Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 april 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft. Eiser was in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring is opgelegd omdat er een risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken en de voorbereiding van zijn uitzetting belemmert. Eiser heeft tegen deze maatregel beroep ingesteld, waarbij hij tevens een verzoek om schadevergoeding heeft ingediend.
Tijdens de zitting op 29 maart 2021 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunten toegelicht. Eiser betwistte de gronden voor de maatregel van bewaring, maar de rechtbank oordeelde dat de zware en lichte gronden die door verweerder zijn aangevoerd, in onderlinge samenhang bezien, voldoende basis bieden voor de maatregel. Eiser voerde aan dat er geen zicht op uitzetting bestaat, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet het geval is. De rechtbank wees erop dat de eerdere maatregel van bewaring in 2017 niet betekent dat er nu geen zicht op uitzetting is. Verweerder heeft aangegeven dat er een laissez passer (LP) zal worden aangevraagd bij de Marokkaanse autoriteiten, wat de rechtbank als een legitieme stap beschouwde.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 2 april 2021 en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.