ECLI:NL:RBDHA:2021:5874

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juni 2021
Publicatiedatum
9 juni 2021
Zaaknummer
09/767628-19
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Grootschalige productie van MDMA en amfetamine met witwaspraktijken

Op 8 juni 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de grootschalige productie van MDMA en amfetamine. De verdachte werd beschuldigd van het aanwezig hebben van een grote hoeveelheid MDMA-pillen in een loods in Barendrecht en het produceren van amfetamine(-olie) in een boerderij in Beusichem. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de productie van 390.000 pillen MDMA en dat hij ook voorbereidingshandelingen heeft verricht voor de productie van verschillende soorten synthetische harddrugs. Tijdens het onderzoek zijn er diverse doorzoekingen uitgevoerd, waarbij grote hoeveelheden chemicaliën en productiemiddelen zijn aangetroffen, evenals contante geldbedragen die vermoedelijk afkomstig waren uit criminele activiteiten. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan meerdere feiten, waaronder het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en het witwassen van geld. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar, waarbij de rechtbank de ernst van de feiten en de impact op de samenleving in overweging heeft genomen. De verdachte heeft geen relevante strafbare feiten in de afgelopen vijf jaar gepleegd, maar de rechtbank oordeelde dat de ernst van de gepleegde feiten een aanzienlijke straf rechtvaardigt.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/767628-19
Datum uitspraak: 8 juni 2021
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1986 te [geboortedag] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting Nieuwegein, te Nieuwegein.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 16 juli 2020, 8 oktober 2020, 11 december 2020, 16 februari 2021 en 1 april 2021 (alle pro forma) en 25 mei 2021 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. B. de Jonge en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. R. Tetteroo naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van 25 mei 2021 – ten laste gelegd dat:
1.
hij, op één of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2019 tot en met 21 april 2020 te Barendrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer andere(n), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt 390.000 pillen bevattende MDMA, althans een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij, op één of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2019 tot en met 21 april 2020 te Rotterdam en/of Westmaas en/of Barendrecht, althans in Nederland tezamen en in vereniging met één of meer andere(n), althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, en/of vervaardigen van XTC en/of amfetamine, althans (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen:
-(meermalen) een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, immers heeft hij, verdachte, [medeverdachte 1] en/of [Bedrijf] getracht te bewegen tot het leveren van inlichtingen met betrekking tot het leveren van een FE35 en/of FE55 tablettenmachine
en/of
-(meermalen) voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte, en/of diens mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en), immer heeft hij/hebben zij (telkens) diverse voorwerpen voorhanden gehad waaronder
-een cocaïne pers en/of
-een tabletteermachine en/of
-RVS ketels en/of
-roermechanismen voor ketels
en/of (grote) hoeveelheden chemicaliën voorhanden gehad waaronder
-benzylcyanide en/of
-amonium hydroxide en/of
-ammoniak en/of
-hypofosforigzuur en/of
-methanol en/of
-zwavelzuur en/of
-methylethylketon
zijnde benzylcyanide en/of amonium hydroxide en/of ammoniak en/of hypofosforigzuur en/of methanol en/of zwavelzuur en/of methylethylketon, althans (een) stof(fen) bestemd/geschikt voor het bereiden, bewerken, verwerken en/of het vervaardigen van onder meer amfetamine en/of XTC en/of cocaïne terwijl amfetamine en/of XTC en/of cocaïne vermeld staan op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij, op één of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 21 april 2020 te Rotterdam en/of Westmaas en/of Pijnacker en/of Barendrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of MDMA en/of XTC en/of Crystal Meth en/of amfetamine en/of ketamine en/of LSD zijnde cocaïne en/of MDMA en/of XTC en/of Crystal Meth en/of amfetamine en/of ketamine en/of LSD (telkens) (een) middel(en), als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij, op één of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 21 april 2020 te Rotterdam en/of Westmaas en/of Pijnacker en/of Barendrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of MDMA en/of XTC en/of Crystal Meth en/of amfetamine en/of ketamine en/of LSD zijnde cocaïne en/of MDMA en/of XTC en/of Crystal Meth en/of amfetamine en/of ketamine en/of LSD (telkens) (een) middel(en), als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;
5.
hij, op één of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 t/m 21 april 2020, te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) een voorwerp, te weten één of meerdere geldbedrag(en) van (in totaal) 21.475,- euro, in elk geval één of meerdere geldbedrag(en), heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van een voorwerp, te weten voornoemde geldbedragen gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
6.
hij op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 21 december 2019 tot en met 14 april 2020, te Beusichem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine(-olie), zijnde amfetamine(-olie) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens liet vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Inleiding
Op 22 april 2020 heeft de politie meerdere doorzoekingen gedaan in het kader van het onderzoek CICADE 19.
Bij doorzoeking van het perceel [adres 1] te Barendrecht heeft de politie onder meer 390.000 (vermoedelijk) XTC pillen, een tabletteermachine, RVS ketels en een roermechanisme in beslag genomen.
Bij doorzoeking van een woning aan de [adres 2] te Rotterdam zijn onder meer zes jerrycans met opschrift methanol in beslag genomen.
Bij doorzoeking van een schuur behorende bij het adres [adres 3] te Westmaas heeft de politie onder meer diverse chemicaliën en een cocaïnepers in beslag genomen.
Bij doorzoeking van een woning aan het [adres 4] te Rotterdam is ten slotte onder meer een geldbedrag van € 21.475,- in beslag genomen.
De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of de verdachte zich in de periode van
1 oktober 2019 tot en met 21 april 2020 schuldig heeft gemaakt aan – kort gezegd –:
- ( het medeplegen van) het bereiden en/of bewerken van 390.000 pillen bevattende MDMA te Barendrecht (feit 1);
- ( het medeplegen van) voorbereidingshandelingen voor de productie van harddrugs in Rotterdam en/of Barendrecht en/of Westmaas (feit 2);
en of hij zich in periode van 1 januari 2019 tot en met 21 april 2020 schuldig heeft gemaakt aan:
- ( het medeplegen van) het buiten het grondgebied van Nederland brengen van diverse soorten harddrugs (feit 3);
- ( het medeplegen van) het in Rotterdam en/of Westmaas en/of Pijnacker en/of Barendrecht aanwezig hebben van diverse soorten harddrugs (feit 4); en
- het witwassen van een geldbedrag van € 21.475,- te Rotterdam (feit 5).
Op 14 april 2020 is in het onderzoek Dali in Beusichem op het terrein van een boerderij aan de [adres 5] onder meer 110 liter (vermoedelijk) amfetamineolie aangetroffen. De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of de verdachte zich van 21 december 2019 tot en met 14 april 2020 schuldig heeft gemaakt aan het – kort gezegd – (medeplegen van) het bereiden /bewerken /verwerken /vervaardigen, in elk geval het aanwezig hebben van amfetamine(olie) (feit 6).
3.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder 3 tenlastegelegde en tot bewezenverklaring van het onder 1, 2, 4 (enkel voor zover het betreft het aanwezig hebben van een grote hoeveelheid MDMA te Barendrecht), 5 en 6 tenlastegelegde.
Op specifieke standpunten zal de rechtbank hierna, waar relevant, nader in gaan.
3.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1, 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde.
Op de specifieke standpunten zal de rechtbank hierna, waar relevant, nader in gaan.
3.4.
Vrijspraak
De rechtbank is met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde feit met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat dit feit niet wettig en overtuigend kan worden bewezen en zal de verdachte daarvan vrijspreken.
3.5.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in bijlage I opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
3.6.
Bewijsoverwegingen
Feit 1
Aangetroffen situatie Barendrecht
Gelet op de inhoud van de in bijlage I opgesomde bewijsmiddelen stelt de rechtbank ten aanzien van feit 1 vast dat op 22 april 2020 in een loods aan de [adres 1] te Barendrecht ruim 390.000 pillen bevattende MDMA zijn aangetroffen. De aangetroffen groene tabletten zaten in vuilniszakken verpakt met zwarte folie die lagen op een houten pallet op het dak van het kantoor. In de werkplaats werden onder meer twee oranje betonmolens aangetroffen die beide vervuild waren met resten groen poeder. In een opslagruimte bevond zich onder meer een gebruikte industriële mengmachine, waarvan de mengkuip was vervuild met resten groen poeder, een gebruikte grinder (maalmachine) vervuild met groen poeder, een gebruikte tabletteermachine en een emmer inhoudende 12 matrijzen en 12 onder en boven stempels die waren vervuild met groen poeder. Boven het kantoor bevond zich een afgesloten werkruimte, waarvan de vloer en andere aanwezige goederen waren vervuild met een laagje poeder, ruikend naar de geur van MDMA.
De Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO) heeft geconcludeerd dat de werkruimte [T] zeer waarschijnlijk gebruikt is voor het vervaardigen van tabletten met de werkzame stof MDMA (XTC). Gezien de hoeveelheid aangetroffen tabletten en hulpstoffen werden in de loods op (zeer) grote schaal tabletten vervaardigd concludeert de LFO.
Gelet op de omstandigheden waaronder de goederen werden aangetroffen, waarbij de groene kleur van de vervuiling overeenkomt met de kleur van de aangetroffen pillen en de aangetroffen stempels overeenkomen met de logo’s op de aangetroffen pillen, gaat de rechtbank er vanuit dat de aangetroffen ruim 390.000 pillen daadwerkelijk in de loods te Barendrecht zijn vervaardigd.
Aanwezigheid verdachte
Op grond van de in bijlage I genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank voorts vast dat de verdachte in de tenlastegelegde periode met grote regelmaat aanwezig is geweest in de loods te Barendrecht. Dit blijkt niet alleen uit de gegevens van de peilbakens die zijn geplaatst onder de voertuigen van de verdachte en uit de historische gegevens van zijn telefoon, maar wordt ook door de verdachte zelf bevestigd. Voor wat betreft de aanvang van de pleegperiode zal de rechtbank uitgaan van 11 november 2019. Uit de telecomgegevens is eerst op 11 november 2019 gebleken dat de verdachte, de loods van [bedrijf] in Barendrecht heeft bezocht.
De verdachte heeft ter terechtzitting van 25 mei 2021 verklaard dat hij inderdaad geregeld in de loods aan de [adres 1] te Barendrecht is geweest, maar dat hij daar was omdat hij via [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ) in contact was gekomen met de eigenaar van het pand en het aldaar gevestigde metaalbewerkingsbedrijf [bedrijf] [medeverdachte 4] en diens vader [medeverdachte 5] . De verdachte verklaarde dat hij, vanuit zijn handeltje in bewerking van metalen geregeld goederen door laatstgenoemden liet lassen. De aanwezigheid van de verdachte in de loods in verband met het aanpassen van ketels – hetgeen hierna aan de orde komt onder feit 2 - sluit niet uit dat de verdachte daarnaast tevens betrokken is geweest bij het vervaardigen van de pillen, hetgeen ook plaatsvond in de loods. Het grote aantal bezoeken aan de loods duidt ook op een andere reden voor bezoek dan uitsluitend overleg in verband met het laten aanpassen van RVS ketels.
Betrokkenheid van de verdachte
Dat de verdachte daadwerkelijk betrokken is geweest bij het vervaardigen van de pillen, leidt de rechtbank af uit het feit dat zijn DNA is aangetroffen op het uitademventiel van een gelaatsmasker dat zich bevond in de afgesloten werkruimte waar de pillen zijn gemaakt.
Voor de stelling van de verdediging dat het hier een mondkapje betrof (en niet zoals hiervoor vermeld een professioneel gelaatsmasker) dat de verdachte droeg in verband met Corona, dat door hem moet zijn achtergelaten en mogelijk door een ander in de werkruimte is gelegd, treft de rechtbank geen enkele aanwijzing aan in het dossier waardoor de rechtbank deze stelling dan ook niet aannemelijk acht.
Die betrokkenheid van de verdachte bij het vervaardigen van pillen bevattende MDMA vindt steun in de bewijsmiddelen waaruit blijkt dat hij op locaties in Westmaas en in Rotterdam de beschikking had over een zeer grote verscheidenheid aan chemicaliën die te relateren zijn aan diverse productieprocessen van (synthetische) drugs en waaruit blijkt dat verdachte tijdens een observatie op 7 januari 2020 is waargenomen bij de woning van zijn zus in Rotterdam met een gevulde bigshopper van het merk Action, dat vervolgens wordt gezien dat diverse goederen in een auto worden geladen dat vervolgens bij het perceel [adres 1] te Barendrecht een gevulde bigshopper van het merk Action wordt uitgeladen.
Medeplegen
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard als is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de uitvoering of afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de rol van de verdachte af dat hij in de periode 11 november 2019 tot en met 21 april 2020 regelmatig aanwezig is geweest in de loods aan de [adres 1] te Barendrecht, waarbij hij zich tevens, voorzien van een professioneel gelaatsmasker, heeft bevonden in de afgesloten werkruimte waar de pillen werden gemaakt. Bij een observatie is bovendien waargenomen dat de verdachte zich met een man in een wit pak in de nabijheid van de loods heeft bevonden. Dat anderen, zoals bijvoorbeeld de onbekend gebleven man in het witte pak, een rol hebben gehad bij het vervaardigingsproces leidt de rechtbank af uit het feit dat in de afgesloten werkruimte meerdere gelaatsmaskers in beslag zijn genomen en bemonsterd, waarbij op één van de gelaatsmaskers het DNA van de verdachte is aangetroffen. Op een ander gelaatsmasker werd het DNA aangetroffen van een onbekende man. Het is bovendien een feit van algemene bekendheid dat een productie van deze omvang enkel gepleegd kan zijn door meerdere personen. De rechtbank is van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte dit feit met één of meerdere personen heeft gepleegd.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en derden is komen vast te staan. Dat ieders rol niet exact te duiden is, leidt niet tot een ander oordeel. Het is in ieder geval de verdachte geweest die actief betrokken is geweest bij de productie van pillen bevattende MDMA.
Concluderend leidt de rechtbank dan ook uit de aangehechte bewijsmiddelen af dat de verdachte als medepleger betrokken is geweest bij de productie van 390.000 pillen bevattende MDMA in de periode van 11 november 20219 tot en met 21 april 2020.
Feit 4:
Met betrekking tot het onder 4 tenlastegelegde heeft de raadsman aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van de pillen of welbewust de aanmerkelijke kans op de aanwezigheid van de pillen heeft aanvaard.
De rechtbank gaat voorbij aan dit verweer nu de rechtbank zoals hiervoor weergegeven bewezen acht dat de verdachte de aangetroffen pillen samen met één of meer anderen heeft gemaakt. Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat de verdachte de pillen tevens voorhanden heeft gehad en de pillen zich in zijn machtssfeer hebben bevonden.
Feit 2
Bestelling pillenmachine
Anders dan de raadsman acht de rechtbank bewezen dat de verdachte, door [medeverdachte 1] te laten vragen naar de prijs van de in de tenlastelegging genoemde pillenmachines, hij deze [medeverdachte 1] ertoe heeft aangezet om inlichtingen in te winnen bestemd voor de levering van dergelijke machines.
Westmaas en Rotterdam
In Westmaas – in een garage bij de woning van de vader van de verdachte – is een zeer grote verscheidenheid aan chemicaliën aangetroffen die volgens de LFO te relateren zijn aan diverse productieprocessen van (synthetische) drugs. In Rotterdam – in de woning van de zus van de verdachte – zijn jerrycans aangetroffen met methanol waarvan bekend is dat die stof wordt gebruikt voor het kristalliseren van amfetamineolie. Gelet op de verklaring van de vader van de verdachte dat de verdachte de sleutel had van de garage in Westmaas en gelet op het feit dat het observatieteam meermaals heeft waargenomen dat de verdachte het perceel in Westmaas oprijdt en korte tijd later weer verlaat, en gelet op de verklaring van de verdachte dat hij de methanol zelf in de woning van zijn zus in Rotterdam heeft neergezet, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte, door genoemde goederen en stoffen voorhanden te hebben, zich schuldig heeft gemaakt aan voorbereidingshandelingen ten behoeve van het produceren van harddrugs. De verklaring van de verdachte ter zitting, dat hij de goederen en stoffen in Westmaas heeft bewaard voor een ander, is naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk geworden. De verklaring van de verdachte ter zitting dat hij de in Rotterdam aangetroffen jerrycans methanol gebruikte om metalen mee schoon te maken, acht de rechtbank reeds gelet op de aangetroffen hoeveelheid niet aannemelijk.
Barendrecht
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat in de loods in Barendrecht twee niet-gebruikte ketels met roermechanismen zijn aangetroffen. Uit de verklaring van [medeverdachte 5] leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 3] de verdachte bij vader en zoon [medeverdachte 4] heeft geïntroduceerd en dat de verdachte meerdere malen samen met [medeverdachte 3] in de loods in Barendrecht is geweest, welke bezoeken in relatie hebben gestaan tot het maken dan wel aanpassen van ketels. Op een tekening van een aangepaste ketel die is aangetroffen in de auto van [medeverdachte 5] is een vingerafdruk van de verdachte aangetroffen.
Gelet op het vorengaande, in onderlinge samenhang bezien met hetgeen is overwogen onder feit 1 met betrekking tot de betrokkenheid van de verdachte bij de productie van harddrugs in de loods in Barendrecht, gaat de rechtbank er vanuit dat de verdachte niet alleen betrokken is geweest bij het laten aanpassen van ketels die zich niet meer in de loods in Barendrecht bevonden, maar dat de verdachte ook betrokken is geweest bij de twee niet-gebruikte ketels die in de loods zijn aangetroffen, in nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 3] .
Feit 5
Nu de verdachte heeft bekend dat het in zijn woning aangetroffen geldbedrag van
€ 21.475,00 aan hem toebehoorde en nu de rechtbank bewezen acht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bereiden en vervaardigen van pillen bevattende MDMA, acht de rechtbank bewezen dat genoemd geldbedrag van een door de verdachte gepleegd misdrijf afkomstig is. De rechtbank acht het onder 5 tenlastegelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Feit 6
Rechtmatigheid doorzoeking
Met betrekking tot het onder 6 tenlastegelegde heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de doorzoeking op het perceel [adres 5] te Beusichem op onrechtmatige wijze heeft plaatsgevonden en dat om die reden de bij de doorzoeking aangetroffen goederen van het bewijs moeten worden uitgesloten. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat de verbalisanten een onjuiste voorstelling van zaken hebben gegeven door tegen de eigenaar van het terrein te zeggen dat zij een machtiging tot binnentreden hadden, terwijl dat niet het geval was en door te zeggen dat er een vermoeden was van drugsproductie terwijl niet is gebleken dat er onderzoeksbevindingen aan de verbalisanten kenbaar zijn gemaakt waaruit zij konden concluderen dat zij genoemd vermoeden hadden.
De rechtbank stelt vast dat naar aanleiding van een grote drugsdumping in de buurt van het dorp Buren, verbalisanten van de eenheid Oost-Nederland onderzoek hebben gedaan en dat bij hen op basis van diverse informatie (onder andere meerdere drugsgerelateerde criminele activiteiten van de bewoner in het verleden een slechte financiële positie van de bewoner, een op een Google luchtfoto waargenomen enorme opvallende vlek op het dak van de boerderij en informatie uit het onderzoek Cicade 19) het redelijke vermoeden kon bestaan dat op het terrein van het perceel [adres 5] te Beusichem de Opiumwet werd overtreden. Verbalisanten hebben op 14 april 2020 omstreeks 08.50 uur het terrein van het pand aan de [adres 5] te Beusichem betreden. Na aanbellen aan de voordeur verscheen [naam 1] (hierna: [naam 1] ) aan de deur. [naam 1] is medegedeeld dat hij geen verklaring hoefde af te leggen en dat de verbalisanten het vermoeden hadden dat er drugs werd geproduceerd in een van zijn opstallen. [naam 1] is hierop zijn woning uitgelopen, heeft de verbalisanten uitgenodigd hem te volgen en heeft het drugsafval aangewezen en ketels waarmee naar zijn zeggen drugs werden gemaakt aangewezen (proces-verbaalnummer PL0600-2020163742-9 p. 46 uit onderzoek Dali). Hierna heeft na machtiging van de rechter-commissaris om 11.45 uur een doorzoeking plaatsgevonden (proces-verbaalnummer PL0600-2020163742-20, p. 47 uit onderzoek Dali).
Uit het dossier blijkt niet dat de verbalisanten die ochtend, zoals gesteld door de raadsman, tegen [naam 1] hebben gezegd dat zij een machtiging tot binnentreden hadden. Dat [naam 1] op 18 december 2020 bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat de politie een ‘huiszoekingsbevel’ bij zich had, maakt niet dat de rechtbank twijfelt aan hetgeen is gerelateerd door de verbalisanten. De verklaring van [naam 1] bij de rechter-commissaris is meer dan acht maanden na 14 april 2020 afgelegd en bovendien verklaart hij niet eenduidig over het tonen van een ‘huiszoekingsbevel’.
De omstandigheid dat er geen stukken in het dossier zitten waaruit blijkt dat de betreffende verbalisanten kennis hadden genomen van de onderzoeksresultaten met betrekking tot voornoemd adres, staat er niet aan in de weg dat sprake is geweest van een verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering en dat dat vermoeden kenbaar is gemaakt aan [naam 1] .
De rechtbank concludeert dan ook dat – nog daargelaten in wiens vooronderzoek het gestelde vormverzuim zou hebben plaatsgevonden – geen sprake is van een onherstelbaar vormverzuim, waardoor het verweer van de raadsman wordt verworpen.
Betrouwbaarheid getuige [naam 1]
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verklaringen van [naam 1] niet betrouwbaar zijn en dat deze niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt. De raadsman heeft hiertoe gewezen op discrepanties tussen het door [naam 1] gegeven signalement van de ‘bruine’ die betrokken zou zijn bij het drugslaboratorium op zijn perceel en het uiterlijk van de verdachte. Verder is sprake geweest van een enkelvoudige fotoconfrontatie, die niet doorslaggevend kan zijn als bewijsmiddel, zo stelt de raadsman.
De rechtbank overweegt dat er onvoldoende grond bestaat om te twijfelen aan de juistheid van de verklaringen van [naam 1] . De rechtbank neemt hierbij in overweging dat [naam 1] niet alleen de verdachte, maar ook zichzelf heeft belast in zijn verklaringen. De verdachte past naar het oordeel van de rechtbank in grote lijnen in het door [naam 1] gegeven signalement. Met betrekking tot de enkelvoudige fotoconfrontatie, overweegt de rechtbank dat geen rechtsregel eraan in de weg staat om – met de daarbij gepaste behoedzaamheid – voor het bewijs gebruik te maken van een verklaring van een getuige die de dader van een strafbaar feit zegt te herkennen op een deze bij een enkelvoudige fotoconfrontatie getoonde foto. [naam 1] heeft de verdachte, die hij naar zijn zeggen in de tenlastegelegde periode veelvuldig op zijn terrein heeft gezien en gesproken, aangewezen als zijnde “de bruine” en/of ”ilovebadbitches”, waarover hij heeft verklaard als zijnde de persoon die een rol had in het bij [naam 1] aangetroffen drugslaboratorium.
De rechtbank concludeert dat de kanttekeningen die de raadsman heeft geplaatst bij de verklaringen van [naam 1] er niet toe leiden dat aan de betrouwbaarheid van deze verklaringen moet worden getwijfeld. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Gelet op de inhoud van de in bijlage I opgesomde bewijsmiddelen stelt de rechtbank ten aanzien van feit 6 vast dat op 14 april 2020 op het terrein aan de [adres 5] te Beusichem gebruikte onderdelen, productiemiddelen, afval en verpakkingen met chemicaliën zijn aangetroffen, behorende bij de productie van synthetische drugs. De LFO heeft geconcludeerd dat het zeer aannemelijk is dat de schuur werd gebruikt voor de vervaardiging van amfetamine met behulp van de aangetroffen productiemiddelen en chemicaliën. Er is meer dan 100 liter amfetamine-olie aangetroffen. Het DNA van de verdachte is aangetroffen op een handschoen uit de papieren zak bij de tafel waarop amfetamineolie en afval stond. Voorts blijkt uit observaties, peilbakengegevens en historische telefoongegevens dat de verdachte in een relatief korte periode veelvuldig gedurende enige uren op het terrein aanwezig is geweest. De verdachte heeft dit ter terechtzitting ook bevestigd. Getuige [naam 1] heeft verklaard dat de verdachte een coördinerende rol heeft gehad in het productieproces van synthetische drugs op het terrein aan de [adres 5] te Beusichem.
De verklaring van de verdachte, inhoudende dat hij daar meerdere keren is geweest om tegen betaling ene ‘Ibo’ te chauffeuren, dan wel om daar op verzoek van ‘Ibo’ goederen af te leveren, vindt geen steun in het dossier. De verdachte heeft zijn verklaring over ‘Ibo’ niet nader onderbouwd. Niet is gebleken waarom de verdachte daar zo vaak moest zijn. De rechtbank acht het ongeloofwaardig dat de verdachte ‘Ibo’ vele malen naar de locatie heeft gebracht en daar vervolgens uren in zijn auto is gaan zitten wachten tot hij ‘Ibo’ weer naar huis kon brengen en bovendien niet zou hebben geweten waarom die ‘Ibo’ daar zo vaak moest zijn. Dat de verdachte de aangetroffen handschoen op enig moment zou hebben gebruikt bij het schoonmaken van zijn auto, zoals hij ter zitting heeft verklaard, wordt op geen enkele wijze ondersteund door het dossier en acht de rechtbank voorts gelet op de plaats waar deze handschoen is aangetroffen niet aannemelijk. Bovendien heeft de verdachte – in plaats van direct openheid van zaken te geven – pas verklaard nadat het dossier en dus ook de bevindingen met betrekking tot zijn aanwezigheid in Beusichem, hem reeds bekend was. De rechtbank acht de verklaring van de verdachte met betrekking tot zijn aanwezigheid in Beusichem gelet op al het voorgaande ongeloofwaardig en zal deze terzijde schuiven.
Conclusie
Gelet op de hiervoor genoemde bevindingen met betrekking tot de locatie in Beusichem, de veelvuldige aanwezigheid van de verdachte aldaar in de tenlastegelegde periode, het aantreffen van de handschoen met het DNA van de verdachte bij de tafel waarop afval van amfetamineolie stond en de verklaring van [naam 1] over de reden van de aanwezigheid van de verdachte, zijn rol en de rol van anderen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich in de tenlastegelegde periode schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het produceren van amfetamine(olie).
3.7.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat de verdachte:
1.
in de periode van
11 november 2019tot en met 21 april 2020 te Barendrecht, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, opzettelijk heeft bereid en bewerkt 390.000 pillen bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
in de periode van
11 november2019 tot en met 21 april 2020 te Rotterdam en Westmaas alleen en
teBarendrecht tezamen en in vereniging met één of meer anderen, telkens om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, en/of vervaardigen van
MDMAen/of amfetamine
en/of cocaïne, middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen:
- een ander heeft getracht te bewegen om daarbij behulpzaam te zijn en om daartoe inlichtingen te verschaffen, immers heeft hij, verdachte, [medeverdachte 1] en/of [Bedrijf] getracht te bewegen tot het leveren van inlichtingen met betrekking tot het leveren van een FE35 en FE55 tablettenmachine
en
- voorwerpen en stoffen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte, en/of diens mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en), immer heeft hij/hebben zij (telkens) diverse voorwerpen voorhanden gehad waaronder
-een cocaïne pers en
-een tabletteermachine en
-RVS ketels en
-roermechanismen voor ketels
en grote hoeveelheden chemicaliën voorhanden gehad waaronder
-benzylcyanide en
-amonium hydroxide en
-ammoniak en
-hypofosforigzuur en
-methanol en
-zwavelzuur en
-methylethylketon
zijnde benzylcyanide en amonium hydroxide en ammoniak en hypofosforigzuur en methanol en zwavelzuur en methylethylketon, stoffen bestemd/geschikt voor het bereiden, bewerken, verwerken en/of het vervaardigen van onder meer amfetamine en/of
MDMAen/of cocaïne terwijl amfetamine en/of en/of cocaïne vermeld staan op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4.
in de periode van
11 november2019 tot en met 21 april 2020 Barendrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA zijnde MDMA een middel, als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
5.
in de periode van
11 november2019 t/m 21 april 2020, te Rotterdam, een voorwerp, te weten één geldbedrag van 21.475,- euro, voorhanden
heeftgehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
6.
in de periode van 21 december 2019 tot en met 14 april 2020, te Beusichem tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd, een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine(-olie), zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

4.1
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de verdachte ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde witwassen van een geldbedrag van € 21.475,- dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging omdat de kwalificatie-uitsluitingsgrond van toepassing is, zoals door de Hoge Raad genoemd in het overzichtsarrest (ECLI:NL:HR:2016:2842).
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij repliek te kennen gegeven dat hij voornoemd door de raadsman ingenomen standpunt deelt.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelt dat het enkele verwerven en voorhanden hebben van uit enig misdrijf verkregen geld, zoals onder feit 5 bewezen is verklaard, niet voldoende is om van witwassen te kunnen spreken in de zin van artikel 420bis, eerste lid, aanhef en onder b van het Wetboek van Strafrecht. Blijkens jurisprudentie van de Hoge Raad wordt naast het voorhanden hebben een andere handeling van de witwasser gevergd die heeft bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het geld. De rechtbank heeft hiervoor geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het produceren van harddrugs, waardoor het aannemelijk is geworden dat het onder 5 bewezen verklaarde geldbedrag afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf. Verder is bewezen verklaard dat de verdachte het geldbedrag heeft witgewassen door dit te verwerven en voorhanden te hebben gehad. De rechtbank heeft echter niet kunnen vaststellen dat de verdachte één of meer handelingen heeft verricht die gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dit geldbedrag. Dit betekent dat het onder 5 bewezenverklaarde niet kan worden gekwalificeerd en daarom geen strafbaar feit oplevert. De verdachte dient derhalve, ten aanzien van dit bewezenverklaarde feit, te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
De overige bewezen verklaarde feiten zijn volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van die feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen jaar.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft bepleit een lagere straf op te leggen dan door de officier van justitie is geëist.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich, samen met een of meer anderen, schuldig gemaakt aan de grootschalige productie van MDMA en aan het aanwezig hebben van een zeer grote hoeveelheid pillen met MDMA in een loods in Barendrecht, en aan de grootschalige productie van amfetamine(-olie) in een boerderij in Beusichem. De verdachte is verder schuldig aan de voorbereiding van productie van verschillende soorten synthetische harddrugs.
De verdachte had voor de voorbereiding van de productie van drugs een groot aantal goederen voorhanden die hij voor een deel had opgeslagen in de garage bij de woning van zijn vader. In deze garage zijn ook meerdere beschrijvingen voor de productie van verschillende synthetische drugs aangetroffen. De rechtbank leidt hieruit en ook overigens uit de verklaringen van de getuigen af dat de verdachte bij de productie van de harddrugs een coördinerende rol heeft gehad.
Het is algemeen bekend dat synthetische drugs, en verdovende middelen in het algemeen, zeer schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruikers van deze middelen. Het is wetenschappelijk aangetoond dat het frequente gebruik van harddrugs ook geestelijke aandoeningen kan veroorzaken. Bovendien bekostigen gebruikers hun drugsgebruik vaak door diefstal of ander crimineel gedrag, waardoor schade en overlast wordt toegebracht aan anderen.
Daarnaast wordt het chemisch afval dat ontstaat bij de productie van synthetische drugs vrijwel altijd illegaal gedumpt, wat heel schadelijk is voor het milieu. De vondst van zulk illegaal gedumpt chemisch afval was voor de politie ook aanleiding voor het onderzoek Dali in Beusichem. In de boerderij in Beusichem is bovendien een zeer grote hoeveelheid drugsafval gevonden. Zowel de productie van synthetische drugs als MDMA en amfetamine als het chemische afval dat wordt gedumpt ontwricht op deze manier de maatschappij.
Verder zijn er ook risico’s verbonden aan het opslaan en bewerken van de verschillende chemische stoffen die bij de productie van synthetische drugs worden gebruikt, zoals brand, ontploffingsgevaar en het vrijkomen van giftige en bijtende dampen. Dit is niet alleen gevaarlijk voor de producenten van de drugs, maar ook voor de mensen die in de omgeving van het laboratorium of de opslagplaats wonen.
De verdachte heeft kennelijk alleen gedacht aan zijn financiële gewin en zich totaal niet bekommerd om de schadelijk gevolgen van zijn handelen voor anderen en het milieu.
Strafblad
Uit het strafblad van de verdachte van 23 april 2021 blijkt dat de verdachte in de afgelopen vijf jaar niet is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
LOVS-oriëntatiepunten
De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de straf acht geslagen op de Landelijke Oriëntatiepunten voor straftoemeting, in het bijzonder die voor de productie van harddrugs.
Volgens die oriëntatiepunten geldt als uitgangspunt voor het bereiden en bewerken van harddrugs van een hoeveelheid van meer dan 20.000 gram (vergelijkbaar met 40.000 pillen) in een georganiseerd verband een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 72 maanden (6 jaar). In het geval van de verdachte is voornoemde hoeveelheid met bijna tien keer overschreden (feit 1), is ook nog eens meer dan 100 liter amfetamine(-olie) aangetroffen (feit 6) en is bovendien sprake van andere drugsgerelateerde strafbare feiten zoals voorbereidingshandelingen waarbij ook nog grote hoeveelheden chemicaliën zijn aangetroffen.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de ernst van de feiten en de hiervoor genoemde oriëntatiepunten niet kan worden volstaan met een andere sanctie dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank zal aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van negen jaar opleggen, conform de eis van de officier van justitie, met aftrek van de tijd die de verdachte al in voorarrest heeft gezeten.

7.De inbeslaggenomen voorwerpen

7.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van de voorwerpen die staan vermeld op de beslaglijst (als bijlage II aan dit vonnis gehecht) gevorderd als volgt te beslissen: de voorwerpen genoemd onder de nummers 1 tot en met 7, 9 en 10 verbeurd te verklaren en de voorwerpen genoemd onder de nummers 8, 11 en 12 te onttrekken aan het verkeer.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich niet uitgelaten over de inbeslaggenomen voorwerpen
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de voorwerpen die staan vermeld op de beslaglijst onder de nummers 1 tot en met 7, 9 en 10 verbeurd verklaren. Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, omdat de voorwerpen aan de verdachte toebehoren en met behulp van deze voorwerpen de bewezen verklaarde feiten zijn begaan of voorbereid.
De jammer, de boksbeugel en de ploertendoder, vermeld op de lijst onder de nummers 8, 11 en 12, zullen worden onttrokken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn daarvoor vatbaar, omdat het ongecontroleerde bezit hiervan in strijd is met de wet en het algemeen belang. De goederen zijn aangetroffen bij het onderzoek naar de bewezen verklaarde feiten en kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van deze feiten.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 33, 33 a, 36b, 36c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10 en 10a van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst I.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het onder 5 tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen maar niet strafbaar en ontslaat de verdachte van alle rechtsvervolging ter zake daarvan;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 4 en 6 tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.7 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van feit 2:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit; en
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
ten aanzien van feit 4
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van feit 6:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
verklaart het ten aanzien van de feiten 1, 2, 4 en 6 bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
9 (negen) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 1 tot en met 7, 9 en 10 genummerde voorwerpen;
verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst onder 8, 11 en 12 genummerde voorwerpen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.P.M. Loos, voorzitter,
mr. J.L.E. Bakels, rechter,
mr. H.H.J. Zevenhuijzen, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. N. de Jong, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 juni 2021.
Bijlage I: Bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer 2019343673 (onderzoek Cicade19), van de politie eenheid Den Haag, Dienst Regionale Recherche (doorgenummerd pagina 1 t/m 1062). De inhoud is steeds zakelijk weergegeven.
Ten aanzien van feit 1, feit 2 en feit 4
1. Het proces-verbaal van de LFO, opgemaakt op 23 april 2020, voor zover inhoudende (p. 211 tot en met 215):
Op woensdag 22 april 2020 heb ik, senior LFO-expert, onderzoek verricht in een
bedrijfspand gevestigd op de [adres 1] te Barendrecht. Het bedrijfspand was als
volgt ingericht:
-de werkplaats [W] over de gehele lengte van het bedrijf;
-een werkruimte [T] via een metalen trap te bereiken;
-een kantoorruimte [K];
-een opslagruimte [O] grenzend aan het kantoor;
-de ruimte in gebruik boven het kantoor en opslagruimte [B].
Werkplaats [W]
Tussen de metaalbewerkingsmachines en werkbanken werden onder andere de volgende gerelateerde goederen aangetroffen:
• Een gemodificeerde industriële rvs reactieketel inhoudsmaat 940 liter;
• 2 rvs reactie-opvangketels, inhoudsmaat 250 liter;
• 2 rvs koelbuizen tbv de gemodificeerde reactieketels, lengte 105 cm;
• Gasbrander;
• Motorsteun met rvs roerwerk;
• Rvs pijpjes tbv koelbuis;
• 2 oranje betonmolens beide vervuild met resten groen poeder, ruikend naar de geur van MDMA (XTC). De poeders van beide molens testten positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest). Beide molens zijn zeer waarschijnlijk gebruikt voor het mengen van tabletteermengsels;
• 4 zakken, voorzien van het opschrift:" Blue Diamond, Accent, Microcrystalline Cellulose, 20 kg", alle geheel gevuld met een wit poeder. Cellulose wordt gebruikt als hulpstof (bindmiddel) bij de vervaardiging van tabletten;
Boven kantoor [B]
Het dak van het kantoor en opslagruimte was in gebruik voor de opslag van diverse goederen. Onder andere de volgende gerelateerde goederen werden aangetroffen:
• Een nog niet gemodificeerde industriële ketel gelijk aan de werkplaats;
• Emmers en zakken gevuld met blauw, roze en geel poeder (tabletteermengsels zonder werkzame stof);
• Een houten pallet met daarop 8 vuilniszakken verpakt in zwarte folie. Na het openen van l zak bleek dat deze was gevuld met 4 sealzakken gevuld met groene tabletten. Deze tabletten waren voorzien van een logo (lijkend op een buldog met een kroon) en testten positief op de aanwezigheid van MDMA (XTC) (kleurreactietest).
Opslagruimte (O):
Onder andere de volgende gerelateerde goederen werden aangetroffen:
• Een gebruikte industriële mengmachine, merk DESA, waarvan de metalen mengkuip was vervuild met resten groen poeder. Dit poeder testte positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest);
• Een emmer gevuld met 1180 gram netto groen poeder. Dit poeder testte positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest);
• Een aangebroken zak met opschrift: "Magnesiumstearaat" gevuld met 11,6 kg wit poeder. Magnesiumstearaat wordt gebruikt als hulpstof bij de vervaardiging van tabletten;
• 6 zakken van 25 kg met etiket met opschrift: "microcrystalline Cellulose" alle geheel gevuld met een wit poeder. Cellulose wordt gebruikt als hulpstof (bindmiddel) bij de vervaardiging van tabletten;
• Een aangebroken zak met cellulose, 10,2 kg;
• Een aangebroken zak met lactose, 19,6 kg;
• Een gebruikte Grinder (maalmachine) vervuild met groen poeder. Dit poeder testte positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest);
• een gebruikte tabletteermachine, met plaats voor 12 matrijzen en 12 boven en 12 onder stempels. De machine was vervuild met resten groen poeder. Dit poeder testte positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest).
• een emmer inhoudende 12 matrijzen en 12 onder en boven stempels. De stempels waren voorzien van een gekruiste breuklijn en een logo lijkend op een buldog met een kroontjes, gelijk aan de eerder genoemde groene tabletten. De stempels waren vervuild met groen poeder. Dit poeder testte positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest);
werkruimte [T]
De ruimte was vermoedelijk gebruikt voor het bewerken en vervaardigen van tabletten. Ik zag dat de vloer en andere aanwezige goederen vervuild waren met een laagje poeder, ruikend naar de geur van MDMA. In deze ruimte werden onder andere de volgende goederen aangetroffen:
• 2 vuilniszakken beide voorzien van een geel label met opschrift gelijk aan de zakken aangetroffen boven op het kantoor. l zak was gevuld met sealzakken geheel gevuld met roze vierkante tabletten tevens voorzien van een gekruiste breuklijn en een logo gelijkend op een buldog met een kroontje.
4 witte emmers alle gevuld met blauwe vierkante tabletten, voorzien van een gekruiste breuklijn en een logo gelijkend op een buldog met een kroontje. Deze tabletten testen positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest).
• Potjes met blauwe tabletten met logo RollsRoyce, president Trump alle testte positief op de aanwezigheid van MDMA;
• Een potje met wit fijn poeder, 400 gram netto. Dit poeder testte positief op de aanwezigheid van MDMA (kleurreactietest).Vermoedelijk betrof dit poeder gemalen MDMA poeder;
• Een gebruikte stofzuiger waarvan de stofzuigerzak was gevuld met groen poeder, indicatief positief op de aanwezigheid van MDMA;
• Een gebruikte vacuüm sealmachine en een sealmachine;
• Weegschalen, zeven, schepjes;
• Emmers, plastic kratten vervuild met resten groen, blauw poeder;
• Sealzakken;
• Een aantal emmers, zakken met diverse stempels en matrijzen;
• Dozen met zakjes, 2,5 kg, talkpoeder en zakjes van 100 gram met diverse kleurstoffen.
Voorlopige interpretatie LFO
De aangetroffen goederen en chemicaliën zijn typische goederen en chemicaliën welke aangetroffen worden op locaties waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden. Het metaalbewerkingsbedrijf werd tevens gebruikt voor het maken en modificeren van productiemiddelen welke gebruikt worden voor de vervaardiging van (synthetische drugs). De werkruimte [T] was zeer waarschijnlijk gebruikt ten behoeve van het bewerken c.q. vervaardigen van synthetische drugs, namelijk het vervaardigen van tabletten met de
werkzame stof MDMA (XTC). Op verschillende plaatsen van dit bedrijf werden productiemiddelen (o.a. tabletteermachine), hulpstoffen (lactose, cellulose, magnesiumstearaat, talkpoeder, kleurstoffen) en tabletten (indicatief MDMA bevattend) aangetroffen. Gezien de hoeveelheid aangetroffen tabletten en hulpstoffen werd op deze locatie op (zeer) grote schaal tabletten vervaardigd.
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 6 mei 2020 (p. 559 e.v.) met als bijlage geschriften, te weten rapporten NFiDENT (p. 570 t/m 584) en een overzicht met per SIN nummer de daaraan gekoppelde hoeveelheden pillen en de uitslagen van de indicatieve en de identificerende tests (p. 586), voor zover inhoudende:
Op woensdag 29 april 2020 werd onderzoek gedaan naar de aangetroffen en in beslag genomen partij vermoedelijke verdovende middelen. De partij was aangetroffen op 22 april 2020 in een bedrijfspand aan [adres 1] 31 te Barendrecht. Hierbij werden de verdovende middelen op uiterlijk gesorteerd, gewogen en bemonsterd. De monsters zijn voorzien van SIN nummers: [sin-nummer 1]
Bijlage pagina 586: Uit alle indicatieve en identificerende testen blijkt dat de onderzochte monsters MDMA bevatten. Totaal aantal: 391.606 pillen.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 7 juli 2020, voor zover inhoudende (p. 907 e.v.):
Binnen het onderzoek Cicade19 zijn processen-verbaal van identificering, aanvragen historische verkeersgegevens en aanvragen bevel opnemen telecommunicatie opgemaakt waaruit blijkt dat verdachte [verdachte] de gebruiker is van telefoonnummer respectievelijk IMEI-nummer:
- [telefoonnummer 1]
- [telefoonnummer 2]
Binnen het onderzoek Cicade19 is gebleken dat de verdachte [verdachte] de beschikking heeft dan wel gebruik kan maken van de volgende motorvoertuigen:
  • Een personenauto van het merk/type Audi A3 voorzien van het kenteken [kenteken 1] en
  • Een personenauto van het merk/type Opel Adam, voorzien van het kenteken [kenteken 2] .
De Audi A3 was voorzien van een peilbaken in de periode 7 januari 2020 tot 22 april 2020.
De Opel Adam was voorzien van een peilbaken in de periode 27 maart 2020 tot 22 april 2020.
Door mij, verbalisant, zijn de reisbewegingen van de verdachte onderzocht naar het bedrijf [bedrijf] BV, welke is gevestigd [adres 1] Barendrecht.
11 november 2019:
Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zich op 11 november 2019 om 15:06:25 en 15:06:42 uur bevond onder het bereik van de respectievelijke KPN basisstations (startcellen) [-] en [-] . Deze KPN basisstations welke staan opgesteld op de locatie [adres 6] te Barendrecht hebben het
perceel [adres 1] te Barendrecht, alwaar het bedrijf [bedrijf] BV is gevestigd, onder hun zendbereik.
4 december 2019:
Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zich op 4 december 2019 tussen 15:16 en 15:40 uur bevond onder het bereik van de respectievelijke KPN basisstations (startcellen) [-] en [-] .
Deze KPN basisstations welke staan opgesteld op de locatie [adres 6] te Barendrecht hebben het perceel [adres 1] te Barendrecht, alwaar het bedrijf [bedrijf] BV is gevestigd, onder hun zendbereik.
29 januari 2020:
Ik zag dat op 29 januari 2020 te 08:07 uur de Audi A3, voorzien van het kenteken [kenteken 1] , vertrekt vanaf de locatie Dirkslandstraat 51 te Rotterdam. [verdachte] is woonachtig [adres 4] te Rotterdam. De Audi A3 komt op 29 januari 2020 omstreeks 14:00 uur aan op de locatie [adres 1] te Barendrecht. De Audi blijft op deze locatie geparkeerd staan tot 16:14 uur.
Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zich op 29 januari 2020 tussen 14:18 uur en 15:08 uur bevond onder het bereik van het KPN basisstation (startcel) [-] , 63402457 en 634003049.
Deze KPN basisstations welke staan opgesteld op de locatie [adres 6] te Barendrecht hebben het perceel [adres 1] te Barendrecht, alwaar het bedrijf [bedrijf] BV is gevestigd, onder hun zendbereik.
30 januari 2020
Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zich op 30 januari 2020 te 10:12 uur bevond onder het bereik van het KPN basisstation (startcel) [-] . Dit KPN basisstation welke staat opgesteld op de locatie [adres 6] te Barendrecht heeft het perceel [adres 1] te Barendrecht, alwaar het bedrijf [bedrijf] BV is gevestigd, onder zijn zendbereik.
Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zich op 30 januari 2020 te 10:33 en 10:34 uur bevond onder het bereik van het KPN basisstations (startcel) [-] en [-] . Deze KPN basisstations welke staan opgesteld op de locatie [adres 6] te Barendrecht en hebben onder meer het perceel [adres 1] te Barendrecht onder hun zendbereik.
Ik zag dat op 30 januari 2020 te 08:07 uur de Audi A3, voorzien van het kenteken [kenteken 1] , vertrekt vanaf de locatie [adres 8] te Rotterdam. Ik zag de Audi tussen 10:07 en 10:14 uur geparkeerd stond ter hoogte van het perceel Bijdorp- [adres 7] te Barendrecht. De Audi A3 stond geparkeerd in de directe nabijheid van het perceel [adres 1] te Barendrecht, alwaar het bedrijf [bedrijf] BV gevestigd is.
9 februari 2020
Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zich op 9 februari 2020 te 15:26 uur bevond onder het bereik van het KPN basisstation (startcel) [-] . Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het IMEI-nummer [telefoonnummer 2] zich op 9 februari 2020 te 15:57 uur bevond onder het bereik van het KPN basisstation (startcel) [-] welke staat opgesteld op de locatie [adres 6] te Barendrecht heeft het perceel [adres 1] , alwaar het bedrijf [bedrijf] BV is gevestigd, onder zijn zendbereik.
10 februari 2020
Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zich op 10 februari 2020 te 12:46 uur bevond onder het bereik van het KPN basisstation (startcel) [-] . Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het IMEI nummer [telefoonnummer 2] zich op 10 februari 2020 te 14:13 uur bevond onder het bereik van het KPN basisstation (startcel) [-] . Dit KPN basisstation welke staat opgesteld op de locatie [adres 6] te Barendrecht heeft het perceel [adres 1] te Barendrecht, alwaar het bedrijf [bedrijf] BV is gevestigd, onder zijn zendbereik.
11 februari 2020
Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het IMEI-nummer [telefoonnummer 2] zich op 11 februari 2020 te 19:11 uur bevond onder het bereik van het KPN basisstation (startcel) [-] . Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zich op 11 februari 2020 te 19:31 uur bevond onder het bereik van het KPN basisstation (startcel) [-] . Deze KPN basisstations welke staan opgesteld op de locatie [adres 6] te Barendrecht hebben het perceel [adres 1] te Barendrecht, alwaar het bedrijf [bedrijf] BV is gevestigd, onder hun zendbereik.
22 februari 2020
Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zich op 22 februari 2020 te 13:24, 17:33 en 18:04 uur bevond onder het bereik van de respectievelijke KPN basisstations (startcellen) [-] , [-] .
Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het IMEI-nummer [telefoonnummer 2] zich op 22 februari 2020 te 15:56 uur bevond onder het bereik van het KPN basisstation (startcel) [-] . Deze KPN basisstations welke staan opgesteld op de locatie [adres 6] te Barendrecht hebben het perceel [adres 1] te Barendrecht , alwaar het bedrijf [bedrijf] BV is gevestigd, onder hun zendbereik.
25 februari 2020
Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zich op 25 februari 2020 tussen 20:01 en 21:48 uur bevond onder het bereik van het KPN basisstation (startcel) [-] . Dit KPN basisstation welke staat opgesteld op de locatie [adres 6] te Barendrecht heeft het perceel [adres 1] te Barendrecht, alwaar het bedrijf [bedrijf] BV is gevestigd, onder zijn zendbereik.
26 februari 2020
Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zich op 25 februari 2020 te 03:20 en 03:22 uur bevond onder het bereik van de respectievelijke KPN basisstations (startcellen) [-] en [-] . De KPN basisstation [-] , welke staat opgesteld op de locatie [adres 6] te Barendrecht heeft het
perceel [adres 1] te Barendrecht, alwaar het bedrijf [bedrijf] BV is gevestigd, onder hun zendbereik.
13 maart 2020
Ik zag aan de telecomgegevens dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] op 13 maart 2020 zich tussen 13:19 uur en 15:58 uur bevond onder het bereik van de respectievelijke KPN basisstations (startcellen) [-] , [-] en [-] . Deze KPN basisstations welke staan opgesteld op de locatie [adres 6] te Barendrecht hebben het perceel [adres 1] te Barendrecht, alwaar het bedrijf [bedrijf] BV is gevestigd, onder hun zendbereik.
2 april 2020
Ik zag dat op 2 april 2020 te 11 :32 uur de Opel Adam, voorzien van het kenteken [kenteken 2] , geparkeerd stond ter hoogte van het perceel [adres 4] te Rotterdam. Ik zag de Opel Adam daarna naar de locatie [adres 1] te Barendrecht is gereden. Ik zag dat de Opel Adam op 2 april 2020 tussen 13:09 en 13:43 uur geparkeerd heeft gestaan ter hoogte van perceel [adres 1] .
6 april 2020
Ik zag dat de Opel Adam, voorzien van het kenteken [kenteken 2] , op 2 april 2020 tussen 12:18 en 12:29 uur geparkeerd heeft gestaan ter hoogte van perceel [adres 1] . Ik zag dat de Opel tussen 13:01 en 13:39 uur geparkeerd heeft gestaan ter hoogte van het perceel [adres 1] te Barendrecht.
9 april 2020
Ik zag dat op 9 april 2020 omstreeks 11:18 uur de Opel Adam, voorzien van het kenteken [kenteken 2] , vertrekt vanaf de locatie [adres 8] te Rotterdam en gaat naar de [adres 1] te Barendrecht. Omstreeks 13:09 tot 13:11 stopt de Opel Adam ter hoogte van perceel Bijdorp- [adres 10] te Barendrecht. Deze locatie is in de directe nabijheid van het bedrijf [bedrijf] BV, welke is gevestigd Bijdorp- [adres 1] Barendrecht. Na kort gestopt te hebben vertrekt de Opel weer.
17 april 2020
Ik zag dat op 9 april 2020 omstreeks 08:07 uur de Audi A3, voorzien van het kenteken [kenteken 1] , vertrekt vanaf de locatie [adres 4] te Rotterdam en gaat naar de [adres 1] te Barendrecht. Ik zag dat de Audi tussen 08:30 tot 08:44 gestopt is ter hoogte van perceel [adres 1] alwaar het bedrijf [bedrijf] BV is.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 23 april 2020, voor zover inhoudende (p. 208 e.v.):
Op 7 januari 2020 werd tijdens observatie waargenomen dat [verdachte] bij de [adres 2] te Rotterdam een gevulde bigshopper van het merk Action uit zijn voertuig laadt, die hij vervolgens in de woning brengt. Ongeveer een kwartier later worden er voor de woning goederen in een Opel Combo voorzien van kenteken [kenteken 3] geladen. Dit voertuig staat op [naam 3] van [bedrijf] B.V. Deze Opel Combo rijdt na het inladen naar het perceel [adres 1] 31 te Barendrecht, waar een bigshopper van het merk Action wordt uitgeladen.
Op 2 maart 2020 werd tijdens observatie waargenomen dat [verdachte] met de Opel uit de loods [adres 1] rijden. Tevens wordt waargenomen dat in de loods een grote ketel op zilverkleurige pootjes staat.
Op 25 maart 2020 werd tijdens observatie waargenomen dat in het perceel [adres 1] persoon gekleed in geheel wit "pak" naast een portocabin, gelegen aan de rechterzijde van het perceel, staat. Vijf minuten na deze waarneming, wordt waargenomen dat [verdachte] het perceel verlaat en in de Adam vertrekt.
5. Het proces-verbaal van verdenking [medeverdachte 3] , opgemaakt op 6 mei 2020, voor zover inhoudende (p. 802):
H.B. [medeverdachte 3] is op basis van de bevindingen van een observatieactie van 2 maart 2020, herkend als één van de personen die tegelijkertijd met [naam 5] [verdachte] bij [bedrijf] aanwezig was. Hierbij was [medeverdachte 3] in het bezit van een roodkleurige Opel Combo, voorzien van kenteken [kenteken 3] .
6. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 5] , opgemaakt op 30 april 2020, voor zover inhoudende (p. 292, 299 en 300):
(p. 292) Waar ik wel iets mee te maken kan hebben, zijn twee grote tanks, melk silo's. In begin december kwam [naam 2] . Daarna vroeg hij in december of wij zo een tank konden maken. Ik zei nee dat kunnen wij niet. Toen had hij iets op internet gevonden in begin december. Of ik kon gaan kijken of ze er goed uitzagen. Zo ja, moest ik deze kopen en meenemen, dit was 1150 euro. Ik kreeg contant geld van hem mee. Ze zagen er goed uit en heb ze toen gekocht. Hij ging hiermee met een vriend van hem alcohol destilleren. Er moest alleen nog een koperen leiding om heen om hem te verwarmen of te koelen. Een vriend van hem, had originelen gekocht en kwam dit aan hem laten zien, in Barendrecht. Hij maakte daar wat foto's en tekeningen of wij dat konden maken en wat wij niet konden, liet hij iemand anders doen. (…) Hij kwam wel naar de zaak en met een andere man. Ik had er geen goed gevoel over.
(p. 297)
V: Wij tonen u nogmaals foto bijlage A, en vragen u wie de man op de foto is?
A: Bij nader inzien, hij lijkt op een donkere jongen die bij [naam 2] was. Zijn naam [naam 3] , of [naam 4] , of [naam 5] .
V: Hij was vaak bij [naam 2] zegt u, hoe vaak?
A: Een keer of vier. Of 2 of 3. Het kan ook zijn dat hij er vaker is geweest maar ik hem niet gezien heb.
(p. 299)
V: U heeft ook verklaard dat in het bedrijf van uw zoon weleens ketels zijn gemaakt?
A: Nee er worden nooit ketels gemaakt. Wij kunnen geen ketels maken.
V: En ketels aanpassen?
A: Ja dat wat ik verteld heb.
V: Door wie is die opdracht gegeven om dat te maken?
A: Door [naam 2] . Ik heb dat samen met [medeverdachte 4] gemaakt.
V: U heeft gezegd: Hij ging hiermee met een vriend van hem alcohol destilleren. Wie bedoelde u met die vriend?
A: Die donkere jongen.
(p. 300)
V: Hoe zit dat met de tekeningen die gevonden zijn in de auto, in de Dodge.
A: Die ketels heb ik wel gezien en ik heb er een tekening van gemaakt. Dat zijn andere ketels die hebben ze een keer laten zien in een busje. Die donkere man en [naam 2] kwamen met nieuwe ketels aan, en hebben gevraagd of wij die kunnen maken. Toen heb ik een schets gemaakt, maar wij kunnen die niet maken.
7. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 25 mei 2021, voor zover inhoudende:
[medeverdachte 3] kende jongens die goed waren in metaal bewerken. Als [medeverdachte 3] mensen kende die dat ook konden, wilde ik die graag leren kennen. Ik ben met [medeverdachte 3] meegegaan naar de heren en hij heeft mij voorgesteld aan de heren [naam 8] . Ik ben daar wel vaker geweest.
8. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 7 november 2020, voor zover inhoudende (p. 1004 e.v.):
In aanvulling op het pv doorzoeking van 22 april 2020 van de doorzoeking in [bedrijf] B.V. wordt hieronder vastgelegd welke maskers zijn aangetroffen op dit plaats delict. In de loods bevond zich achterin een ruimte, die alleen via een trap was te bereiken. In deze ruimte werden onder andere twee mondmaskers aangetroffen. Masker 1: Dit goed heeft als sin-nummer [sin-nummer 2] . De bemonstering heeft als sin-nummer [sin-nummer 2] . Uit DNA onderzoek blijkt dit spoor het DNA van verdachte [verdachte] te bevatten. Masker 2: Aangetroffen in dezelfde ruimte als het andere masker. Uit de rapportage van het NFI van 23 oktober 2020 van het onderzoek aan de bemonstering [sin-nummer 2] binnenzijde mondkapje bleek dat daarop DNA werd aangetroffen van een onbekende man.
9. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 16 november 2020, voor zover inhoudende (p. 1016):
Ik, verbalisant, heb van de sporen met individualisatie uitgezocht op welk goed deze is aangetroffen en waar dit goed in beslag werd genomen.
Sporen met individualisatie op verdachte [verdachte]
Dactyloscopisch spoor
Aangetroffen op goed
SIN-Numme r
SIN-Nummer
Omschrijving goed
Plaats vei ligstellen
[sin-nummer 2]
[sin-nummer 2]
Tekening ketels
[adres 1] 31 te
Barendrecht
[sin-nummer 2]
[sin-nummer 2]
Tekening ketels
[adres 1] 31 te
Barendrecht
[sin-nummer 2]
[sin-nummer 2]
Tekening ketels
[adres 1] te
Barendrecht
10. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 mei 2020, voor zover inhoudende (p. 692-693)
Op 22 april 2020 vond een doorzoeking plaats in een woning aan de [adres 2] in Rotterdam. Tijdens de doorzoeking in de inpandige garage van de woning werd een 6 tal jerrycans aangetroffen met opschrift Methanol. (…) Mij is ambtshalve bekend dat methanol wordt gebruikt voor het kristalliseren van amfetamineolie.
11. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 25 mei 2021, voor zover inhoudende:
Ik heb die zes jerrycans methanol daar neergezet. Ik gebruikte dat om metalen mee schoon te maken.
12. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 mei 2020, voor zover inhoudende (p. 641 e.v.):
[adres 3] te Westmaas betreft het woonadres van de vader van [verdachte] . Door het observatieteam werd meermaals waargenomen dat [verdachte] het perceel van de [adres 3] oprijdt en na korte tijd het perceel weer verlaat.
Op woensdag 22 april 2020 vond een doorzoeking plaats in de garage op het perceel [adres 3] te Westmaas. Voorafgaand aan de doorzoeking werd de bewoner van het pand (vader [verdachte] ) gevraagd om de garage te openen, waarop (vader) [verdachte] verklaarde dat hij geen sleutel had maar dat die in bezit was van zijn zoon Willem.
13. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 23 april 2020, voor zover inhoudende (p. 142 e.v.), met als bijlage een inventarislijst (p. 146 e.v.):
Op 22 april 2020 is een doorzoeking gedaan in de vrijstaande garage achter de woning perceel [adres 3] te Westmaas. Op de begane grond werden er drie Action tassen op de vloer achter een bestelbus aangetroffen. In de tassen zaten onder andere met vloeistof gevulde jerrycans voorzien van etiket methylethylketon, etiket aceton en etiket ammoniak.
In de aangetroffen bestelbus, Opel Vivaro [kenteken 4] , zijn er 2 roermotoren aangetroffen.
De 1e verdieping bestaat uit één open ruimte die kennelijk als opslag in gebruik is. In deze ruimte lagen onder andere 2 ongebruikte RVS ketels, een vacuümsealmachine, een hydraulische persframe tot 18 ton, gelaatmaskers, handschoenen, verpakkingsmateriaal, diverse kleurpoeders en tal van vloeistoffen (Hydriodic acid, Aceton, Ammoniak, amonium hydroxide, benzylcyanide, hypofosforigzuur). Verder zijn er onder andere pillenstempels met een Y logo en een ster logo aangetroffen.
De zolder bestaat uit 2 aparte kamers. In de tweede kamer zijn onder andere aangetroffen een krat met ballonnen, een doos met pipetten, rol doorzichtige sealfolie, gemodificeerde snelkookpan en 7 kartonnen dozen met laboratoriumglaswerk.
Inventarislijst p. 146
totaal 90L zwavelzuur
Totaal 95L zwavelzuur
M.064: Hydraulische persframe tot 18 ton
14. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 mei 2020 (p. 646 e.v.) met fotobijlage (p. 656 e.v) , voor zover inhoudende:
Op woensdag 22 april 2020 heb ik verbalisant, een onderzoek ingesteld aan goederen en chemicaliën, welke waren aangetroffen in een losstaande garage op het perceel [adres 3] te Westmaas. (…)
Interpretatie LFO:
Op deze locatie is een zeer grote verscheidenheid aan chemicaliën aangetroffen die te relateren zijn aan diverse productieprocessen van (synthetische) drugs. Ter plaatse zijn ook glaswerk, persmallen en stempels aangetroffen. Ook zijn er diverse aantekeningen (M.008 en M.021) gevonden. De volgende processen zijn beschreven in de aangetroffen aantekeningen:
- MDMA productie vanuit PMK met behulp van de koude methode;
- MDMA kristallisatie;
- MDA productie vanuit PMK met behulp van de Leuckart synthese;
- Amfetamine productie vanuit BMK met behulp van de Leuckart synthese.
- Omzetting van amfetamine in metamfetamine;
- Metamfetamine productie vanuit (pseudo)efedrine met behulp van jood en hypofosforigzuur;
- Metamfetamine kristallisatie;
- BMK productie vanuit preprecursor;
- GHB productie vanuit GBL.
Amfetamine
Ter plaatse is 2,7 kg wit poeder, vermoedelijke MAPA, aangetroffen. MAPA is een grondstof voor de productie van benzylmethylketon (BMK). Dit is een grondstof voor de productie van amfetamine.
Met behulp van het aangetroffen glaswerk op zolder kan op kleine schaal amfetamine geproduceerd worden met de aangetroffen chemicaliën. De beschrijvingen van beide processen zijn aangetroffen in de aantekeningen.
De aangetroffen gardes en spatels met IBN code M.019 waren verontreinigd met witte brokjes en aangekoekte pasta. Deze testte positief op de aanwezigheid van amfetamine. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat deze gebruikt zijn bij de kristallisatie van amfetamine olie in amfetamine pasta.
Metamfetamine
Er zijn diverse chemicaliën aangetroffen die passen bij de vervaardiging van metamfetamine. De aangetroffen combinatie van chemicaliën duidt op de mogelijkheid om vanuit diverse grondstoffen metamfetamine te maken.
Naast amfetamine, kan ook metamfatamine geproduceerd worden vanuit BMK. BMK kan met behulp van aluminium (M.050), kwikchloride (M.050), methylamine (M.047 en M. 050) en een oplosmiddel omgezet worden in metamfetamine.
MDMA
De bovenstaande methode met behulp van aluminium, kwikchloride en methylamine kan ook gebruikt worden voor de productie van MDMA. Dit is de werkzame stof in XTC tabletten.
Daarnaast staat in de aantekeningen ook beschreven hoe MDMA kan worden geproduceerd met behulp van de zogenaamde 'koude methode'.
Cocaïne
Op deze locatie zijn diverse goederen aangetroffen die passen bij het terugwinnen, versnijden en het opnieuw persen van cocaïne. Hiervoor kunnen diverse oplosmiddelen gebruikt worden waaronder methylethylketon (MEK), aceton en ethylacetaat.
De cocaïne zit over het algemeen ergens in verborgen. Om het er uit te halen, moet dit
geëxtraheerd worden. Dit gebeurt door het te extraheren materiaal fijn te maken en te mengen met water en/of ammonia (M.037, M0.47 en M0.67). Vervolgens wordt hieraan een organisch oplosmiddel toegevoegd dat niet oplosbaar is in water zoals hexaan of (was)benzine (M.040) en dit wordt gedurende enige tijd gemengd. De oplosmiddelfractie met daarin de cocaïnebase wordt afgescheiden en gefiltreerd. Vervolgens wordt verdund zwavelzuur (M.053 en M.054) toegevoegd. De cocaïne zal als sulfaatzout in de waterige vloeistof oplossen. De oplossingen worden vervolgens weer gescheiden. Vervolgens wordt de cocaïnebase opgelost in aceton (M.044 en M0.67) en/of MEK (M.067 en M0.68). Hier wordt zoutzuur (M.036) aan toegevoegd, waarna het zoutzure zout van cocaïne neerslaat. Dit wordt nogmaals gefiltreerd om het te scheiden van de oplosmiddelen. Tot slot wordt de verkregen cocaïne opgelost met behulp van aceton en gemengd met versnijdingsmiddelen. Het mengsel wordt in een mal gedaan (M.068), voorzien van een logo (M.068), en met behulp van een persframe (M.046) en potkrik samengedrukt. Na het persen kan het gevormde blok nog verder worden gedroogd en vervolgens voorzien worden van de gewenste verpakking, zoals ballonnen, vershoudfolie en sealzakken.
Aanvullend ten aanzien van feit 2
15. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 20 april 2020, voor zover inhoudende (p. 84):
Uit opgenomen en beluisterde gesprekken van de verdachte [verdachte] werd bekend dat hij in de
periode van 13 maart 2020 tot 14 april 2020 meerdere gesprekken heeft gevoerd met de gebruiker van het telefoonnummer 31615201601, waarvan de gebruiker werd vastgesteld als [medeverdachte 1] . Uit raadpleging van de politiesystemen werd bekend dat [medeverdachte 1] antecedenten heeft op de Opiumwet. Gezien de inhoud van deze gesprekken, en het feit dat contact [medeverdachte 1] aangeeft dat hij met betrekking tot de aanschaf van een apparaat dat hij een verhaal voor ze bedacht heeft, ontstond het vermoeden dat [medeverdachte 1] en verdachte [verdachte] het apparaat willen aanschaffen voor de productie van synthetische drugs. Gezien deze vermoedens werd de telecommunicatie van de telefoonaansluiting van [medeverdachte 1] van telefoonnummer [telefoonnummer 3] opgenomen en beluisterd. Uit een van deze gesprekken werd
bekend dat [medeverdachte 1] belde met het bedrijf [Bedrijf] en informeerde naar de kosten van 2 verschillende types tabletteermachines, de FE35 en de FE55 met een productiecapaciteit van respectievelijk 367,200 en 626,400 tabletten per uur.
16. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 25 mei 2021, voor zover inhoudende:
U houdt mij voor dat uit telefoongesprekken de verdenking naar voren komt dat ik via [medeverdachte 1] tabletteermachines wil bestellen. Ik wilde alleen informatie. Ik ken [medeverdachte 1] en heb gevraagd of hij wilde bellen voor mij. Hij komt net wat netter over dan ik.
Feit 5
17. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 23 april 2020, voor zover inhoudende (p. 530):
Op 22 april 2020 zijn meerdere doorzoekingen verricht, waarbij contante geldbedragen in beslag zijn genomen. [adres 4] in Rotterdam: bedrag na formele telling 21.510 euro.
18. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 25 mei 2021, voor zover inhoudende:
Het bedrag van ruim 21.000 euro is mijn geld.
Feit 6
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL0600-2020163742 (onderzoek DALI/ON5R20028), van de politie eenheid Oost Nederland, districtsrecherche Gelderland-Zuid (doorgenummerd pagina 1 t/m 303). De inhoud is steeds zakelijk weergegeven.
19. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 30 april 2020, voor zover inhoudende (p. 73 tot en met 83):
Op 14 april 2020 heb ik, senior LFO-expert bij de Landelijke Eenheid, Dienst Specialistische Operaties, Landelijk Forensisch Service Centrum, Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO), onderzoek verricht op de locatie [adres 5] te Beusichem. De locatie betrof een boerderij bestaande uit een woning en diverse opstallen. Op verschillende plaatsen van de boerderij stonden gebruikte onderdelen, productiemiddelen en verpakkingen met chemicaliën, van de productieplaats van synthetische drugs opgeslagen, namelijk in twee ruimtes van een schuur [B], een schuur [A] achterop het terrein en op diverse plaatsen buiten op het terrein (achterzijde bedrijf) [T].
Schuur [B]
De schuur was verdeeld in 3 ruimtes, één in gebruik als stal met koeien en de twee rechtse ruimtes met onder andere goederen gebruikt voor de vervaardiging c.q. bewerking van synthetische drugs. In de middelste ruimte [B2] stond, enigszins verdekt opgesteld achter een houten pallet en stukken karton, een opstelling ten behoeve van het scheiden van gedestilleerde (stoomdestillatie) amfetamine base (olie) geheel gevuld met amfetamine base (indicatief). Verder stond hiernaast een tafel met een aantal maatbekers met amfetamine base en emmers met amfetamine base.
De rechter ruimte [BI] was onder andere in gebruik voor de opslag van verschillende verpakkingen met synthetische drugs gerelateerde vloeistoffen.
Ruimte [B2]
-witte 30 L emmers met totaal 60 liter amfetamine base (olie) (indicatief);
-maatbekers met totaal 5 liter amfetamine base (olie) (indicatief);
-scheitrechter met 32 liter amfetamine base (olie) (indicatief);
-een rvs koelbuis met steun passend op destillatieketel T15;
-zakken (heel en aangebroken) met totaal 55 kg caustic soda (natriumhydroxide);
-thermometers, gebruikte persoonlijke beschermingsmiddelen (volgelaatsmasker);
Ruimte [B1]
-jerrycans, emmers, pannen vervuild met resten destillatie afval amfetamine;
-jerrycan met l liter amfetamine base (olie) indicatief;
-jerrycan met 10 liter amfetamine base (olie) indicatief;
-witte emmer met 13 liter BMK (grondstof (met)amfetamine) indicatief;
-een zak met 24 kg APAAN (grondstof BMK) indicatief;
Schuur[A]
Van deze schuur was het achterste deel gebruikt voor de vervaardiging van drugs. De gebruikte productiemiddelen (reactieketels, destillatieketels) staan verspreid opgeslagen op het (buiten)terrein. In deze ruimte stonden onder andere 5 1000 liter containers (IBC's) met synthetische drugsafval (780 liter), 2 220 liter dopvaten deels gevuld met een loogoplossing, een gebruikte 120 L scheitrechter, 2 rvs koelbuizen passend op reactieketels (T10 en T11) en een giertank. In de giertank stonden:
-emmers en jerrycans vervuild met resten basisch afval;
-10 jerrycans met 235 liter zoutzuur;
-4 jerrycans met 100 liter mierenzuur;
-l jerrycan met 25 liter formamide;
-2 witte 30 liter emmers met totaal 56 liter amfetamine base (olie) indicatief;
Buiten terrein [T]
Aan de achterzijde van het bedrijf stonden op verschillende plaatsen gebruikte productiemiddelen, 1000 liter containers (IBC's) met synthetisch drugs afval en jerrycans met chemicaliën en afval opgeslagen, onder andere:
-6 1000 liter IBC's met amfetamine/BMK gerelateerd afval totaal 2360 liter;
-5 60 liter jerrycans met totaal 300 liter afval;
-4 220 liter dopvaten met totaal 560 liter formamide;
-20 jerrycans met totaal 350 liter mierenzuur;
Gebruikte en nieuwe productiemiddelen onder andere:
-2 gebruikte en vervuilde destillatieketels (gemodificeerde bierfusten);
-2 gebruikte rvs reactieketels (gemodificeerde melkketels) beide voorzien van een roermechanisme, inhoudsmaat 442 liter;
-een nieuwe rvs reactieketels (gemodificeerde melkketel) voorzien van een roermechanisme, inhoudsmaat 580 liter;
- een gebruikte en vervuilde destillatieketel;
-een gebruikte stoomketel;
-een houten krat met o.a. 13 gebruikte gasbranders, slangen, roermotor.
Voorlopige interpretatie LFO
De aangetroffen goederen en chemicaliën zijn typische goederen en chemicaliën welke aangetroffen worden op locaties waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden. Op deze locatie zijn alle benodigde productiemiddelen en de grondstoffen en hulpstoffen aangetroffen die gebruikt worden voor de vervaardiging c.q. bewerking van BMK vanuit een pre-precursor (APAAN) met een sterk zuur (zoutzuur) en amfetamine volgens de Leuckart (loog) methode met behulp van BMK. Op de locatie werd tevens in totaal 164 liter amfetamine base (indicatief) aangetroffen. Ook werd op deze locatie in totaal ongeveer 2660 liter aan afval (vloeibaar) aangetroffen welke gerelateerd is aan de vervaardiging van BMK en amfetamine. Het is zeer aannemelijk dat de ruimte [A] van de achterste schuur gebruikt is voor de vervaardiging van amfetamine met behulp van de hierboven genoemde productiemiddelen en chemicaliën.
20. Het proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, opgemaakt op 15 april 2020, voor zover inhoudende (p. 61 en 63)
Op dinsdag 14 april 2020 heb ik, verbalisant, een forensisch onderzoek ingesteld op de locatie [adres 5] , 4112 NM Beusichem. In een schuur werd amfetamine-olie en bij de productie van die amfetamine-olie vrijkomende afvalstoffen aangetroffen. Ik zag dat naast de tafel een papieren zak stond met daarin handschoenen.
Ik, verbalisant, heb uit die papieren zak in beslag genomen, veiliggesteld, verpakt en gewaarmerkt:
- 2 witte nitril handschoenen (SIN [sin-nummer 2] en SIN [sin-nummer 1] ).
21. Het geschrift, te weten een rapport DNA-onderzoek, voor zover inhoudende (p. 201 tot en met 203):
Resultaten van het vergelijkend DNA onderzoek:
SIN: [sin-nummer 1] #Ol (gehele binnenzijde [sin-nummer 1] ): DNA profiel van minimaal 1 man; DNA kan afkomstig zijn van verdachte [verdachte] .
Bewijskracht van het vergelijkend DNA onderzoek:
Voor het berekenen van de bewijskracht van de overeenkomsten tussen het DNA-profiel van [verdachte] en DNA-profiel [sin-nummer 1] #01 is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van één persoon.
Onder deze aannames zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder het volgende hypothesepaar:
Hypothese l: De bemonstering bevat DNA van verdachte [verdachte] .
Hypothese 2: De bemonstering bevat DNA van één willekeurige onbekende persoon, niet
verwant aan verdachte [verdachte] .
Het DNA-profiel [sin-nummer 1] is meer dan l miljard keer waarschijnlijker wanneer
hypothese l waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
22. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 23 juni 2020, voor zover inhoudende (p. 184 en 185):
Uit de inzet van BOB-middelen is, voor wat betreft verdachte [verdachte] in relatie tot het adres [adres 5] te Beusichem, nader te noemen PD, het volgende gebleken:
Inzet observatieteam:
  • Op 07 april 2020 werd gezien dat verdachte [verdachte] om 16.44 uur met een bruine Opel Adam voorzien van het kenteken [kenteken 2] de PD oprijdt.
  • Op woensdag 15 april 2020 werd gezien dat verdachte [verdachte] om 18.12 uur in een zwarte Renault Megane voorzien van het kenteken [kenteken 5] stapte. Dit voertuig stond op een vrachtwagenparkeerplaats aan de [adres 16] te Beusichem, op twee à drie (auto)minuten afstand gelegen van de PD.
Bakengegevens:
- Op dinsdag 31 maart 2020 van 16.20 uur tot en met 20.50 uur geeft het baken, geplaatst op de Opel Adam voorzien van kenteken [kenteken 2] , als locatie [adres 5] en [adres 11] Beusichem aan. De [adres 11] ligt op 400 meter afstand van de inrit van PD.
- Van dinsdag 07 april 2020 16.44 uur tot en met woensdag 08 april 2020 00.02 uur geeft het baken, geplaatst op de Opel Adam voorzien van kenteken [kenteken 2] , de locaties [adres 5] , [adres 11] en [adres 5] te Beusichem aan.
- Op vrijdag 10 april 2020 van 15.53 uur tot en met 20.26 uur geeft het baken, geplaatst op de Opel Adam voorzien van kenteken [kenteken 2] , de locaties [adres 5] , [adres 11] en [adres 5] te Beusichem aan.
- Op maandag 13 april 2020 van 15.47 uur tot en met 20.45 uur geeft het baken, geplaatst op de Opel Adam voorzien van kenteken [kenteken 2] , de locaties [adres 5] , [adres 11] en [adres 5] te Beusichem aan.
Bovendien ontvingen we van het met onderzoek CICADE19 belaste onderzoeksteam de informatie dat uit telefoongegevens bleek dat [verdachte] op de volgende data en omstreeks genoemde tijdstippen op of in de nabije omgeving van de PD is geweest:
- 7 maart 2020 vanaf 20.42 uur
- 16 maart 2020 vanaf 21.44 uur
- 14 april 2020 vanaf 17:04 uur.
Uit analyse van tap- en historische telefoongegevens van verdachte [verdachte] in onderzoek
CICADE19 is tevens gebleken dat zijn toestel op de navolgende dagen en tijdstippen gebruik heeft gemaakt van de volgende basisstations / masten:
- 21 december 2019: 16:28:33 uur [adres 12] te Culemborg
- 24 december 2019: 15:11 uur [adres 13] Buren; 15:09:07 uur/15:09:26 uur/15:11:05 uur [adres 15] Beusichem; 15:20:55 uur [adres 14] Tricht
- 29 december 2019: 13:00:29 uur [adres 12] te Culemborg
- 30 december 2019: 15:40:36 uur [adres 15] Beusichem
- 10 februari 2020: 22:13:40 uur [adres 14] Tricht
- 27 februari 2020: 10:57:28 uur/11:18:17 uur [adres 15] Beusichem
De hierboven vermeldde adressen betreffen de locaties van (telecom)masten. Op bijgevoegde fotobijlage zijn genoemde adressen / masten aangeduid en is de PD omcirkelt. De locatie [adres 13] te Buren valt net buiten de bijlage.
23. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 25 mei 2021, voor zover inhoudende:
U houdt mij voor dat het terrein [adres 5] te Beusichem is betreden, waarna [naam 1] een aantal zaken aanwees en verklaarde over het maken drugs door drie mannen op zijn terrein. Het klopt dat ik daar ben geweest. Ik heb die boer wel een paar keer gezien. Als ik wat ging langsbrengen, gaf ik dat aan hem.
24. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 1] , opgemaakt op 14 april 2020, voor zover inhoudende (p. 97 e.v.)
(p. 99) Vanochtend zouden ze om 08.00 uur alles ophalen om te stomen. Hij stuurde op de PGP dat ze vandaag wat later zouden komen. Wat in de loods stond was het eindproduct.
(p.100) V: De spullen gebracht zei u. Wie heeft of hebben dat gedaan?
A: Verschillende mensen. Ik heb daar geen namen van. Alleen de naam 'Lovebitsches' in mijn PGP is degene die dat regelde. Er staat ook een 'BMW' in, het autobedrijf, en een ' [naam 7] '. Dat is een loopjochie, die moet een keer wat heen en weer rijden en brengen.
V: Wanneer is dit begonnen?
A: Ja, ik ben erover begonnen voor nieuw jaar. Toen is er steeds iets gebracht. En zo rond half februari is de eerste keer gesmolten. Dan begin je met het hele proces.
(p. 101) eigenlijk zijn die 'Lovebitsches' die in de PGP staat, en de Spanjaard die in mijn eigen telefoon staat, de belangrijkste kopstukken.
(p. 103) V: Door hoeveel mensen werd er geproduceerd?
A: 2 of 3 personen. Meestal 2.
A: De eerste keer was het half februari en net voor de Corona en daarna kwamen ze terug. Als ze bezig waren geweest dan duurt het weer 3 weken voordat ze terug komen
V: Waren dit steeds dezelfde personen?
A: Ja, dit waren BMW, Lovebitches en [naam 7] . De Spanjaard heeft nooit mee gewerkt.
25. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 1] , opgemaakt op 16 april 2020, voor zover inhoudende (p. 108 e.v.)
(p. 110) V: U heeft eergisteren verklaard over LoveBitches. Kunt u een signalement geven van LoveBitches?
A: Geslacht: Man. Huiskleur: Donker. Hij had een Noord-Afrikaanse huidskleur. Leeftijd: Jong ik denk begin 30 jaar oud. Postuur: Gespierd mannetje Sportschool type. Lengte: Niet groot 170 centimeter lang. Haarkleur: zwart. Hij had meerdere tatoeages op zijn beide armen.
V: Ik begreep dat LoveBitches een bijnaam had. Kunt u die nogmaals benoemen?
A: De Bruine.
(p. 111)
A: Ik weet dat de Spanjaard en LoveBitches samen werkten met de Stotteraar. Ik wist dat hij binnen zat, want hij zou dingen regelen en nu moest LoveBitches dat doen.
V: Hoe wist u dat er mensen spullen kwamen brengen?
A: Ik kreeg een bericht op mij PGP om een afspraak te maken. De bruine stuurde mij de berichten. Hij regelde alles. Als hij spullen kwam brengen was er ook nog altijd iemand anders bij.
(p. 113) Ik weet dat de Spanjaard goed was voor de spullen en het geld en de Bruine deed de productie.
A: De bruine schreef de recepten op briefjes. [naam 6] en die [naam 7] wisten niet hoe ze het moesten maken. (…) De tweede levering stond klaar toen jullie kwamen.
V: Met wie had u de prijs afspraken gemaakt?
A: Met de Bruine.
A: De Spanjaard deed alleen de investering
(p. 114) V: Deden [naam 6] en de [naam 7] ook helpen bij de productie?
A: Ja als loop jochie. Ze hadden er geen bal verstand van.
26. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 14 september 2020, voor zover inhoudende (p. 149):
Tijdens het derde verhoor werd verdachte [naam 1] foto's getoond van de medeverdachten. [naam 1] herkent de medeverdachten op de foto’s en noemt daarbij de bijnamen van verdachten.
Uit onderzoek blijkt dat:
Verdachte [naam 1] herkent [verdachte] op getoonde foto;
De bijnamen van [verdachte] zijn ilovebadbitches/ lovebitches/De Bruine.