In deze zaak hebben eisers, geboren op [geboortedatum] en [geboortedatum] en van Eritrese nationaliteit, beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin hun aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) werd afgewezen. De rechtbank heeft op 2 juni 2021 uitspraak gedaan in de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken, waarbij de eisers zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de eisers en de identiteit en het overlijden van hun biologische ouders niet zijn aangetoond, wat cruciaal is voor de beoordeling van hun aanvraag. De rechtbank heeft overwogen dat er geen bewijsnood aan de kant van eisers is en dat de familierechtelijke relatie met de biologische ouders niet kan worden vastgesteld. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de staatssecretaris terecht geen aanvullend onderzoek heeft aangeboden, gezien de contra-indicaties die aanwezig waren. De rechtbank heeft de afwijzing van de aanvraag als terecht beoordeeld en het beroep ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.