Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 april 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Liberiaanse nationaliteit. De eiser was op 20 maart 2021 in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze maatregel, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 29 maart 2021 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunten toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanhouding van eiser niet op een vreemdelingenrechtelijke grond was gebaseerd, maar op een strafrechtelijke aanhouding wegens het overtreden van de avondklok. De rechtbank oordeelt dat de gronden voor de maatregel van bewaring door verweerder voldoende zijn onderbouwd en dat eiser niet heeft aangetoond dat er onvoldoende rekening is gehouden met zijn medische omstandigheden. De rechtbank concludeert dat er zicht op uitzetting bestaat, ondanks eerdere pogingen die niet tot uitzetting hebben geleid. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 2 april 2021.