Op 26 mei 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2004. Deze beschikking betreft een nieuwe (traject)machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De kinderrechter heeft eerder op 20 november 2020 een ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd en een machtiging verleend voor opname in een gesloten accommodatie tot 28 mei 2021. De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken en de zitting met gesloten deuren voortgezet, waarbij de minderjarige, zijn advocaat, de gecertificeerde instelling, de moeder en de vader aanwezig waren.
Het gewijzigde verzoek van de gecertificeerde instelling strekt tot machtiging voor opname van [minderjarige] in een gesloten accommodatie en aansluitend tot uithuisplaatsing in een open setting bij ‘s Heeren Loo. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] zich positief heeft ontwikkeld en klaar is voor de overstap naar een vervolgsetting. De kinderrechter oordeelt dat er ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van [minderjarige] belemmeren, en dat opname in een gesloten accommodatie noodzakelijk is om te voorkomen dat hij zich aan de jeugdhulp onttrekt.
De kinderrechter heeft de machtiging tot opname in de gesloten accommodatie verleend van 28 mei 2021 tot 28 juni 2021, en machtigt de gecertificeerde instelling om [minderjarige] van 7 juni 2021 tot 28 november 2021 dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. E.C.M. Bouman, kinderrechter, in tegenwoordigheid van V.A.H. Schoorl als griffier. Hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.