Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
“de inschrijver, in zijn hoedanigheid als hoofd- of onderaannemer of één van de deelnemers aan de combinatie, beschikt over een reseller-overeenkomst met de Fabrikant(en) waaruit blijkt dat deze gedurende de looptijd van de Overeenkomst inclusief de verlengingsopties het gevraagde Onderhoud, Support, de Productspecifieke diensten en opleidingen en indien gebruik gemaakt wordt van paragraaf 2.5 de gevraagde Nadere Leveringen kan leveren waarvoor deze inschrijft. Op het eerste verzoek dient de winnende Inschrijver het gevraagde bewijs hiertoe te verstrekken.”
“De Inschrijving die voldoet aan de gunningseisen en de Laagste Prijs heeft wordt gekenmerkt als Economisch Meest Voordelige Inschrijving. Indien in voornoemde situatie de Laagste Prijs gelijk is, dan vindt een loting tussen de betreffende Inschrijvers plaats bij een notaris.”
“In het verlengde daarvan ziet de Belastingdienst aanleiding een nieuwe loting te verrichten. Op basis van de reeds verrichte loting wordt Protinus immers eerst als nieuwe winnaar aangemerkt als de winnende inschrijver niet door de in paragraaf 5.7.4 (aanleveren bewijsstukken na het gunningsbesluit) en 5.8 (uitsluitingsgronden) van het Beschrijvend document beschreven fase komt. Daarvan is thans geen sprake”