ECLI:NL:RBDHA:2021:5844

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 mei 2021
Publicatiedatum
8 juni 2021
Zaaknummer
C/09/602084 / JE RK 20-2569
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nieuwe machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor minderjarige

Op 26 mei 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2004. Deze beschikking betreft een nieuwe (traject)machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De kinderrechter heeft eerder op 20 november 2020 een ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd en een machtiging verleend voor opname in een gesloten accommodatie tot 28 mei 2021. De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken en de zitting met gesloten deuren voortgezet, waarbij de minderjarige, zijn advocaat, de gecertificeerde instelling, de moeder en de vader aanwezig waren.

Het gewijzigde verzoek van de gecertificeerde instelling strekt tot machtiging voor opname van [minderjarige] in een gesloten accommodatie en aansluitend tot uithuisplaatsing in een open setting bij ‘s Heeren Loo. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] zich positief heeft ontwikkeld en klaar is voor de overstap naar een vervolgsetting. De kinderrechter oordeelt dat er ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van [minderjarige] belemmeren, en dat opname in een gesloten accommodatie noodzakelijk is om te voorkomen dat hij zich aan de jeugdhulp onttrekt.

De kinderrechter heeft de machtiging tot opname in de gesloten accommodatie verleend van 28 mei 2021 tot 28 juni 2021, en machtigt de gecertificeerde instelling om [minderjarige] van 7 juni 2021 tot 28 november 2021 dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. E.C.M. Bouman, kinderrechter, in tegenwoordigheid van V.A.H. Schoorl als griffier. Hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/602084 / JE RK 20-2569
Datum uitspraak: 26 mei 2021

Beschikking van de kinderrechter

Nieuwe (traject)machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp
Nieuwe (traject)machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder
in de zaak naar aanleiding van het op 30 oktober 2020 ingekomen verzoekschrift van:

Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,

betreffende:
- [minderjarige]geboren op [geboortedag] 2004 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] ,
advocaat: mr. M.W. Kuiper te Rijswijk.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[de vrouw]

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats 1] .
De kinderrechter merkt als informant aan:

[de man]

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats 2]

Het procesverloop

Bij beschikking d.d. 20 november 2020 heeft de kinderrechter in deze rechtbank de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd van 28 november 2020 tot 28 november 2021, alsmede een machtiging verleend om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven van 28 november 2020 tot 28 mei 2021, en de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden tot deze zitting.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder thans ook:
  • voornoemde beschikking d.d. 20 november 2020;
  • de e-mail van de gecertificeerde instelling d.d. 21 mei 2021.
Op 26 mei 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren voortgezet. Daarbij zijn verschenen:
  • [minderjarige] , bijgestaan door zijn advocaat;
  • mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] de gecertificeerde instelling;
  • de moeder;
  • de vader.

Verzoek

Het gewijzigde verzoek strekt tot machtiging [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp en aansluitend tot machtiging [minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot het einde van de ondertoezichtstelling, te weten tot 28 november 2021.
Aan het verzoek ligt het volgende ten grondslag. [minderjarige] heeft zich de afgelopen periode positief ontwikkeld en is klaar voor de overstap naar een vervolgsetting. Op 4 juni zal de intake plaatsvinden en vanaf 7 juni 2021 kan hij terecht bij ‘s Heeren Loo. Deze open groep is in de buurt van zijn familie en heeft [minderjarige] veel te bieden qua dagbesteding. De gecertificeerde instelling verzoekt daarom een trajectmachtiging, zodat [minderjarige] nog voor korte duur op de gesloten groep kan blijven tot hij kan worden overgeplaatst.
[minderjarige] heeft, mede bij monde van zijn advocaat, ingestemd met het verzochte. [minderjarige] heeft verklaard dat het goed met hem gaat en dat hij achter de plaatsing bij ‘s Heeren Loo staat. Zijn advocaat heeft benadrukt dat het in het belang van [minderjarige] is dat hij door middel van een trajectmachtiging wordt overgeplaatst naar een open groep bij ‘s Heeren Loo, omdat het duidelijk is dat hij zich niet verder kan ontwikkelen op [verblijfplaats]
De moeder heeft ingestemd met het verzochte.

Beoordeling

De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige] zich aan de jeugdhulp die hij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Daarbij overweegt de kinderrechter dat de zeventienjarige [minderjarige] zich de afgelopen periode actief heeft ingezet en een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. [minderjarige] is hierdoor klaar voor een open setting en kan op 7 juni worden overgeplaatst naar ‘s Heeren Loo. Tot [minderjarige] kan worden overgeplaatst is het in zijn belang dat hij kan blijven profiteren van de structuur en stabiliteit binnen het gesloten kader. De kinderrechter zal de trajectmachtiging daarom als volgt toewijzen. De gesloten machtiging zal voor een maand worden toegewezen, zodat de overstap van [minderjarige] zonder problemen kan verlopen. De machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder zal de kinderrechter toewijzen vanaf 7 juni 2021 tot het einde van de ondertoezichtstelling, te weten 28 november 2021. Zodra [minderjarige] is overgeplaatst van de gesloten setting naar de open groep kan niet meer opnieuw gebruik worden gemaakt van de gesloten machtiging.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.2, eerste lid, van de Jeugdwet, van 28 mei 2021 tot 28 juni 2021;
en
machtigt Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland aansluitend om [minderjarige] van 7 juni 2021 tot 28 november 2021 dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder;
en
bepaalt dat van de machtiging om de minderjarige in een bepaalde categorie te plaatsen slechts één keer gebruik mag worden gemaakt en dat die machtiging, als er gebruik van wordt gemaakt, vervalt met ingang van de datum dat van de machtiging ten aanzien van een andere categorie gebruik wordt gemaakt.
Verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 26 mei 2021 door mr. E.C.M. Bouman, kinderrechter, in tegenwoordigheid van V.A.H. Schoorl als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 8 juni 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.