Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
namens de Staatzouden kunnen doen. Dat blijkt ook wel uit het overgelegde bericht van een medewerker van de Tsjechische ambassade in Damascus, die verzoekt om een note verbale
van de Staat, die kan worden doorgeleid naar de Syrische autoriteiten. Voor zover [eiseres] anders heeft betoogd, wordt daaraan dan ook als onvoldoende onderbouwd voorbij gegaan. Daarbij is ook relevant dat de Staat heeft betoogd dat hij niet alleen niet zelf wenst over te gaan tot (in)direct contact met de Syrische autoriteiten, maar dat hij het ook van belang acht dat andere EU-landen geen enkel contact met die autoriteiten leggen. Dat zou namelijk kunnen legitimeren dat het regime een bepaalde erkenning krijgt, terwijl de Staat dat nu juist wil voorkomen, met als doel dat de situatie in Syrië uiteindelijk zal verbeteren. Een verzoek aan andere staten om de Staat te hulp te schieten op de door [eiseres] gewenste wijze, past niet bij voormelde doelstelling, zo stelt de Staat. Dit komt de voorzieningenrechter alleszins begrijpelijk voor en past binnen de politieke afweging die de Staat mag maken.