ECLI:NL:RBDHA:2021:5923

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 juni 2021
Publicatiedatum
10 juni 2021
Zaaknummer
NL21.7390
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheidsbeginsel Roemenië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 juni 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het bestuursrecht, specifiek het vreemdelingenrecht. Verzoekster, wiens naam niet is vermeld, heeft een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen. De staatssecretaris heeft in zijn besluit van 12 mei 2021 aangegeven dat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, waardoor de aanvraag niet in behandeling is genomen. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 28 mei 2021 in Middelburg, waar verzoekster aanwezig was met haar gemachtigde, mr. C.H.H.P.M. Kelderman, en een tolk, A. Nieuwland. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. H.E. Visscher. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, samen met een andere zaak (NL21.7389) die op dezelfde datum is behandeld.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. A.E. Paulus, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.7390

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster

v-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. H.E. Visscher),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C.H.H.P.M. Kelderman).

Procesverloop

Bij besluit van 12 mei 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster niet in behandeling genomen, omdat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL21.7389, plaatsgevonden op 28 mei 2021. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Nieuwland. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.7389, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.E. Paulus, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.