ECLI:NL:RBDHA:2021:5875

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juni 2021
Publicatiedatum
9 juni 2021
Zaaknummer
09/767156-20
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor medeplegen van het bereiden van MDMA en veroordeling voor voorbereidingshandelingen met betrekking tot harddrugs

Op 8 juni 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren op 11 april 1955, die werd beschuldigd van het medeplegen van het bereiden van 390.000 pillen bevattende MDMA en voorbereidingshandelingen voor de productie van harddrugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat er bij een doorzoeking op 22 april 2020 in Barendrecht een grote hoeveelheid MDMA-pillen en productiemiddelen zijn aangetroffen. De officier van justitie vorderde bewezenverklaring van beide feiten, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte wegens gebrek aan bewijs.

De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te verbinden aan het bereiden van de pillen (feit 1) en sprak hem vrij van deze beschuldiging. Echter, voor feit 2, de voorbereidingshandelingen, concludeerde de rechtbank dat de verdachte samen met medeverdachten betrokken was bij het voorhanden hebben van RVS ketels en andere middelen die bestemd waren voor de productie van harddrugs. De rechtbank achtte dit wettig en overtuigend bewezen.

De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, wat aanzienlijk lager was dan de eis van de officier van justitie, die 6 jaar had gevorderd. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die geen strafblad had op het gebied van de Opiumwet. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/767156-20
Datum uitspraak: 8 juni 2021
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1955 te [geboorteplaats] ,
op dit moment zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 25 mei 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. B. de Jonge en van hetgeen door de raadsman mr. G.S.J. van Gestel naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van 25 mei 2021 – ten laste gelegd dat:
1.
hij, op één of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2019 tot en met 21 april 2020 te Barendrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer andere(n), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt 390.000 pillen bevattende MDMA, althans een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij, op één of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2019 tot en met 21 april 2020 te Barendrecht, althans in Nederland tezamen en in vereniging met één of meer andere(n), althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, en/of vervaardigen van XTC en/of amfetamine, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen:
-(meermalen) een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen te verschaffen, immers heeft hij, verdachte, en/of diens mededader(s), [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] getracht te bewegen tot het ter beschikking stellen van een loods en/of (een) ketel(s) en/of kleurmiddelen en/of bindmiddelen die bestemd
en/of
-(meermalen) voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte, en/of diens mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft hij/hebben zij (telkens) diverse voorwerpen voorhanden gehad waaronder:
- een tabletteermachine, en/of
- RVS ketels, en/of
-roermechanismen voor ketels, en/of
- betonmolens, en/of
- een grote hoeveelheid cellulose, zijnde cellulose een stof bestemd/geschikt voor het bereiden, bewerken, verwerken van onder meer amfetamine en/of XTC, terwijl amfetamine en/of XTC vermeld staan op de bij de Opiumwet behorende lijst I.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Inleiding
Op 22 april 2020 vond een doorzoeking plaats op het perceel [adres 1] te Barendrecht. Bij deze doorzoeking heeft de politie onder meer 390.000 (vermoedelijk) XTC pillen, een tabletteermachine, RVS ketels, een roermechanisme, betonmolens en een hoeveelheid cellulose in beslag genomen.
De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of de verdachte zich in de periode van
1 oktober 2019 tot en met 21 april 2020 schuldig heeft gemaakt aan – kort gezegd – (het medeplegen van) het bereiden en/of bewerken van 390.000 pillen bevattende MDMA (feit 1) en (het medeplegen van) voorbereidingshandelingen voor de productie van harddrugs (feit 2).
3.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde. Op specifieke standpunten zal de rechtbank hierna, waar relevant, nader in gaan.
3.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs voor betrokkenheid van de verdachte bij de ten laste gelegde feiten.
Op specifieke standpunten wordt hierna – voor zover relevant – nader ingegaan
3.4.
Vrijspraak
Feit 1
Op 22 april 2020 werden bij de doorzoeking van de loods gelegen op het perceel [adres 1] te Barendrecht 390.000 pillen aangetroffen die positief zijn getest op aanwezigheid van MDMA. De Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO) heeft aan de hand van de ter plaatse inbeslaggenomen goederen (onder andere een tabletteermachine, een industriële mengmachine, waarvan de mengkuip was vervuild met resten groen poeder, betonmolens die vervuild waren met resten groen poeder, matrijzen, stempels, emmers met kleurstoffen en een hoeveelheid cellulose) geconcludeerd dat in de loods, meer in het bijzonder in de afgesloten werkruimte, op zeer grote schaal verdovende middelen zijn vervaardigd. Uit het dossier blijkt dat de verdachte in de tenlastegelegde periode meerdere malen in de loods is geweest.
[medeverdachte 1] (de eigenaar van de loods en het daarin gevestigde bedrijf [bedrijf] ) en diens vader [medeverdachte 2] hebben verklaard dat de verdachte hen heeft verzocht om RVS ketels op te slaan dan wel aan te passen, maar zij hebben niet verklaard over enige concrete betrokkenheid van de verdachte bij de productie van harddrugs in de loods. In de afgesloten werkruimte zijn gelaatsmaskers aangetroffen. Op één van de gelaatsmaskers zat het DNA van [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ). Het DNA op het andere gelaatsmasker heeft geen match opgeleverd. Hoewel het dossier aanwijzingen bevat voor de betrokkenheid van de verdachte bij de productie van harddrugs in de loods,
concludeert de rechtbank dat er geen bewijs voorhanden is dat de verdachte direct in verband brengt met het in de loods bewerken /verwerken van pillen bevattende MDMA. Bij die stand van zaken zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van het onder 1 tenlastegelegde.
3.5.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in bijlage I opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
3.6.
Bewijsoverwegingen
Bewijsoverwegingen feit 2
Op grond van de in bijlage I genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat in de loods aan de [adres 1] te Barendrecht twee gemodificeerde RVS reactieketels en een motorsteun met rvs roerwerk zijn aangetroffen. Er lagen rvs pijpjes ten behoeve van een koelbuis op de werkbank, terwijl ook rvs koelbuizen ten behoeve van gemodificeerde reactieketels zijn aangetroffen. De LFO heeft geconcludeerd dat in de loods productiemiddelen (ketels) zijn gemaakt en gemodificeerd die gebruikt worden voor de productie van harddrugs. Hoewel de betreffende ketels niet voor de productie van harddrugs zijn gebruikt, is in de loods daadwerkelijk een grote hoeveelheid pillen bevattende MDMA aangetroffen alsmede goederen en chemicaliën, waaronder kleurstoffen, voor de vervaardiging van die pillen.
Over de in de loods aangetroffen ketels heeft [medeverdachte 2] verklaard dat hij daar met [medeverdachte 1] aanpassingen aan heeft verricht, eveneens op verzoek van de verdachte en [medeverdachte 3] . Ook [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij ketels heeft aangepast en opgeslagen op verzoek van de verdachte (die hij ook wel ‘ [verdachte] ’ noemt). De verklaringen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] vinden steun in het dossier. In de auto van en in gebruik bij [medeverdachte 2] , zijn onder de bestuurdersstoel tekeningen in een notitieblok aangetroffen met aanwijzingen voor het modificeren van ketels. [medeverdachte 2] heeft over de tekening en de aantekeningen verklaard dat hij de notities heeft gemaakt op verzoek van de verdachte (die hij ook wel ‘ [verdachte] ’ noemt) en [medeverdachte 3] .
Verder staat in een WhatsApp gesprek van 10 april 2020 tussen [medeverdachte 2] en de verdachte, dat in de telefoon van [medeverdachte 2] is aangetroffen, dat de verdachte [medeverdachte 2] adviseert wat hij moet zeggen over een tekening. Er zijn dactysporen aangetroffen, te weten een vingerafdruk van [medeverdachte 2] en een vingerafdruk van [medeverdachte 3] aangetroffen op de tekening in de auto van [medeverdachte 2] . De verdachte is tot slot in de tenlastegelegde periode meerdere malen in de loods geweest waarbij hij in ieder geval eenmaal geobserveerd is in een Opel combo met [medeverdachte 3] , wiens DNA is aangetroffen op een gelaatsmasker dat zich bevond in de werkruimte in de loods.
De rechtbank is van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en [medeverdachte 3] is komen vast te staan.
Nu de verklaringen van de heren [naam 1] steun vinden in onafhankelijke bewijsmiddelen, zij terwijl zij zich nog in beperkingen bevonden overeenkomstig hebben verklaard en zij zichzelf ook deels belasten met hun verklaringen, acht de rechtbank de verklaringen betrouwbaar en zullen ze worden gebezigd voor het bewijs. De rechtbank gaat zodoende voorbij aan het door de verdediging gevoerde verweer dat de verklaringen als onbetrouwbaar terzijde dienen te worden geschoven.
Uit het voorgaande volgt dat de verdachte wist dat de RVS ketels en de kleurstof en de loods bestemd waren tot het plegen van een in artikel 10 lid 4 van de Opiumwet gegeven verbod.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de verdachte samen met [medeverdachte 3] de heren [naam 1] heeft getracht te bewegen tot het ter beschikking stellen van de loods van [bedrijf] voor de opslag van ketels en kleurstoffen. Immers blijkt uit de verklaringen van beide heren dat zij in opdracht van de verdachte en [medeverdachte 3] ketels hebben opgeslagen in de loods en kleurstof hebben besteld. Om die reden acht de rechtbank voorts wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met [medeverdachte 3] rvs ketels en een roermechanisme voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat deze bestemd waren tot het plegen van een in artikel 10 lid 4 van de Opiumwet gegeven verbod.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte al vanaf 1 oktober 2019 betrokken was bij het ten laste gelegde feit. Uit de telecomgegevens is eerst op 11 november 2019 gebleken dat [medeverdachte 3] , met wie de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, de loods van [bedrijf] in Barendrecht heeft bezocht. De rechtbank acht aannemelijk dat verdachte vanaf toen ook betrokken was bij de voorbereidingshandelingen.
3.7.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat de verdachte:
2.
in de periode van
11 november2019 tot en met 21 april 2020 te Barendrecht, tezamen en in vereniging met een ander, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, en/of vervaardigen van
MDMAvoor te bereiden en/of te bevorderen:
- anderen heeft/hebben getracht te bewegen om daarbij behulpzaam te zijn, immers heeft hij, verdachte, en diens mededader, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] getracht te bewegen tot het ter beschikking stellen van een loods en ketels en kleurmiddelen
en
-meermalen voorwerpen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte, en diens mededader wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers hebben zij diverse voorwerpen voorhanden gehad waaronder:
- RVS ketels, en
-roermechanisme voor ketels.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft, mocht er ondanks de bepleite vrijspraak een veroordeling volgen, gepleit om een lagere straf op te leggen dan door de officier is geëist, mede gelet op het feit dat de verdachte niet eerder voor een dergelijk feit is veroordeeld.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich, samen met een ander, schuldig gemaakt aan voorbereidings- dan wel bevorderingshandelingen voor de productie van MDMA. De verdachte heeft ervoor gezorgd dat de heren [naam 1] de loods in Barendrecht ter beschikking hebben gesteld voor de opslag van rvs ketels die dienen voor de grootschalige productie van synthetische harddrugs, en die ketels daarvoor geschikt hebben gemaakt. Ook heeft hij de heren [naam 1] ertoe aangezet goederen te bestellen bestemd voor de productie van harddrugs en heeft hij deze RVS ketels en die goederen hiervan voorhanden gehad. .
Het is algemeen bekend dat synthetische drugs, en verdovende middelen in het algemeen, zeer schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruikers van deze middelen. Het is wetenschappelijk aangetoond dat het frequente gebruik van harddrugs geestelijke aandoeningen kan veroorzaken. Bovendien bekostigen gebruikers hun drugsgebruik vaak door diefstal of ander crimineel gedrag, waardoor schade en overlast wordt toegebracht aan anderen. Daarnaast gaat de productie van synthetische drugs vaak ook gepaard met het illegaal dumpen van het afval in de natuur. Hierdoor ontstaat er ofwel een zeer grote kans op milieuschade ofwel – bij tijdige ontdekking – zeer hoge kosten voor de samenleving omdat deze afvalstoffen dan zorgvuldig verwijderd moeten worden en alsnog verantwoord moeten worden verwerkt. Bovendien is de vervaardiging van MDMA ook bezwarend voor de directe leefomgeving van de locatie van het laboratorium vanwege de gevaarlijke stoffen en het mogelijke explosiegevaar.
De verdachte heeft kennelijk alleen gedacht aan zijn financiële gewin en zich totaal niet bekommerd om de schadelijk gevolgen van zijn handelen voor anderen en het milieu.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 23 april 2021. Hieruit blijkt dat de verdachte geen strafverleden heeft op het gebied van de Opiumwet. De rechtbank heeft verder in de persoon van de verdachte geen omstandigheden aangetroffen die strafverzwarend of strafmatigend zouden moeten meewegen.
LOVS-oriëntatiepunten
Landelijke Oriëntatiepunten voor straftoemeting voor voorbereidingshandelingen voor de productie van harddrugs ontbreken. De rechtbank constateert dat voor de productie van harddrugs in een georganiseerd verband bij productie van meer dan 20.000 gram het uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 72 maanden is. Van productie is in dit geval geen sprake dus zal de rechtbank op een lagere straf uitkomen.
Conclusie
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de ernst van het feit niet kan worden volstaan met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden passend en geboden is.
Omdat de rechtbank de verdachte heeft vrijgesproken voor de tenlastegelegde productie van MDMA, is de straf die de rechtbank aan de verdachte oplegt aanzienlijk lager dan de eis van de officier van justitie.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 47 van het Wetboek van Strafrecht;
- 10 a van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst I.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.7 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 2:
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om daarbij behulpzaam te zijn en voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
18 (achttien) MAANDEN.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.P.M. Loos, voorzitter,
mr. J.L.E. Bakels, rechter,
mr. H.H.J. Zevenhuijzen, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. N. de Jong, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 juni 2021.
Bijlage I: Bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer 2019343673 (onderzoek Cicade19), van de politie eenheid Den Haag, Dienst Regionale Recherche (doorgenummerd pagina 1 t/m 1062). De inhoud is steeds zakelijk weergegeven.
1. Het proces-verbaal van de LFO, opgemaakt op 23 april 2020, voor zover inhoudende (p. 211 tot en met 215):
Op woensdag 22 april 2020 heb ik, senior LFO-expert, onderzoek verricht in een
bedrijfspand gevestigd op de [adres 1] te Barendrecht. Het bedrijfspand was als
volgt ingericht:
-de werkplaats [W] over de gehele lengte van het bedrijf;
-een werkruimte [T] via een metalen trap te bereiken;
-een kantoorruimte [K];
-een opslagruimte [O] grenzend aan het kantoor;
-de ruimte in gebruik boven het kantoor en opslagruimte [B]
Werkplaats [W]
Tussen de metaalbewerkingsmachines en werkbanken werden onder andere de volgende gerelateerde goederen aangetroffen:
• Een gemodificeerde industriële rvs reactieketel inhoudsmaat 940 liter;
• 2 rvs reactie-opvangketels, inhoudsmaat 250 liter;
• 2 rvs koelbuizen tbv de gemodificeerde reactieketels, lengte 105 cm;
• Gasbrander;
• Motorsteun met rvs roerwerk;
• Rvs pijpjes tbv koelbuis;
• 2 oranje betonmolens beide vervuild met resten groen poeder, ruikend naar de geur van MDMA (XTC). De poeders van beide molens testten positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest). Beide molens zijn zeer waarschijnlijk gebruikt voor het mengen van tabletteermengsels;
• 4 zakken, voorzien van het opschrift:" Blue Diamond, Accent, Microcrystalline Cellulose, 20 kg", alle geheel gevuld met een wit poeder. Cellulose wordt gebruikt als hulpstof (bindmiddel) bij de vervaardiging van tabletten;
Boven kantoor [B]
Het dak van het kantoor en opslagruimte was in gebruik voor de opslag van diverse goederen. Onder andere de volgende gerelateerde goederen werden aangetroffen:
• Een nog niet gemodificeerde industriële ketel gelijk aan de werkplaats;
• Emmers en zakken gevuld met blauw, roze en geel poeder (tabletteermengsels zonder werkzame stof);
• Een houten pallet met daarop 8 vuilniszakken verpakt in zwarte folie. Na het openen van l zak bleek dat deze was gevuld met 4 sealzakken gevuld met groene tabletten. Deze tabletten waren voorzien van een logo lijkend op een buldog met een kroon en testten positief op de aanwezigheid van MDMA (XTC) (kleurreactietest).
Opslagruimte (O):
Onder andere de volgende gerelateerde goederen werden aangetroffen:
• Een gebruikte industriële mengmachine, merk DESA, waarvan de metalen mengkuip was vervuild met resten groen poeder. Dit poeder testte positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest);
• Een emmer gevuld met 1180 gram netto groen poeder. Dit poeder testte positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest);
• Een aangebroken zak met opschrift: "Magnesiumstearaat" gevuld met 11,6 kg wit poeder. Magnesiumstearaat wordt gebruikt als hulpstof bij de vervaardiging van tabletten;
• 6 zakken van 25 kg met etiket met opschrift: "microcrystalline Cellulose" alle geheel gevuld met een wit poeder. Cellulose wordt gebruikt als hulpstof (bindmiddel) bij de vervaardiging van tabletten;
• Een aangebroken zak met cellulose, 10,2 kg;
• Een aangebroken zak met lactose, 19,6 kg;
• Een gebruikte Grinder (maalmachine) vervuild met groen poeder. Dit poeder testte positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest);
• een gebruikte tabletteermachine, met plaats voor 12 matrijzen en 12 boven en 12 onder stempels. De machine was vervuild met resten groen poeder. Dit poeder testte positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest).
• een emmer inhoudende 12 matrijzen en 12 onder en boven stempels. De stempels waren voorzien van een gekruiste breuklijn en een logo lijkend op een buldog met een kroontjes, gelijk aan de eerder genoemde groene tabletten. De stempels waren vervuild met groen poeder. Dit poeder testte positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest);
werkruimte [T]
De ruimte was vermoedelijk gebruikt voor het bewerken en vervaardigen van tabletten. Ik zag dat de vloer en andere aanwezige goederen vervuild waren met een laagje poeder, ruikend naar de geur van MDMA. In deze ruimte werden onder andere de volgende goederen aangetroffen:
• 2 vuilniszakken beide voorzien van een geel label met opschrift gelijk aan de zakken aangetroffen boven op het kantoor. l zak was gevuld met sealzakken geheel gevuld met roze vierkante tabletten tevens voorzien van een gekruiste breuklijn en een logo gelijkend op een buldog met een kroontje.
- 4 witte emmers alle gevuld met blauwe vierkante tabletten, voorzien van een gekruiste breuklijn en een logo gelijkend op een buldog met een kroontje. Deze tabletten testen positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest).
• Potjes met blauwe tabletten met logo RollsRoyce, president Trump alle testte positief op de aanwezigheid van MDMA;
- Een potje met wit fijn poeder, 400 gram netto. Dit poeder testte positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest). Vermoedelijk betrof dit poeder gemalen MDMA poeder;
• Een gebruikte stofzuiger waarvan de stofzuigerzak was gevuld met groen poeder, indicatief positief op de aanwezigheid van MDMA
• Een gebruikte vacuüm sealmachine en een sealmachine;
• Weegschalen, zeven, schepjes;
• Emmers, plastic kratten vervuild met resten groen, blauw poeder;
• Sealzakken;
• Een aantal emmers, zakken met diverse stempels en matrijzen;
• Dozen met zakjes, 2,5 kg, talkpoeder en zakjes van 100 gram met diverse kleurstoffen.
Voorlopige interpretatie LFO
De aangetroffen goederen en chemicaliën zijn typische goederen en chemicaliën welke aangetroffen worden op locaties waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden. Het metaalbewerkingsbedrijf werd tevens gebruikt voor het maken en modificeren van productiemiddelen welke gebruikt worden voor de vervaardiging van (synthetische drugs). De werkruimte [T] was zeer waarschijnlijk gebruikt ten behoeve van het bewerken c.q. vervaardigen van synthetische drugs, namelijk het vervaardigen van tabletten met de
werkzame stof MDMA (XTC). Op verschillende plaatsen van dit bedrijf werden productiemiddelen (o.a. tabletteermachine), hulpstoffen (lactose, cellulose, magnesiumstearaat, talkpoeder, kleurstoffen) en tabletten (indicatief MDMA bevattend) aangetroffen. Gezien de hoeveelheid aangetroffen tabletten en hulpstoffen werd op deze locatie op (zeer) grote schaal tabletten vervaardigd.
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 6 mei 2020, voor zover inhoudende (p. 559 e.v.) met als bijlage geschriften, te weten rapporten NFiDENT (p. 570 t/m 584) en een overzicht met per SIN nummer de daaraan gekoppelde hoeveelheden pillen en de uitslagen van de indicatieve en de identificerende tests (p. 586):
Op woensdag 29 april 2020 werd onderzoek gedaan naar de aangetroffen en in beslag genomen partij vermoedelijke verdovende middelen. De partij was aangetroffen op 22 april 2020 in een bedrijfspand aan [adres 1] te Barendrecht. Hierbij werden de verdovende middelen op uiterlijk gesorteerd, gewogen en bemonsterd. De monsters zijn voorzien van SIN nummers: [sin-nummer]
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 7 juli 2020, voor zover inhoudende (p. 610):
Uit analyse van de bij de verdachte [medeverdachte 3] in gebruik zijnde communicatiemiddelen(en) en voertuigen blijkt dat hij diverse keren het perceel [adres 1] te Barendrecht, alwaar het bedrijf [bedrijf] is gevestigd, heeft bezocht dan wel in de directe nabijheid zich enige tijd heeft opgehouden.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 23 april 2020, voor zover inhoudende (p. 208 e.v.):
In het onderzoek naar verdachte [medeverdachte 3] zijn peilbakens geplaatst onder twee voertuigen in gebruik bij verdachte [medeverdachte 3] . De voertuigen die voorzien werden van een peilbaken betreffen:
Opel Adam voorzien van kenteken [kenteken 1] (hierna Opel);
Audi A3 voorzien van kenteken [kenteken 2] (hierna Audi).
Uit de bakengegevens blijkt dat de voertuigen in gebruik bij [medeverdachte 3] op de volgende data op de [adres 1] te Barendrecht zijn geweest:
29 januari 2020, 30 januari 2020, 2 april 2020, 6 april 2020, 9 april 2020, 17 april 2020.
Op 7 januari 2020 werd tijdens observatie waargenomen dat [medeverdachte 3] bij de [adres 2] te Rotterdam een gevulde bigshopper van het merk Action uit zijn voertuig laadt, die hij vervolgens in de woning brengt. Ongeveer een kwartier later worden er voor de woning goederen in een Opel Combo voorzien van [kenteken 3] geladen. Dit voertuig staat op naam van [bedrijf] Deze Opel Combo rijdt na het inladen naar het perceel [adres 1] te Barendrecht, waar een bigshopper van het merk Action wordt uitgeladen.
Op 2 maart 2020 werd tijdens observatie waargenomen dat [medeverdachte 3] met de Opel uit de loods [adres 1] komt rijden. Tevens wordt waargenomen dat in de loods een grote ketel op zilverkleurige pootjes staat.
5. Het proces-verbaal van verdenking [verdachte] , opgemaakt op 6 mei 2020, voor zover inhoudende (p. 802):
[verdachte] is op basis van de bevindingen van een observatieactie van 2 maart 2020, herkend als één van de personen die tegelijkertijd met [naam 6] [medeverdachte 3] bij [bedrijf] aanwezig was. Hierbij was [verdachte] in het bezit van een roodkleurige Opel Combo, voorzien van [kenteken 3] .
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 23 juni 2020 (p. 624 e.v.) met bijlage een extraction rapport Apple iPhone (p. 631 en 632) , voor zover inhoudende:
Dit proces verbaal betreft een aanvulling op onderzoek naar inbeslaggenomen goed
N.01.02.04 iPhone, welke eerder werd onderzocht. De bevindingen van dat onderzoek zijn
weergegeven in proces verbaal van bevindingen nr. 376. Tijdens dat onderzoek ontstond het vermoeden dat de onderzochte telefoon in gebruik was bij de verdachte [medeverdachte 2] .
Ik, verbalisant, heb in de uitgelezen gegevens gezocht naar communicatie met de verdachte
[verdachte] , geboren op 11-04-1955 te Rotterdam, roepnaam " [verdachte] ". Ik zag dat er op
10-04-2020 werd gecommuniceerd over een tekening.
(p. 631 en 632) [telefoonnummer 1] [website] [naam 2] : [naam 3] stuur morgen de goeie tekening.
[telefoonnummer 2] [website] [verdachte] : Is ook goed kan je ook zeggen dat je materiaal heb maar
de tekening niet en daar ook op moest w8
[telefoonnummer 3] [website] [naam 2] gesproken alles oké
7. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] , opgemaakt op 30 april 2020, voor zover inhoudende (p. 292, 297, 299 en 300):
(p. 292) Waar ik wel iets mee te maken kan hebben, zijn twee grote tanks. In begin december kwam [verdachte] . Daarna vroeg hij in december of wij zo een tank konden maken. Ik zei nee dat kunnen wij niet. Toen had hij iets op internet gevonden begin december. Of ik kon gaan kijken of ze er goed uitzagen. Zo ja, moest ik deze kopen en meenemen, dit was 1150 euro. Ik kreeg contant geld van hem mee. Ze zagen er goed uit en heb ze toen gekocht. Er moest alleen nog een koperen leiding om heen om hem te verwarmen of te koelen. Een vriend van hem, had originelen gekocht en kwam dit aan hem laten zien, in Barendrecht. Hij maakte daar wat foto's en tekeningen of wij dat konden maken en wat wij niet konden, liet hij iemand anders doen. (…) Hij kwam wel naar de zaak en met een andere man. Ik had er geen goed gevoel over.
(p. 297)
V: Wij tonen u nogmaals foto bijlage A, en vragen u wie de man op de foto is?
A: Bij nader inzien, hij lijkt op een donkere jongen die bij [verdachte] was. Zijn naam [naam 4] , of [naam 5] , of [naam 6] .
V: Hij was vaak bij [verdachte] zegt u, hoe vaak?
A: Een keer of vier. Of 2 of 3. Het kan ook zijn dat hij er vaker is geweest maar ik hem niet gezien heb.
(p.. 299)
V: U heeft ook verklaard dat in het bedrijf van uw zoon weleens ketels zijn gemaakt?
A: Nee er worden nooit ketels gemaakt. Wij kunnen geen ketels maken.
V: En ketels aanpassen?
A: Ja dat wat ik verteld hebt.
V: Door wie is die opdracht gegeven om dat te maken?
A: Door [verdachte] . Ik heb dat samen met [medeverdachte 1] gemaakt.
V: U heeft gezegd: Hij ging hiermee met een vriend van hem alcohol destilleren. Wie bedoelde u met die vriend?
A: Die donkere jongen.
(p. 300) V: Hoe zit dat met de tekeningen die gevonden zijn in de auto, in de Dodge.
A: Die ketels heb ik wel gezien en ik heb er een tekening van gemaakt. Dat zijn andere ketels die hebben ze een keer laten zien in een busje. Die donkere man en [verdachte] kwamen met nieuwe ketels aan, en hebben gevraagd of wij die kunnen maken. Toen heb ik een schets gemaakt, maar wij kunnen die niet maken.
8. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] , opgemaakt op 30 april 2020, voor zover inhoudende (p. 422 tot en met 426):
P. 422) Diegene is eind januari aan de zaak gekomen, hij had twee ketels. Die moesten even snel opgeslagen worden. Dit was [verdachte] . Die ketels waren van een andere persoon. Hij vroeg of wij daar wat aanpassingen aan konden doen. Ze vertelden dat er druk op moest komen te staan. Toen heb ik gezegd dat ik dat niet deed. Een paar dagen later stond er iemand bij mijn kantoor met een lijst met spullen die ik moest bestellen. Dat was zo'n beetje in januari. Toen heeft hij mij deze lijst gegeven en ik moest die spullen bestellen, ik heb die spullen toen ook besteld voor hem.
Deze [verdachte] die had ook een kennis en van de ene op andere dag stonden er ook ketels in ons bedrijf, hij had daar toen ook tekeningen van gemaakt. Dat zijn de tekeningen die u mij heeft laten zien.
P. 423) Hun kwamen destijds met die ketels en vroegen ons foto's te maken van de ketels. Toen zijn er ook tekeningen/schetsen gemaakt van die ketel in ons kantoor door [verdachte] en de andere en mijn vader was daarbij. Ik denk dus dat mijn vader die tekeningen die u mij nu toont daarna gemaakt heeft want ik herken het handschrift van mijn vader. Deze tekeningen zaten los in een map van mijn vaders auto.
P. 424)
V: En wanneer heb je Willem voor het eerst ontmoet?
A: Eind vorig jaar
V : Kwam [medeverdachte 3] ook wel eens alleen langs het bedrijf ?
A: Ja, en dan vroeg hij naar [verdachte] . En dan zei ik dat [verdachte] er niet is.
P. 426) V: Welke spullen moest je bestellen?
A: Ja, nippels, en diverse spullen, de spullen die veranderd zijn aan die ketels, kleurstof en emmers.
V: We tonen foto's 21, 22, 23 en 24?
A: Ja, dat klopt dat heb ik besteld.
V; Zijn er nog andere spullen besteld door jou?
A: Ja, de ketels die erachter staan (verdachte wijst naar foto 12).
P. 427) V: Is er aan die drukketels nog iets aangepast?
A: Die drukmeters heb ik er op gelast.
9. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 16 november 2020, voor zover inhoudende (p. 1016 e.v.):
In proces-verbaal resultaat onderzoek dactyloscopische sporen PL1500-2019343673-137 wordt een overzicht gegeven van de dactyloscopische sporen met bijbehorende uitslag. Ik, verbalisant, heb van de sporen met individualisatie uitgezocht op welk goed deze is aangetroffen en waar dit goed in beslag werd genomen.
Sporen met individualisatie op verdachte [medeverdachte 3]
Dactyloscopisch spoor
Aangetroffen op goed
SIN-Numme r
SIN-Nummer
Omschrijving goed
Plaats vei ligstellen
[sin-nummer]
[sin-nummer]
Tekening ketels
[adres 1] te
Barendrecht
[sin-nummer]
[sin-nummer]
Tekening ketels
[adres 1] te
Barendrecht
[sin-nummer]
[sin-nummer]
Tekening ketels
[adres 1] te
Barendrecht
Sporen met individualisatie op verdachte [medeverdachte 2]
Dactyloscopisch
spoor
Aangetroffen op goed
SIN-Nummer
SIN-Nummer
Omschrijving goed
Plaats veiligstellen
[sin-nummer]
[sin-nummer]
Notitieblok met o.a.
tekeningen van ketels
Aangetroffen in voertuig
VDG-68-P
[sin-nummer]
[sin-nummer]
Tekening ketels
[adres 1] te
Barendrecht