ECLI:NL:RBDHA:2021:5722

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 juni 2021
Publicatiedatum
7 juni 2021
Zaaknummer
AWB 20/8765
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak zonder connexiteit

Op 2 juni 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 20/8765. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van vreemdelingenrecht. Verzoekers, [Naam 1] en [Naam 2], vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. D.S. Harhangi-Asarfi, hebben verzocht om te bepalen dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de uitzetting van verzoekers achterwege dient te laten totdat op hun beroep is beslist. Dit verzoek is gedaan in het kader van een lopende procedure met zaaknummer AWB 20/8764.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak gedaan buiten zitting. In zijn overwegingen heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat er geen aanleiding is om de gevraagde voorziening toe te kennen, aangezien op 27 mei 2021 al op het beroep is beslist. Het verzoek is derhalve kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in tegenwoordigheid van G. de Keuning als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken, en een afschrift van de uitspraak is verzonden. Deze uitspraak heeft betrekking op bestuursrecht en vreemdelingenrecht, en is van belang voor de betrokken partijen in de context van hun juridische procedures.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 20/8765
V-nummers: [Nummer 1] en [Nummer 2]

uitspraak van de voorzieningenrechter voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[Naam 1], verzoeker,

[Naam 2], verzoekster
hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers
gemachtigde mr. D.S. Harhangi-Asarfi,
tegen

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

verweerder.

Overwegingen

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak buiten zitting.
De voorzieningenrechter is verzocht om hangende beroep in de procedure met zaaknummer AWB 20/8764 te bepalen dat verweerder de uitzetting van verzoekers achterwege dient te laten, totdat op het beroep is beslist.
In het onderhavige geval is er geen aanleiding tot het treffen van de gevraagde voorziening, nu op 27 mei 2021 op het beroep is beslist. Het verzoek is kennelijk ongegrond en wordt daarom afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van G. de Keuning, griffier. Deze beslissing is op
in het openbaar uitgesproken.
Afschrift verzonden op: