ECLI:NL:RBDHA:2021:5862
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en inreisverbod met motiveringsgebrek
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, die de Jordaanse nationaliteit bezit, had beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod dat op 26 oktober 2020 door de staatssecretaris was uitgevaardigd. Dit besluit was gebaseerd op de vrees dat de eiser zich aan het toezicht zou onttrekken, waarbij verweerder zowel lichte als zware gronden aanvoerde. De rechtbank constateerde dat de eiser de gronden van het terugkeerbesluit niet betwistte, maar vond dat het inreisverbod niet voldoende gemotiveerd was. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris had nagelaten om de door de eiser aangevoerde omstandigheden, zoals zijn betrokkenheid bij een familiebedrijf in Nederland, in de beoordeling mee te nemen. Dit leidde tot een motiveringsgebrek, waardoor het bestreden besluit in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het inreisverbod, terwijl de proceskosten van de eiser werden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.