 5] en/of
- zich anaal laten penetreren door de penis van die [slachtoffer 5] en/of
- het laten betasten van zijn, verdachtes, bil door die [slachtoffer 5] terwijl deze naakt achter hem zat;
( art 248a Wetboek van Strafrecht )
4
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 22 augustus 2020 te Wassenaar, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens
- (een) afbeelding(en) (te weten foto’s en/of video’s) en/of
- (een) gegevensdrager(s) (te weten een of meer computers), bevattende
afbeelding(en) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 5] 2002, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad,
welke seksuele gedraging – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het volledig naakt op zijn, verdachtes, knieën zitten voor die naakte [slachtoffer 5] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt door een (ander) persoon, terwijl die [slachtoffer 5] , althans die persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, zijn rechterhand op de ontblote rechterbil van verdachte, althans een persoon, hield
(foto 1, p. 567)
en/of
het met de penis anaal penetreren van verdachte, althans een persoon, door die
, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(foto 2, p. 567)
en/of
het naakt liggend op bed laten betasten/vastpakken van de penis van verdachte, althans een persoon, door die [slachtoffer 5] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, terwijl het hoofd van verdachte, althans een persoon, onder de ontblote penis en/of anus van die [slachtoffer 5] lag/hing (foto 3, p. 567)
en/of
het pijpen van verdachte, althans een persoon, door die [slachtoffer 5] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (foto 4, p.567)
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL Onyx/DHRBC20016, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd p. 1 t/m 725).
2.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] , p. 16 t/m 22.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] d.d. 26 mei 2021, ongenummerd.
4.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam moeder slachtoffers 1 en 2] , p. 82, 85 en 86.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam vader slachtoffers 1 en 2] , p. 98, 100, 101 en 103.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 197, 201, 227, 228, 230, 232, 234 en 238 t/m 242.
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 178 t/m 181.
8.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] , p. 37 t/m 42, 44, 51 en 52.
9.Proces-verbaal bevindingen informatief gesprek zeden, p. 8 en 9.
10.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam vader slachtoffers 1 en 2] , p. 98, 102 en 104.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 105.
12.Verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 1 juni 2021.
13.Verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 1 juni 2021.
14.Proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 3] , p. 262 t/m 270.
15.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam moeder slachtoffer 3] , p. 449 t/m 452.
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 371.
17.Verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 1 juni 2021.
18.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 371.
19.Proces-verbaal van binnentreden in woning, p. 122 en 123.
20.Proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal, met bijlagen, p. 397 t/m 401, 412 en 413.
21.Proces-verbaal aangifte van [naam vader slachtoffer 4] , met bijlagen, p. 419, 421 en 422.
22.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 488 en 489.
23.Proces-verbaal van bevindingen (studioverhoor van [slachtoffer 5] ), p. 706, 707 en 709 t/m 718.
24.Proces-verbaal van verhoor aangever [naam moeder slachtoffer 5] , p. 724.
25.Proces-verbaal van binnentreden in woning, p. 122 en 123.
26.Proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal, met bijlagen, p. 397 t/m 402.
27.Proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, p. 534 t/m 537.
28.Proces-verbaal van verhoor getuige (verhoor getuigen [naam vader slachtoffer 4] en [naam broer slachtoffer 4] ), met bijlagen, p. 524 t/m 528.
29.Proces-verbaal van bevindingen (TBKK), p. 567 en 568.
30.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 481, 482, 483, 488 en 489.
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 105.
32.Verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 1 juni 2021.
33.Verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 1 juni 2021.