Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij, op één of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2019 tot en met 21 april 2020 te Barendrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer andere(n), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt 390.000 pillen bevattende MDMA, althans een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij, op één of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2019 tot en met 21 april 2020 te Barendrecht, althans in Nederland tezamen en in vereniging met één of meer andere(n), althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, en/of vervaardigen van XTC en/of amfetamine, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen:
en/of
-(meermalen) voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte, en/of diens mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft hij/hebben zij (telkens) diverse voorwerpen voorhanden gehad waaronder:
- een tabletteermachine, en/of
- RVS ketels, en/of
-roermechanismen voor ketels, en/of
- betonmolens, en/of
- een grote hoeveelheid cellulose, zijnde cellulose een stof bestemd/geschikt voor het bereiden, bewerken, verwerken van onder meer amfetamine en/of XTC, terwijl amfetamine en/of XTC vermeld staan op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
3.De bewijsbeslissing
1 oktober 2019 tot en met 21 april 2020 schuldig heeft gemaakt aan – kort gezegd – (het medeplegen van) het bereiden en/of bewerken van 390.000 pillen bevattende MDMA (feit 1) en (het medeplegen van) voorbereidingshandelingen voor de productie van harddrugs (feit 2).
in de periode van
11 november2019 tot en met 21 april 2020 te Barendrecht, tezamen en in vereniging met een ander, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, en/of vervaardigen van
MDMAvoor te bereiden en/of te bevorderen:
en
-meermalen voorwerpen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte, en diens mededader wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers hebben zij diverse voorwerpen voorhanden gehad waaronder:
- RVS ketels, en
-roermechanisme voor ketels.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De toepasselijke wetsartikelen
8.De beslissing
18 (achttien) MAANDEN.