ECLI:NL:RBDHA:2021:5559

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 juni 2021
Publicatiedatum
2 juni 2021
Zaaknummer
09-767114-20
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van poging tot moord en andere strafbare feiten met vuurwapen en valse bankbiljetten

Op 2 juni 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van poging tot moord, het bezit van cocaïne en het in voorraad hebben van valse bankbiljetten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 5 april 2020, samen met een medeverdachte, het slachtoffer tweemaal in de benen heeft geschoten met een vuurwapen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte, door met een mogelijk defect wapen op korte afstand op het onderlichaam van het slachtoffer te schieten, de aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer heeft aanvaard. De verdachte had voorafgaand aan het schietincident een plan gemaakt om het slachtoffer te schaden, wat blijkt uit chatgesprekken en observaties. De rechtbank achtte het medeplegen van poging tot moord bewezen, evenals het bezit van ongeveer 1000 gram cocaïne en het in voorraad hebben van valse bankbiljetten ter waarde van €492.800. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar en moest een schadevergoeding van €8.207,50 betalen aan het slachtoffer.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/767114-20
Datum uitspraak: 2 juni 2021
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag 1] 1984 te [geboorteplaats 1] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting Rotterdam, locatie De Schie.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 22 september 2020, 15 december 2020, 22 februari 2021 (allen pro forma) en 18 en 19 mei 2021 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. W. Bos en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. J.P.R. Broers naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 5 april 2020 te Den Haag, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en (al dan niet) met voorbedachten rade, [slachtoffer] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat
opzet en (al dan niet) na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, althans eenmaal, met een (vuur)wapen richting en/of op het lichaam van [slachtoffer] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 april 2020 te Den Haag, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel, te weten een of meerdere schotwonden heeft toegebracht (ten gevolge waarvan een kogel in het lichaam van [slachtoffer] is achtergebleven) door met een (vuur)wapen meermalen, althans eenmaal, op het lichaam van [slachtoffer] te schieten;
meer subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 april 2020 te Den Haag, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk, meermalen, althans eenmaal, met een (vuur)wapen op het lichaam van [slachtoffer] heeft geschoten, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
2. hij op of omstreeks 9 juni 2020 te Capelle aan den IJssel, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1000 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3. hij op of omstreeks 9 juni 2020 te 's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een hoeveelheid bankbiljet(ten), te weten in totaal Euro 492.800, dat/die verdachte zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing verdachte, toen hij dat/die ontving, bekend was, met het oogmerk om dat/die als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, in voorraad heeft gehad;

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde en tot bewezenverklaring van het onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde en het onder 2 en 3 tenlastegelegde.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens de verdachte vrijspraak van het onder 1 en 3 tenlastegelegde bepleit en heeft zich met betrekking tot het onder 2 tenlastegelegde op het standpunt gesteld dat dit bewezen kan worden verklaard.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
Feiten 1 en 3
De rechtbank heeft de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden in de bijlage opgenomen.
Feit 2
De rechtbank zal voor het onder 2 tenlastegelegde feit volstaan met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte heeft dit tenlastegelegde feit bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.
De rechtbank bezigt de volgende bewijsmiddelen:
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer 2020093897 van de politie eenheid Den Haag, Dienst Regionale Recherche, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 835):
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting
van 18 mei 2021;
2. Het proces-verbaal van doorzoeking met bijlagen, opgemaakt op 9 juni 2020 (p. 331-334);
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 juni 2020 (p. 359-360);
4. Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, opgemaakt op 10 juni 2020 (p. 361).
3.4.
Bewijsoverwegingen
Feit 1
Feitelijke toedracht
De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Op 5 april 2020 is [slachtoffer] , nadat hij uit zijn auto stapte op de parkeerplaats bij zijn woning aan Het Oord in Den Haag, door een man met een vuurwapen in zijn been geschoten. [slachtoffer] is vervolgens naar nabijgelegen bosjes gerend en is daar gestruikeld. Terwijl hij in de bosjes lag, werd hij door de schutter nogmaals, dit keer in zijn andere been, geschoten. De schutter rende vervolgens samen met een andere man naar een motor. De andere man stapte als bestuurder op de motor, de schutter stapte achterop. Tenslotte zijn de mannen op de motor weggereden, het Zonneoord op, in de richting van de Hengelolaan.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de verdachte betrokken is geweest bij dit schietincident en zo ja, in welke hoedanigheid.
De rechtbank komt op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen tot de conclusie dat de verdachte de schutter is geweest en [medeverdachte 1] de bestuurder van de motor. Sinds 1 april 2020 hebben zij de aanslag op [slachtoffer] gezamenlijk voorbereid. De rechtbank komt tot deze conclusies op basis van het volgende.
De motor die door de daders is gebruikt, betreft de motor die op 4 april 2020 door [medeverdachte 1] is gehuurd en op 6 april 2020 is teruggebracht bij [bedrijf 2] . Zowel bij het ophalen als bij het terugbrengen van de motor werd [medeverdachte 1] vergezeld door de verdachte, die daarbij in zijn auto reed. De motorjassen die de daders droegen ten tijde van het schietincident, en die zeer kort daarna zijn aangetroffen in een sloot in Poeldijk, zijn van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] en de verdachte passen in de signalementen van de daders die [slachtoffer] heeft gegeven en die de politie aan de hand van camerabeelden van een deel van het incident heeft vastgesteld. Op de kraag en het linkermanchet van de motorjas van het merk Macna, die blijkens de camerabeelden werd gedragen door de bijrijder, is het DNA van de verdachte aangetroffen. Op de kraag van de motorjas van het merk Advanced Experience, die blijkens de camerabeelden werd gedragen door de bestuurder, is het DNA van [medeverdachte 1] aangetroffen. Ook op een van de gehuurde helmen is het DNA van [medeverdachte 1] aangetroffen. Op één van de patronen die zijn aangetroffen op het plaats delict, is het DNA van de verdachte aangetroffen. Onder de auto van [slachtoffer] is een baken aangetroffen. Ook op dit baken is het DNA van de verdachte aangetroffen. In het baken zat een SIM-kaart die blijkens de historische verkeersgegevens in gebruik was bij de verdachte. De laatste periode waarbinnen het baken dataverbindingen maakte, begon op 1 april 2020. Uit de gevorderde verkeersgegevens blijkt dat de voertuigen waar [medeverdachte 1] en de verdachte gebruik van maakten, zich in de dagen voorafgaand aan het schietincident (van 1 april tot en met 4 april 2020) in de omgeving van de plaats delict hebben bevonden. Op basis van ANPR-gegevens in combinatie met encrochatberichten kan vastgesteld worden dat [medeverdachte 1] gebruik maakte van het encrochataccount ‘ [naam 1] ’. Op 4 april 2020 om 21.17 uur (daadwerkelijke tijd 23.17 uur) verstuurt ‘ [naam 1] ’ immers het bericht “Moerdijkburg over, we stampem nu”. Uit ANPR-gegevens blijkt dat de BMW voorzien van het [kenteken 1] , waarvan [medeverdachte 1] gebruik maakte, op 4 april 2020 om 23.16 uur op de A16 RE 44.3 Moerdijkbrug geregistreerd wordt. De gebruiker met de ‘’nickname’’ ‘ [naam 1] ’ gebruikte bovendien een PGP-telefoon met [imei nummer 1] . Dit nummer maakte het meest gebruik van een zendmast binnen het bereik van het woonadres van [medeverdachte 1] . Uit chats tussen [naam 1] ’ enerzijds en ‘ [naam 2] ’ en ‘ [naam 3] ’ anderzijds blijkt dat [medeverdachte 1] op 2 respectievelijk 4 april 2020 op zoek was naar een vuurwapen met een demper en dat er op 4 april 2020 haast bij was.
Alternatief scenario
Verklaring verdachte
De verdachte heeft verklaard dat hij op 19 december 2019 in een belhuis was. In dat belhuis vroeg iemand hem de simkaart voor het baken op te waarderen via zijn telefoon. Dat heeft hij gedaan. De verdachte heeft verklaard dat hij toen het baken heeft gezien en vastgehad toen hij de simkaart na het opwaarderen weer in het baken deed. Langs deze weg is het DNA van de verdachte op het baken terecht gekomen. De verdachte wil niet verklaren wie hem heeft gevraagd de simkaart op te waarderen en van wie het baken was.
Ten aanzien van het DNA van de verdachte op een patroon dat is gevonden op het plaats delict heeft de verdachte verklaard dat het goed mogelijk is dat zijn DNA via een ander voorwerp op het patroon terecht is gekomen. Als het baken dat hij in zijn handen heeft gehad nadien met het patroon in aanraking is geweest, dan is de kans volgens de verdachte groot dat zijn DNA zo op het patroon terecht is gekomen.
Over het DNA van de verdachte op de motorjas heeft hij verklaard dat hij [medeverdachte 1] vaker naar een motorverhuurbedrijf bracht. [medeverdachte 1] nam zijn eigen motorjassen mee en gaf die aan de verdachte om in de auto te leggen. Langs deze weg is zijn DNA op de kraag van de motorjas terecht gekomen.
De BMW van de verdachte is in de dagen voorafgaand aan het schietincident gelokaliseerd in de omgeving van de plaats delict. Door de verdachte is hierover verklaard dat hij toen niet in de auto heeft gereden, maar dat hij zijn auto heeft uitgeleend. Aan wie hij zijn auto heeft uitgeleend, wilde de verdachte niet verklaren.
Overweging rechtbank
De rechtbank acht de verklaring van de verdachte over de wijze waarop zijn DNA op het baken terecht is gekomen niet aannemelijk. De verdachte heeft zijn verklaring niet nader onderbouwd. Zo heeft hij niet willen verklaren wie hem heeft gevraagd om de simkaart van het baken op te waarderen en van wie het baken was.
De verklaring dat het DNA van de verdachte via het baken op het patroon terecht is gekomen, acht de rechtbank ongeloofwaardig en niet onderbouwd.
Ook de verklaring dat de verdachte zijn auto drie opeenvolgende dagen heeft uitgeleend is niet nader onderbouwd. De verdachte heeft immers niet willen verklaren aan wie hij zijn auto heeft uitgeleend.
De verklaringen van de verdachte zijn naar het oordeel van de rechtbank, gelet op het vorenstaande en de bewijsmiddelen in het dossier, derhalve niet aannemelijk geworden. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat het de verdachte is geweest die bij het schietincident op 5 april 2020 als bijrijder op de motor zat en op [slachtoffer] heeft geschoten.
Opzet
Bij beantwoording van de vraag of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan (het medeplegen van) een poging tot moord, dient de rechtbank als eerste de vraag te beantwoorden of de verdachte het (voorwaardelijk) opzet heeft gehad om [slachtoffer] van het leven te beroven.
Uit de encrochatgesprekken tussen [naam 4] ( [medeverdachte 2] ) en [naam 1] [medeverdachte 1] ) blijkt dat zij niet de bedoeling hadden om [slachtoffer] van het leven te beroven. In die gesprekken wordt op 2 april 2020 immers besproken dat [slachtoffer] twee keer in zijn been moest worden geschoten, met de bedoeling dat hij daarvan zijn leven lang last krijgt. Uit het dossier blijkt niet dat de verdachte een andere bedoeling heeft gehad. Van opzet in onvoorwaardelijke zin is geen sprake. Dat laat onverlet dat sprake kan zijn van voorwaardelijk opzet op de dood, dat wil zeggen dat de verdachten weliswaar niet de bedoeling hadden om [slachtoffer] te doden, maar dat zij wel bewust de aanmerkelijke kans hebben aanvaard dat hij als gevolg van hun handelen zou komen te overlijden.
De beantwoording van de vraag of de gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het zal moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten.
De verdachte heeft [slachtoffer] tweemaal vanaf korte afstand (circa anderhalve meter respectievelijk circa twee meter) met een vuurwapen in zijn benen geschoten. Direct voorafgaand aan die schoten heeft het wapen een aantal keer gehaperd. Hieruit leidt de rechtbank af dat ofwel het vuurwapen niet goed functioneerde, ofwel dat de verdachte een ongeoefende schutter is, ofwel beiden. De rechtbank is van oordeel dat het schieten met een mogelijk gebrekkig vuurwapen door een mogelijk ongeoefende schutter van een afstand van circa anderhalve tot twee meter, in de richting van het onderlichaam van een persoon, de aanmerkelijke kans oplevert dat die persoon daardoor komt te overlijden. De kans is dan groot dat de kogels op een andere plaats terechtkomen dan de bedoeling was, of dat de kogels wel in de benen terechtkomen, maar daar direct of indirect (na het afketsen van de kogel) zulk ernstig letsel (bijvoorbeeld een slagaderlijke bloeding) veroorzaken, dat dit de dood tot gevolg heeft. Dat dit in de onderhavige situatie ook een reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid was, blijkt uit het feit dat een van de kogels op slechts enkele millimeters na de slagader in het rechter onderbeen heeft gemist.
Uit de bewijsmiddelen blijkt bovendien dat de verdachten onder druk stonden om [slachtoffer] die dag neer te schieten, of het nu druk was op straat of niet. De verdachte schrok toen hij [slachtoffer] aan zag komen rijden. Hij was een ongeoefend schutter en/of maakte gebruik van een gebrekkig vuurwapen. Toen hij [slachtoffer] de eerste keer wilde neerschieten, haperde het wapen. Toen het wapen, na een aantal keren doorladen en overhalen van de trekker, eenmaal afging en het been van [slachtoffer] werd geraakt, sloeg het slachtoffer op de vlucht. De verdachte is hem met het vuurwapen achtervolgd. Toen [slachtoffer] in de bosjes ten val was gekomen, heeft de verdachte hem – nadat het wapen opnieuw een aantal keren had geweigerd – ook in het andere been geschoten. Dit heeft zich allemaal binnen een kort tijdsbestek afgespeeld. Het onder deze omstandigheden schieten met een vuurwapen op een persoon is een buitengewoon gevaarlijke gedraging, die naar haar uiterlijke verschijningsvorm zo zeer is gericht op het doden van die persoon, dat het niet anders kan dan dat de schutter bewust de aanmerkelijke kans op de dood van die persoon heeft aanvaard.
De rechtbank ziet geen aanwijzingen dat dit in dit geval anders zou zijn. Dat de verdachte zou hebben gericht op de benen van [slachtoffer] , doet niet af aan het feit dat hij onder de hiervoor genoemde omstandigheden twee kogels heeft afgeschoten in de richting van een persoon: een gedraging die, zoals reeds is overwogen, is gericht op het doden van die persoon. Dat uit de encrochatgesprekken naar voren komt dat het slechts de bedoeling was om [slachtoffer] een lesje te leren – en niet om hem te doden – doet daaraan evenmin af. Dat lesje moest immers geleerd worden door hem in de benen te schieten, juist met alle risico’s op een dodelijke afloop van dien. De rechtbank is derhalve van oordeel dat de verdachte opzet, in voorwaardelijke zin, had op de dood van [slachtoffer] .
Voorbedachten rade
Voor een bewezenverklaring van het bestanddeel 'voorbedachten rade' moet komen vast te staan dat de verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de voorbedachten rade dat uit de chatberichten in het dossier blijkt dat de verdachten al een aantal dagen voorafgaand aan het schietincident het plan hadden om het slachtoffer in zijn benen te schieten. Ook blijkt uit de chatgesprekken en de vervoersbewegingen van de voertuigen van de verdachte en [medeverdachte 1] dat zij het slachtoffer meerdere dagen voorafgaand aan het schietincident op 5 april 2020 hebben geobserveerd en de wacht hebben gehouden bij zijn woning. Daarnaast hebben zij een aantal dagen voor het schietincident een baken onder de auto van het slachtoffer geplaatst. De verdachten hebben vervolgens een dag voor het schietincident een motor gehuurd die gebruikt is bij het schietincident.
De rechtbank stelt op grond van deze feiten en omstandigheden vast dat de verdachte en zijn medeverdachten al een aantal dagen een vooropgezet plan hadden om met een vuurwapen op het slachtoffer te schieten. De verdachten hebben niet in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling gehandeld, zij hebben voldoende gelegenheid gehad om over het besluit en de gevolgen hiervan na te denken en zich daarvan rekenschap te geven. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de verdachten hebben gehandeld met voorbedachten rade.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat sprake is geweest van medeplegen door de verdachten en overweegt hiertoe als volgt. Volgens vaste jurisprudentie kan een nauwe en bewuste samenwerking blijken uit de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. Het gaat erom of de verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het delict.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte en de medeverdachte een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan het delict. Voor [verdachte] behoeft dit geen betoog nu hij de schutter is geweest. Daarnaast heeft hij een grote rol gehad in de voorbereidingen voor het incident door een baken onder de auto van het slachtoffer te plaatsen en de dagen voorafgaand aan het incident het slachtoffer te observeren. Maar ook ten aanzien van [medeverdachte 1] is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking en een wezenlijke bijdrage. [medeverdachte 1] heeft via het encrochat account [naam 1] contact onderhouden met de opdrachtgever [naam 4] , hem op de hoogte gehouden van de vorderingen en hem direct bericht toen het slachtoffer was neergeschoten. Daarnaast heeft [medeverdachte 1] de motor gehuurd die is gebruikt, heeft hij samen met [verdachte] voorverkenningen gedaan en het slachtoffer in de dagen ervoor in de gaten gehouden. Voorts heeft [medeverdachte 1] het wapen gekocht dat bij het schietincident is gebruikt. Samen zijn de verdachten per motor naar het plaats delict gereden, waar [verdachte] op het slachtoffer heeft geschoten. [medeverdachte 1] heeft hierbij nog een duw aan het slachtoffer gegeven om te voorkomen dat hij weg kon komen van [verdachte] .
Conclusie
Op grond van het bovenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het onder feit 1 primair ten laste gelegde medeplegen van een poging tot moord.
Feit 3
Door de raadsman is betoogd dat de bankbiljetten er dusdanig vals uitzagen dat dit in één oogopslag duidelijk was. De bankbiljetten waren daarom volgens de raadsman niet geschikt om als echt geld uitgegeven te worden.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman op grond van de overweging dat een ander gebruik van valse bankbiljetten dan deze als echt en onvervalst uit te geven dan wel te doen uitgeven zich moeilijk laat denken, temeer nu het gaat om een zeer groot aantal bankbiljetten, ter waarde van bijna 500.000 euro, en de bankbiljetten blijkens de foto op
p. 269 van het dossier, anders dan de verdediging stelt, niet ongeschikt waren om door te gaan voor echt geld.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte vals geld in voorraad heeft gehad met het oogmerk om dit geld als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven.
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1. hij op 5 april 2020 te Den Haag, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, met een vuurwapen op het lichaam van [slachtoffer] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. hij op 9 juni 2020 te Capelle aan den IJssel opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1000 gram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3. hij op 9 juni 2020 in Nederland opzettelijk een hoeveelheid bankbiljetten, te weten in totaal Euro 492.800, waarvan de valsheid of vervalsing verdachte, toen hij die ontving, bekend was, met het oogmerk om die als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, in voorraad heeft gehad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren en zes maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat uitsluitend een veroordeling kan volgen voor het onder feit 2 tenlastegelegde en verzoekt bij de strafoplegging hiervoor rekening te houden met de LOVS oriëntatiepunten en het feit dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een poging tot moord, waarbij hij op klaarlichte dag midden in een woonwijk meerdere keren met een vuurwapen op het slachtoffer heeft geschoten. Een brutale aanslag waardoor de lichamelijk integriteit van het slachtoffer op ernstige wijze is geschonden. Dat het slachtoffer daarbij niet om het leven is gekomen, is een gelukkig toeval geweest, dat niet aan het handelen van de verdachten te danken is. Veel mensen, waaronder kinderen, waren getuige van het feit dat er op het parkeerterrein voor hun woning meerdere schoten werden gelost. Er liep zelfs een voorbijganger vlak langs de verdachten op het moment dat er op het slachtoffer werd geschoten. Hun gevoel van veiligheid is door het handelen van de verdachten ernstig aangetast.
De berichten die de verdachten voorafgaand aan en na afloop van het schietincident aan elkaar hebben verstuurd, geven een schokkend beeld van de planning, voorbereiding en uitvoering van het schietincident. Bij de verdachten lijkt geen enkel normbesef te hebben bestaan over de ernst van het feit. Ook ter zitting heeft de verdachte geen blijk gegeven van enig besef van of inzicht in de ernst van wat er is gebeurd. Uit de handelwijze van de verdachten spreekt een grote onverschilligheid voor de veiligheid en de persoonlijke integriteit van anderen. Dat rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan.
Daarnaast heeft de verdachte een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne voorhanden gehad. Het is algemeen bekend dat cocaïne stoffen bevat waarvan het gebruik zeer schadelijk is voor de volksgezondheid en dat deze stoffen leiden tot verslaving bij de gebruikers hiervan. Door zich hiermee in te laten werkt de verdachte tevens mee aan het in stand houden van drugsgerelateerde criminaliteit.
Tot slot is er bij de verdachte een zeer grote hoeveelheid valse bankbiljetten aangetroffen en had hij de bedoeling om dit geld als echt het betalingsverkeer in te brengen. Hiermee heeft de verdachte het vertrouwen dat in chartaal geld moet kunnen worden gesteld ondermijnd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 13 april 2021. Hieruit blijkt dat de verdachte meerdere keren met politie en justitie in aanraking is gekomen voor onder andere vermogensdelicten en geweldsfeiten.
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van de door de verdediging overgelegde stukken omtrent de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en van wat de verdachte hierover zelf ter terechtzitting heeft verklaard.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de ernst van de feiten en het strafblad van de verdachte, niet kan worden volstaan met een andere straf dan een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Door de officier van justitie is een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren en zes maanden geëist. De officier van justitie is daarbij uitgegaan van een bewezenverklaring van medeplegen van een poging tot zware mishandeling. De rechtbank zal medeplegen van een poging tot moord bewezen verklaren, een ernstiger feit waarbij een zwaardere straf passend is. Zij acht een gevangenisstraf van acht jaren passend en geboden.

7.De vordering van de benadeelde partij/de schadevergoedingsmaatregel

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 28.999,50, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit € 1.038,50 aan materiële schade en € 27.961,- aan immateriële schade.
7.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gehele vordering kan worden toegewezen.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht om de vordering af te wijzen gelet op de bepleite vrijspraak van de tenlastegelegde feiten.
Subsidiair verzoekt de raadsman om de gevorderde immateriële schade te matigen tot een bedrag dat overeenkomt met de toepasselijke categorie 3 van de lijst van het schadefonds geweldsmisdrijven en met de toegewezen schade in vergelijkbare zaken.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezenverklaarde feit. De vordering tot vergoeding van de materiële schade, voor zover deze betrekking heeft op de posten ‘ziekenhuiskosten’, ‘kledingschade’ en ‘eigen risico’, is namens de benadeelde partij voldoende onderbouwd en kan naar het oordeel van de rechtbank worden toegewezen. Dit geldt niet voor de post ‘telefoonkosten’ nu uit het dossier blijkt dat de telefoon de dagen na het schietincident nog in werking was. Deze schadepost zal dan ook worden afgewezen.
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks immateriële schade heeft geleden door het bewezenverklaarde feit. Dat het slachtoffer eerder bekend was met psychische problematiek doet aan dat oordeel niet af. Namens de benadeelde partij is voldoende onderbouwd dat het strafbare feit geestelijk letsel heeft veroorzaakt. De rechtbank acht het gevorderde bedrag aan immateriële schadevergoeding echter onvoldoende onderbouwd. Gelet op wat namens de benadeelde partij ter toelichting op zijn vordering is aangevoerd, en gelet op wat in vergelijkbare zaken aan immateriële schadevergoeding wordt toegekend, zal de rechtbank de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 7.500,-. De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van immateriële schade voor het overige niet-ontvankelijk verklaren.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering toewijzen tot een bedrag van
€ 8.207,50, bestaande uit € 707,50 aan materiële schade en € 7.500,- aan immateriële schade.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 5 april 2020, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Omdat de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Hetzelfde geldt voor de toegewezen proceskosten. Daarbij geldt dat de verdachte, voor zover een van de mededaders een bedrag aan de benadeelde partij heeft betaald, dat deel van de schadevergoeding en/of proceskosten niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het onder 1 bewezenverklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan hem is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte hoofdelijk de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 8.207,50, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 5 april 2020 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald ten behoeve van [slachtoffer] .

8.De inbeslaggenomen voorwerpen

8.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder 1 en 2 genummerde voorwerpen zullen worden verbeurdverklaard.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om de in beslag genomen voorwerpen terug te geven aan de verdachte.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 1 en 2 genummerde voorwerpen verbeurdverklaren. Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien deze voorwerpen aan de verdachte toebehoren en met behulp van deze voorwerpen het onder 1 bewezenverklaarde feit is begaan of voorbereid.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel is gegrond op de artikelen:
- 33, 33 a, 36f, 45, 47, 209 en 289 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van poging tot moord
ten aanzien van feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van feit 3:
bankbiljetten waarvan de valsheid hem, toen hij ze ontving, bekend was, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, in voorraad hebben;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
8 (ACHT) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij deels toe tot een bedrag van € 8.207,50 en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 5 april 2020 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [slachtoffer] ;
veroordeelt de verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
bepaalt dat als een van de mededaders de toegewezen schadevergoeding deels of geheel aan de benadeelde partij heeft betaald de verdachte niet meer verplicht is om dat deel te betalen of te voldoen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij voor zover deze ziet op de telefoon af;
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
legt aan de verdachte hoofdelijk op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 8.207,50, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 5 april 2020 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 76 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 1 en 2 genummerde voorwerpen, te weten:
STK Personenauto [kenteken 2] , BMW 3ER REIHE;
1 STK Apparaat VODAFONE, track en Trace.
Dit vonnis is gewezen door
mr. L.K. van Zaltbommel, voorzitter,
mr. M.S. Neervoort, rechter,
mr. A.J. van der Ven, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. F. Westhoek, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 juni 2021.
Bijlage I
Bewijsmiddelen
Feit 1 primair
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer 2020093897 van de politie eenheid Den Haag, dienst regionale recherche, met bijlagen (doorgenummerd p. 1 t/m 835).
Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer] , opgemaakt op 5 april 2020, voor zover inhoudende (p. 132-133):
Op zondag 5 april 2020 zat ik in mijn auto. Toen ik het Oord opreed zag ik vanuit een steegje een motor komen rijden. Ik zag dat op deze motor 2 mannen zaten.
Bestuurder motorfiets:
- 1. 90 meter
- Man
- Licht getinte huidskleur
- Normaal postuur
- Zwart gekleed
- Gesloten helm
- Accentloos Nederlands
Bijrijder/Schutter:
- Man
- 1.70 meter
- Licht getinte huidskleur
- Zwart gekleed
- Dikker postuur
- Gesloten zwarte helm
Ik passeerde de motor welke op de stoep reed. Ik keek beide mannen aan en wat mij opviel is dat de achterste man schrok. Ik zag dit door de blik in zijn ogen.
Ik stapte uit en ik draaide mij om en ik zag dat man 2, de bijrijder, naar mij toe kwam gelopen. Voor ik het door had stond hij al op 1,5 meter van mij. Ik zag dat hij in zijn rechterhand een pistool vast hield. Ik zag en hoorde dat hij het wapen doorlaadde en op mij richtte. Ik hoorde de trekker overgaan terwijl het wapen op mij gericht was. Ik hoorde de trekker heel vaak gaan en zag dat hij het wapen meerdere keren doorlaadde. Er viel zelfs een kogel uit.
Plotseling hoorde ik een knal en ik voelde meteen dat ik geraakt werd door iets. Ik zag toen dat de eerder genoemde bestuurder naast de eerder genoemde motor staan. Ik rende zijn kant op omdat ik achterna werd gezeten door de schutter. Ik zag dat de bestuurder op mij afliep en mij een duw gaf. Ik ben richting de bosjes gerend waar ik vervolgens struikelde. Dit was ongeveer 20 meter verder van waar de motor stond. Ik kon niet meer opstaan en ik zag dat de bijrijder/schutter op ongeveer 2 meter van mij stond. Ik hoorde opnieuw de trekker meerdere keren overgaan en ik zag dat het wapen opnieuw weigerde.
Ik zag dat hij nu echt het wapen richting mijn been richtte. Ik hoorde opnieuw een knal en zag dit maal het wapen ook afgaan. Ik voelde dat ik geraakt werd in mijn been. Ik herinner mij nog dat ik tijdens het vluchten voor de schutter, de bestuurder heb horen roepen richting de schutter dat hij moest schieten, schieten, schieten.
Het geschrift, te weten een geneeskundige verklaring d.d. 5 april 2020 van [naam 5] , arts-assistent en [naam 6] , traumachirug, beiden werkzaam in het HMC Westeinde, voor zover inhoudende (p. 198):
Aanvullend onderzoek:
CTA: CT angiografie buik bekken benen. Schotverwonding in het rechter onderbeen met ossaal letsel van dorsomediale tlbiaplateau en fibulakop. Geen corpus alienum. Geen vasculair letsel (kogel heeft op enkele millimeter na de poplitea niet geraakt). Schotverwonding dorsale zijde bovenbeen links, deze kogel is naar craniaal gegaan door het acetabulum en vervolgens in het kleine bekken rechts beland net boven het rectum. Geen positieve aanwijzingen voor rectumletsel. Geen actieve bloedingen. Uitslag doorgebeld.
Voorlopige diagnose:
2·tal schotwonden benen met daarbij:
- kleine fractuur tibiaplateau en fibula rechts
- kogel in kleine bekken, mogelijk fetsel
Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden, opgemaakt op 10 juni 2020, voor zover inhoudende (p. 73-74):
Op foto 1 is te zien dat er 2 mannen met motorhelmen bij een bosschage staan. Op de beelden is niet te zien dat ter hoogte van de plaats waar de mannen staan op dat moment [slachtoffer] in de bosschage ligt. De man aan de linkerzijde strekt zijn arm. Hierna is een harde knal te horen. Aan de rechter kant van de foto is een motorfiets te zien van het type all-road. Na de harde knal is te zien dat beide mannen in de richting van de motorfiets rennen. De man die eerder met de uitgestrekte arm bij de bosschages stond (vanaf nu verdachte 2) lijkt iets weg te stoppen. Vervolgens is te zien dat de man die aan de rechterkant bij de bosschages heeft gestaan (vanaf nu verdachte 1) als bestuurder op de motorfiets stapt. Direct daarna stapt verdachte 2 als bijrijder op de motor (foto 3). Hierna is te zien dat de motor met daarop verdachte 1 en verdachte 2 het Zonneoord oprijdt in de richting van de Hengelolaan.
Het proces-verbaal van verhoor getuige 5045, opgemaakt op 4 juni 2020, voor zover inhoudende (p. 227):
Op zondag 5 april 2020 heb ik gezien dat er op het Zonneoord te Den Haag op een man geschoten werd. Ik zag dat beide mannen op de motor wegreden. Ik toon u het kenteken van deze motor. Noot verbalisanten: wij zagen het [kenteken 3] .
Het proces-verbaal van verhoor [getuige 1] , opgemaakt op 5 april 2020, voor zover inhoudende (p. 76):
Ik liep samen met mijn vriendin en hond over de Arckelweg in Poeldijk. Ter hoogte van de hoofdingang van de aldaar gevestigde scouting zag ik dat twee mannen naast een rood/witte motor stonden. Ik zag dat de twee mannen motorjassen in de sloot gooide.
Het proces-verbaal van tweede verhoor [getuige 1] , opgemaakt op 10 april 2020, voor zover inhoudende (p. 80-81):
Dit was ongeveer tussen 17:30 en 17:35.
Zoals gezegd zag ik een motor staan met 2 mannen er naast. Een lange man en een kleine man. Ik zou de motor waar beide mannen mee waren omschrijven als een All-Road motor. Beide mannen leken dezelfde jas aan te hebben, zwart met wit van kleur. Allebei droegen ze een zwarte helm. Ik zag dat de bijrijder een getinte huidskleur had.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 5 april 2020, voor zover inhoudende (p. 85-104):
Op zondag 5 april 2020 omstreeks 18:15 uur werden wij, verbalisanten, door [naam 7] , brigadier van politie Eenheid Den Haag, gevraagd om aan de Arckelweg te Poeldijk, ter hoogte van [bedrijf 1] , bij het water, tactische ondersteuning op de plaats delict te bieden.
Wij zagen dat [naam 8] twee zwart-grijze motorjassen en een donkerkleurig geruit tasje uit de sloot haalde. In de jas met de donkere grijstint zagen wij dat [naam 8] een witte tag haalde met de tekst "merk KTM, model 790 advent., kleur oranje, [kenteken 3] ". Daarbij werd een zwart en roodkleurige sleutelhanger aangetroffen met de tekst " [bedrijf 2] ".
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 6 april 2020, voor zover inhoudende (p. 108):
Onderzoek naar dit kenteken bleek het te gaan om het volgende model en type motor:
KTM, 790 Adventure op naam van [bedrijf 2] . gelegen aan de [adres 1] .
Op maandag 6 april 2020 stelde ik een onderzoek in naar het [bedrijf 2] te [adres 1] . De motor voorzien van [kenteken 3] is afgelopen zaterdag 4 april 2020 verhuurd aan [medeverdachte 1] . De motor werd opgehaald rond 13:48 uur. Ik heb deze man zelf aan de telefoon gehad en hij zei hierbij dat hij echt een motor nodig had en het niet uitmaakte welke het zou zijn.
Het proces-verbaal van verhoor [getuige 2] , opgemaakt op 7 april 2020, voor zover inhoudende (p. 124):
Daarnaast was mij bekend dat deze man bij het huren van de motor ook kleding had bijgehuurd. Dit waren twee paar laarzen en twee helmen. Wat mij verder nog opviel is dat ik bij het inleveren een kale sleutel kreeg zonder label. Dit terwijl bij het uitgeven wel een paarse label bevestigd was waarop het kenteken vermeld staat.
Het proces-verbaal van derde verhoor [medeverdachte 1] , opgemaakt op 23 juni 2020, voor zover inhoudende (p. 586 en 590):
Ik heb op die datum een motor gehuurd. Die twee laarzen en die twee helmen heb ik ook gehuurd.
Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden en motorjassen, opgemaakt op 4 juni 2020, voor zover inhoudende (p. 105-107):
Op zondag 5 april 2020 omstreeks 17:30 uur worden door een getuige filmopnamen gemaakt van de daders van een schietpartij aan het Zonneoord in Den Haag (foto 1).
Signalement verdachten en voertuig
Verdachte 1: Is de bestuurder van het motor. Hij draagt een donker kleurige helm, donkerkleurige broek en een grijze jas. De grijze jas heeft een aantal bijzondere kenmerken: een horizontaal zwart vlak bovenop de schouders, een zwart bandvormig accent boven aan de mouw en een zwart accent verticaal tussen middel en schouderblad.
Verdachte 2: Is de bijrijder van het motor. Hij draagt een donker kleurige helm met een diagonaal wit accent aan de zijkant, een donkerkleurige broek, donkerkleurige jas met wit accent aan de onderzijde van de bovenarm.
Motor: De motor betreft een motor van het type 'All-road'. Aan de achterzijde, tussen uitlaat en zitting zit een witte kap. Ter hoogte van de brandstoftank zitten oranje kappen met zwarte accenten.
Aantreffen motorjassen
Uit analyse van camerabeelden is gebleken dat de verdachten vanaf het plaats delict aan het Zonneoord naar de Arckelweg in Poeldijk zijn gereden. Hier hebben zij 2 motorjassen en een tasje in het water gegooid (bijlage 1 ). De aangetroffen jassen vertonen grote gelijkenissen met de jassen die werden gedragen door de daders van het schietincident (foto 1 ). De jas, als getoond op foto 2, vertoont grote gelijkenissen met de jas van verdachte 1. Op de achterzijde van de jas zit een horizontaal zwart vlak bovenop de schouders, een zwart bandvormig accent boven aan de mouw en een zwart accent verticaal tussen middel en schouderblad. Op de foto zijn deze details met rode pijlen aangegeven.
De jas, als getoond op foto 3, vertoont grote gelijkenissen met de jas van verdachte 2. Hierbij valt het witte accent aan de onderzijde van de bovenarm op. Op de foto is dit detail met een rode pijl aangegeven.
KTM motor
Op 4 april 2020 omstreeks 14:00 uur huurt [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedag 2] -1983 te [geboorteplaats 2] een motor van het merk KTM, model 790 advent, kleur oranje, voorzien van het [kenteken 3] bij [bedrijf 2] (foto 4 ).
Gelet op het type motor, de kleurstelling en de details kan worden gesteld dat deze motor grote gelijkenissen vertoont met de motor die is gebruikt door de daders van de schietpartij. De gelijkenissen, zoals de witte kap tussen de uitlaat en zitting en oranje kappen met zwarte accenten ter hoogte van de brandstoftank zijn met een rode pijl aangegeven.
Motorhelm
Op 4 april 2020 huurt [medeverdachte 1] , naast een KTM motor, 2 motorhelmen. Eén van de door [medeverdachte 1] gehuurde motorhelmen vertoont grote gelijkenis met de helm die op 5 april 2020 werd gedragen door verdachte 2, de schutter/ bijrijder. Kenmerkend is het diagonale witte accent aan de zijkant van de helm. (foto 5)
Op basis van de vluchtroute en uiterlijke kenmerken van de motorjassen is het zeer aannemelijk dat de jassen die zijn aangetroffen aan de Arckelweg in Poeldijk zijn gedragen door de daders van de schietpartij aan het Zonneoord. Tevens kan worden geconcludeerd dat de motor die [medeverdachte 1] op 04-04-2020 heeft gehuurd zeer grote gelijkenissen vertoont met de motor die is gebruikt bij het incident. Eén van de motorhelmen die [medeverdachte 1] gelijktijdig met de motor huurt, vertoont grote overeenkomsten met de motorhelm die werd gedragen door verdachte 2.
De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 18 mei 2021, voor zover inhoudende:
Ik heb [medeverdachte 1] op 4 april 2020 naar [bedrijf 2] gebracht waarna hij een motor heeft gehuurd en ik heb hem op 6 april 2020 opgehaald toen hij de motor terugbracht.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 6 mei 2020, voor zover inhoudende (p. 162-168):
Op camerabeelden van zondag 5 april 2020 van tankstation Haan, gelegen aan de Meppelweg 1381 te Den Haag, is te zien dat om 17:00:47 uur een motorfiets met daarop 2 personen vanuit de Meppelweg de Bouwlustlaan oprijdt in de richting van de buurt De Oorden. De motor op de beelden heeft aan de voorzijde oranje accenten en aan de achterzijde witte accenten (foto 6).
Op basis van diverse veiliggestelde camerabeelden is de route tussen de plaats delict aan het Zonneoord en de Arckelweg in Poeldijk gereconstrueerd. Gebleken is dat de daders de volgende route hebben genomen:
  • vanaf het Zonneoord rechtsaf de Hengelolaan op
  • vanaf de Hengelolaan rechtsaf de Lozerlaan op
  • vanaf de Lozerlaan de Nieuweweg op
  • vanaf de Nieuweweg linksaf de Paul Captijnlaan op
  • vanaf de Paul Captijnlaan rechtdoor de Arckelweg op
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 26 april 2020, voor zover inhoudende (p. 182):
Door een medewerker was mogelijk een baken aangetroffen onder het voertuig van he t [slachtoffer] zijnde een Audi voorzien van het [kenteken 4] . Zie foto 1. Ter plaatse werd aan mij door de medewerker van Zichtenburg de plek aangewezen waar het baken was aantroffen. Ik zag dat dit net achter het linker voorwiel was.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 11 mei 2020, voor zover inhoudende (p. 185-188):
In de gps tracker bleek een SIM-kaart te zitten met het [imei nummer 2] .
Uit de verstrekte gegevens blijkt dat aan het [imei nummer 2] het [telefoonnummer 1] gekoppeld zit. Dit betreft een niet op naam gestelde Lebara Prepaid.
De gps tracker heeft het [imei nummer 3] . Daarbij wordt gedurende vijf periodes dataverbindingen vastgelegd op het netwerk van KPN:
• …
• Van 01-04-2020 tot en met het aantreffen van de gps tracker onder de Audi A3 van het slachtoffer.
Op 19-12-2019 te 10:37:36 uur en 10:43:53 uur is de SIM-kaart met het [telefoonnummer 1] vanuit de gps tracker geplaatst in een Nokia 105 SS (Single SIM) met [imei nummer 4] .
Met het [telefoonnummer 1] wordt er gebeld naar 1244 en wordt vermoedelijk het bel(data)tegoed opgewaardeerd. Na deze handeling wordt de SIM-kaart weer terug in de gps tracker gestopt. Het bellen naar 1244 vindt plaats via de zendmast aan de Haydnstraat 88-152 te 2901 HL Capelle aan den IJssel. Binnen het bereik van de zendmast aan de Haydnstraat 88-152 te 2901 HL Capelle aan den IJssel ligt het woonadres van [verdachte] aan het [adres 2] .
Vermoedelijk is het baken op woensdag 01-04-2020 te 22:06:37 uur bij het aanbrengen onder de Audi A3 (van het slo) weer aangezet. Vanaf dat moment worden er met tussenposen alleen zendmasten in Den Haag geregistreerd.
Uit de verstrekte gegevens blijkt dat in de Nokia 105 SS (Single SIM) met [imei nummer 4]
vanaf 14-04-2020 ook een andere SIM-kaart heeft gezeten namelijk die van het [telefoonnummer 2] . Uit de politiesystemen blijkt dat het [telefoonnummer 2] in het verleden was opgegeven door [verdachte] .
Het [telefoonnummer 2] registreert het vaakst een zendmast aan de Haydnstraat 88-152 te 2901 HL Capelle a/d IJssel gebruikt met een zendrichting van 140 graden.
Binnen het bereik van deze zendmast ligt het [adres 2] , adres van [verdachte] . Het [telefoonnummer 2] heeft meerdere contacten met telefoonnummers op naam van een persoon met de familienaam [naam 9] .
In het onderzoek Finland - DH3R020040 is op 24-04-2020 een telefoontap aangesloten op het [telefoonnummer 3] . Op 29-04-2020 te 18:01:20 uur belt de gebruiker van het
[telefoonnummer 3] naar het [telefoonnummer 4] van [bedrijf 3] en komt het volgende gesprek tot stand:
[naam 10] : Oké ik kan wel even met u meekijken, ik zie alleen dat u belt met een anoniem nummer, zou ik dan uw mobiele nummer even mogen dan kan ik meekijken
[verdachte] : [telefoonnummer 2]
Uit bovenstaande blijkt dat de gps tracker welke onder de personenauto van het slachtoffer werd aangetroffen in het bezit is geweest bij - dan wel eigendom is van - [verdachte] .
Het relaas proces-verbaal forensisch technisch onderzoek met nummer BVH 2020-093897, opgemaakt op 26 oktober 2020, voor zover inhoudende (p. 3-7):
Op zondag 5 april 2020 heeft er op de PD een forensisch onderzoek. Op de PD zijn op 2 locaties patronen aangetroffen. Patronen aangetroffen in de rand van de bosschages: AANP7952NL patroon (P7).
Ter hoogte van perceel Arcelweg 5 te Poeldijk, in het water waren de onderstaande goederen aangetroffen. In het water waren de volgende goederen aangetroffen:
motorjas (SIN AANC4059NL), merk Advanced Experience, met in de linkerborstzak een label dat onder andere voorzien was van het opschrift KTM, 790 advent, oranje, 87-ML-NT;
motorjas (SIN AANC4056NL), merk Macna.
Uithanden van een medewerker van [bedrijf 2] zijn de onderstaande goederen ontvangen: Zwarte helm, (SIN AALY0555NL).
7. Onderzoek voertuig van het slachtoffer (Audi, type A3, voorzien van [kenteken 4] )
Op vrijdag 24 april 2020 werd door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] een forensisch onderzoek gedaan aan een baken dat onder het voertuig van het slachtoffer aangetroffen was. Het baken is op de onderstaande locaties bemonsterd op de eventuele aanwezigheid van humaan biologisch celmateriaal: Buitenzijde van het baken (SIN AAMF1855NL).
Onderzoek motorjas van het merk Macna (SIN AANC4056NL)
De jas is op de onderstaande locaties bemonsterd:
AANC4056NL#02 een bemonstering van de kraag van een jas;
AANC4056NL#03 een bemonstering van de linkermanchet van een jas.
Onderzoek motorias van het merk Advanced Experience (SIN AANC4059NL)
De motorjas is op de onderstaande locaties bemonsterd:
AANC4059NL#02 een bemonstering van de kraag van een jas;
Onderzoek zwarte helm (SIN AALY0555NL)
De helm is op de onderstaande locaties bemonsterd:
AALY0555NL#02 bemonstering van de zijkanten aan de binnenzijde van de helm.
Het geschrift, te weten een rapport van het NFI, ‘DNA-onderzoek naar aanleiding van een schietincident gepleegd in Den Haag op 5 april 2020’, d.d. 11 mei 2020, voor zover inhoudende (p. 396-397):
SIN (omschrijving): AANC4056NL#02 (kraag van een jas)
Beschrijving DNA-profiel: DNA-mengprofiel van minimaal drie personen
DNA kan afkomstig zijn van: [verdachte] en minimaal twee onbekende personen
SIN (omschrijving): AANC4056NL#03 (linkermanchet van een jas)
Beschrijving DNA-profiel: DNA-mengprofiel van minimaal drie personen
DNA kan afkomstig zijn van: [verdachte] en minimaal twee onbekende personen
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek
Bemonstering AANC4056NL#02 (kraag van een jas)
Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht van de overeenkomsten tussen het DNA-profiel van I. [verdachte] RAAN9419NLen DNA-mengprofiel AANC4056NL#02 zijn de volgende aannames gedaan:
  • bemonstering AANC4056NL#02 bevat DNA van drie personen;
  • de onbekende personen in dit mengsel zijn niet onderling of aan [verdachte] verwant.
Onder deze aannames zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder het volgende hypothesepaar:
Hypothese l: De bemonstering bevat DNA van [verdachte] en twee willekeurige onbekende personen.
Hypothese 2: De bemonstering bevat DNA van drie willekeurige onbekende personen.
Het verkregen DNA-mengprofiel AANC4056NL#02 is meer dan l miljard keer waarschijnlijker wanneer hypothese l waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Het geschrift, te weten een rapport van het Forensisch Laboratorium voor DNA-Onderzoek (FLDO) Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) / Divisie 4 Afdeling Humane Genetica, d.d. 8 juni 2020, voor zover inhoudende (p. 400-401):
Op 7 mei 2020 werd via IPKD koeriers het in tabel l genoemde onderzoeksmateriaal ontvangen.
AANP7952NL – munitie (patroon)
Op basis van de resultaten van de afzonderlijke PCRs is voor spoor AANP7952NL een consensus DNA-mengprofiel bestaande uit 16 aSTRs en 2 YSTRs opgesteld. Dit consensus DNA-mengprofiel voldoet niet aan de criteria voor opname in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken, maar is op 4 juni 2020 wel éénmalig vergeleken met de in de DNA-databank aanwezige DNA-profielen van personen. Bij deze vergelijking is een overeenkomst gevonden met het PPF6C DNA-profiel van persoon RAAN9419NL#02 [verdachte] , geb.: [geboortedag 1] -1984, NFI-dossiernr: 2011.03.18.021).
Met behulp van de software LRmix Studio is een waarschijnlijkheidsberekening uitgevoerd voor de gevonden overeenkomst. Deze vergelijking is uitgevoerd voor de volgende twee hypothesen:
A) De voor spoor AANP7952NL verkregen resultaten kunnen worden verklaard door vermenging van celmateriaal van persoon RAAN9419NL#02 en een onbekende persoon, welke geen bloedverwant is van persoon RAAN9419NLS02.
B) De voor spoor AANP7952NL verkregen resultaten kunnen worden verklaard door vermenging van celmateriaal van twee onbekende personen, welke geen bloedverwanten zijn van persoon RAAN9419NL#02.
Onder hypothese A is het resultaat van deze zoekactie meer dan 10 miljard maal waarschijnlijker dan onder hypothese B. Dit betekent dat persoon RAAN9419NL#02 op basis van de resultaten van deze zoekactie, de donor kan zijn van een deel van het celmateriaal in spoor AANP7952NL.
Het geschrift, te weten een rapport van het NFI, ‘DNA-onderzoek naar aanleiding van een schietincident in Den Haag op 5 april 2020’, d.d. 7 mei 2020, voor zover inhoudende (p. 408-409):
SIN (omschrijving): AAMF1855NL#01 (buitenzijde baken)
Beschrijving DNA-profiel: DNA-mengprofiel van minimaal twee personen DNA kan afkomstig zijn van: [verdachte] en minimaal één onbekende persoon.
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek
Bemonstering AAMF1855NL#01 (buitenzijde baken)
Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht van de overeenkomsten tussen het DNA-profiel van [verdachte] RAAN9419NL en DNA-mengprofiel AAMF1855NL#01 zijn de volgende aannames gedaan:
  • bemonstering AAMF1855NL#01 bevat DNA van twee personen;
  • de onbekende personen in dit mengsel zijn niet onderling of aan [verdachte] verwant.
Onder deze aannames zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder het volgende hypothesepaar:
Hypothese 1: De bemonstering bevat DNA van [verdachte] en één willekeurige onbekende persoon.
Hypothese 2: De bemonstering bevat DNA van twee willekeurige onbekende personen.
Het verkregen DNA-mengprofiel AAMF1855NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Het geschrift, te weten een rapport van het NFI, ‘(Vergelijkend) DNA-onderzoek naar aanleiding van een schietincident in Den Haag op 5 april 2020’, d.d. 23 juli 2020, voor zover inhoudende (p. 660-661):
Helm MLYOSSSNL zaaknummer2020.04.07.134, aanvraag 001
SIN (omschrijving): AALY0555NL#02 (zijkanten aan de binnenzijde) Beschrijving DNA-profiel: DNA-mengprofiel van minimaal vier personen DNA kan afkomstig zijn van: onbekende man A (DNA-hoofdprofiel), [medeverdachte 1] (DNA-nevenkenmerken) en minimaal twee onbekende personen (DNA-nevenkenmerken).
Jas AANC4059NL zaaknummer2020.04.07.136, aanvraag 001
SIN (omschrijving): AANC4059NL#02 (kraag) Beschrijving DNA-profiel: DNA-mengprofiel van minimaal drie personen DNA kan afkomstig zijn van: [medeverdachte 1] en minimaal twee onbekende personen
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek
Helm AALY0555NL Zaaknummer2020.04.07.134, aanvraag 001
Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht van de overeenkomsten tussen het DNA-profiel van [medeverdachte 1] WAAJ9871NL en DNA-mengprofiel AALY0555NL#02 zijn de volgende aannames gedaan:
  • bemonstering AALY0555NL#02 bevat DNA van vier personen;
  • onbekende man A is één van de donoren van DNA in bemonstering AALY0555NL#02.
  • de (andere) 'onbekende personen' (zie onderstaande hypothesen) zijn niet onderling of aan [medeverdachte 1] en onbekende man A verwant.
Onder deze aannames zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder het volgende hypothesepaar:
Hypothese l. De bemonstering bevat DNA. van onbekende man A, [medeverdachte 1] en twee willekeurige onbekende personen.
Hypothese 2: De bemonstering bevat DNA van onbekende man A en drie willekeurige onbekende personen.
Het verkregen DNA-mengprofiel AALY0555NL#02 is circa 95 miljoen keer waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Jas AANC4059NL zaaknummer 2020.04.07.136, aanvraag 001
Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht van de overeenkomsten tussen het DNA-profiel van [medeverdachte 1] WAAJ9871NL en DNA-mengprofiel AANC4059NL#02 zijn de volgende aannames gedaan :
  • bemonstering AANC4059NL#02 bevat DNA van drie personen;
  • de 'onbekende personen' (zie onderstaande hypothesen) zijn niet onderling of aan [medeverdachte 1] verwant.
Onder deze aannames zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder het volgende hypothesepaar:
Hypothese 3: De bemonstering bevat DNA van [medeverdachte 1] en twee willekeurige onbekende personen.
Hypothese 4; De bemonstering bevat DNA van drie willekeurige onbekende personen.
Het verkregen DNA-mengprofiel AANC4059NL# 02 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer hypothese 3 waar is, dan wanneer hypothese 4 waar is.
Het proces-verbaal van bevindingen vervoersbewegingen verdachten, opgemaakt op 3 juni 2020, voor zover inhoudende (p. 178-179):
Binnen het onderzoek FINLAND zijn de Automatic Numberplate Recognition (ANPR) registraties gevorderd van de voertuigen waar de [medeverdachte 1] en [verdachte] gebruik van maken. De ANPR registraties van het [kenteken 2] zijn gevorderd vanaf 11-03-202. De data van het voertuig met het [kenteken 1] zijn gevorderd vanaf 02-04-2020. Tevens zijn deze voertuigen bevraagd bij het Centraal Justitieel Incassobureau.
[verdachte] is sinds 22-07-2019 de kentekenhouder van het voertuig met het [kenteken 2] . Uit verschillende observaties is gebleken dat hij ook de feitelijk bestuurder van dit voertuig is. [medeverdachte 1] maakt gebruik van een huurauto met het [kenteken 1] . Het voertuig wordt sinds 23-03-2020 door [bedrijf 4] uit Maria Hoop gehuurd van [bedrijf 5] . Uit verschillende observaties is gebleken dat [medeverdachte 1] de feitelijke gebruiker van het voertuig is.
Uit de gevorderde gegevens is gebleken dat beide voertuigen zich, in de dagen voorafgaand aan het strafbare feit, in de omgeving van het plaats delict hebben bevonden:
• Op 01-04-2020 om 20:32 uur begaat de bestuurder van de [kenteken 2] een snelheidsovertreding op de Wippolderlaan (N211 ), de kruising met de Wateringveldseweg.
• Op 02-04-2020 om 19:18 uur passeert de bestuurder van de [kenteken 2] een ANPR-camera op Wippolderlaan (N211) in de richting van Naaldwijk.
• Op 03-04-2020 om 23:36 uur passeert de bestuurder van de [kenteken 2] een ANPR-camera op Wippolderlaan (N211) in de richting van Naaldwijk.
• Op 04-04-2020 om 21:33 uur passeert de bestuurder van de [kenteken 1] een ANPR-camera op Wippolderlaan (N211) in de richting van Naaldwijk.
• Op 04-04-2020 om 22:44 uur passeert de bestuurder van de [kenteken 1] een ANPR-camera op Wippolderlaan (N211) in de richting van Delft.
Bij de eerste 4 registraties wordt er vanaf het punt van registratie in de richting van het plaats delict gereden. De locatie van zowel de snelheidscamera als de ANPR-camera bevindt zich op ongeveer 6 kilometer afstand van de plaats delict aan het Zonneoord in Den Haag.
Op basis van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de voertuigen waar beide
verdachten gebruik van maken zich op 1 of meerdere avonden voorafgaand aan het schietincident in de omgeving van het plaats delict hebben bevonden.
Het proces-verbaal van bevindingen vervoersbewegingen [kenteken 2] , opgemaakt op 29 april 2020, voor zover inhoudende (p. 176-177):
Op basis van bovengenoemde gegevens is gekeken naar de vervoerbewegingen van het voertuig voorzien van het [kenteken 2] op 5 april 2020. In de periode tussen 14:37 uur en 18:20 uur zijn er geen vervoersbewegingen van het voertuig vastgelegd. De poging liquidatie op [slachtoffer] vindt plaats omstreeks 17:30 uur.
Het proces-verbaal van bevindingen PGP telefoons verstrekt door NR, opgemaakt op 11 mei 2020, voor zover inhoudende (p. 222-225):
In het onderzoek Finland - DH3R0200040 werd middels een proces-verbaal van bevindingen door de Dienst Landelijke Recherche de volgende informatie verstrekt:
Uit een nog lopend onderzoek is gebleken dat: de gebruikers van de telefoons met de volgende IMEI nummers betrokken zijn geweest bij de schietpartij die heeft plaatsgevonden op zondag 5 april 2020 aan de Zonneoord te Den Haag:
- [imei nummer 5]
- [imei nummer 1]
- [imei nummer 6]
Het [imei nummer 6] maakt het meest gebruik van de volgende zendmasten:
• 220x van de totaal 724 zendmasten: [adres 3]
met een zendrichting van 60 graden.
Opmerking verbalisant: Binnen het bereik van deze zendmast ligt de [adres 4] woonadres van [medeverdachte 1]
Alléén op zaterdag 04-04-2020 wordt eerder een zendmast te Den Haag geregistreerd:
• Zaterdag 04-04-2020 te 02:44:49 uur een data registratie van 28800 seconden via een start
zendmast aan de Zichtenburglaan 31 te 2544EA 's-Gravenhage met een zendrichting van
170 graden.
Opmerking verbalisant: Deze zendmast heeft bereik bij de plaats delict en het [adres 5] , verblijfadres van het [slachtoffer] .
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 3 september 2020, voor zover inhoudende (p. 777-778):
Chats [naam 1] en [naam 4] :
Uit onderzoek van de beschikbaar gestelde chats bleek dat de gebruiker van PGP met [imei nummer 5]
gebruik maakte van de nickname [naam 4] .
[naam 4] heeft chatgesprekken met PGP toestel voorzien van [imei nummer 1]
. Deze persoon maakt gebruik van de nickname [naam 1] .
Hierbij valt op te merken dat de vermelde tijd in chats betreft de UTC tijd. Wintertijd in Nederland: UTC +1. Zomertijd in Nederland: UTC + 2 uur.
Op 4 april 2020 tussen 20:32 uur en 21:17 uur vind onderstaande chats plaats. Uit de chat blijkt dat [naam 1] en [naam 4] afspreken in Roosendaal. Om 21:16 uur vraagt [naam 4] hoelanf? Waarop [naam 1] antwoordt om 21:17 uur Moerdijkburg over, we stampem nu. Hierdoor is het aannemelijk dat [naam 1] om 21:17 uur (daadwerkelijk tijd 23:17 uur) op de Moerdijkbrug rijdt richting Roosendaal.
Uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 1] gebruik maakt van een BMW voorzien van het [kenteken 1] . Van de BMW met genoemd kenteken zijn de ANPR gegevens opgevraagd. Daar is onder andere uit gebleken dat de BMW voorzien van [kenteken 1] op 4 april 2020 om 23:16 uur op de A16 RE 44.3 Moerdijkburg geregistreerd wordt.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 2 september 2020, voor zover inhoudende (p. 662-663):
Chats [naam 1] en [naam 3] :
[naam 1] heeft contact met [imei nummer 7] die gebruik maakt van nickname [naam 3] . (Hierna te noemen K) De chatgesprekken tussen [naam 1] en [naam 3] worden hieronder samengevat. De chat vangt aan op 4 april 2020 te 15:41 uur en stopt op 5 april te 1 9:56 uur.
Chats van 4 april 2020:
K zegt dat het hem 3300 kost, is duur, maar hij heeft het gevraagd. L zegt dat geen probleem is. K zegt dat hij hoort al nog ligt. L Zegt ja bel meteen. Een half uur later vraagt L of het nog gaat lukken, omdat er haast bij zit. K zegt is al weg. L zegt kan nu na je komen heb pap bij me. K zegt ik vraag ff iemand ander. L geeft vervolgens aan dat het spoedje is, zolang met stille is het goed is. Hij moet iets met demper en hij betaald er extra voor. K gaat het voor hem vragen. L vraagt of die test vd bruin al" bin". K zegt dat hij er niet uit komt met de prijzen ze vragen 9 k. L zegt okee ik ben morgen terug maat, maar connect deze jongen zo even voor die ding. Die komen meteen halen. K zegt miss in Limburg. L zegt hun hebben echt even haast. K zegt dat hij wel wat weet zonder demper. L zegt dat die demper echt belangrijk is. K zegt okeay okay. L zegt fiks die demp even.
Chats [naam 1] en [naam 2] :
[naam 1] heeft contact met IMEI-nummer die gebruik maakt van nickname [naam 2] . (Hierna te noemen C)
Op 2 april 2020 te 14:12 uur stuurt L heb je wapen te koop, hier in NL. Heb zelf "nod" met demper als kan. [naam 2] zegt dan nee, broer Nederland heb ik alleen hasj en wiet en wat bruin van maar van me.
Naar aanleiding van bovenstaande chats is het aannemelijk de [naam 1] op zoek is naar een
vuurwapen met een demper.
Het proces-verbaal van bevindingen chats tussen [naam 4] en [naam 1] , opgemaakt op 18 augustus 2020, voor zover inhoudende (p. 473-478):
Uit onderzoek van de beschikbaar gestelde chats bleek dat de gebruiker van PGP met [imei nummer 5]
gebruik maakte van de nickname [naam 4] (hierna te noemen S). [naam 4] heeft chatgesprekken met PGP toestel voorzien van [imei nummer 1] . Deze persoon maakt gebruik van de nickname [naam 1] . (hierna te noemen L).
De chat gesprekken tussen [naam 4] en [naam 1] worden hieronder uitgebreid samengevat. De chat vangt aan op 2 april 2020 te 13:05 uur en stopt op 5 april te 20:06 uur.
Hierbij valt op te merken dat de vermelde tijd in chats betreft de UTC tijd. Wintertijd in Nederland: UTC +1. Zomertijd Nederland: UTC + 2 uur
Chats op 2 april tussen 13:05 uur en 13:11 uur:
S vraagt of hij met die kleine is. L zegt van wel. S zegt dat L zijn best moet doen met de voorkant en vraagt of die kanker hoerenkind al bewogen heeft. L zegt van niet. S vraagt of ze niet gaan chekken hoe situatie is daar. S zegt dat hij varken wil hebben. L zegt dat het goed komt, ze geven 100 proc. S zegt als vandaag kan doe je hem vandaag dan kunnen we focussen op amstel. L zegt zoiezo staat en zegt dat hij straks even bericht, hij moet even wegwerp wapen zoeken. S zegt dat hij van niks weet, dus dat hij zich vandaag of morgen moet bewegen. Zodra zijn waggie (auto) beweegt en hun zien hem moeten ze hem in de gaten houden en zodra donker is gelijk pakken. Ze hebben 1 kans voor hem dus ze moeten het niet verpesten.
Chats op 2 april tussen 13:21 uur en 13:23 uur:
S. vraagt of ze die osso (huis) nog gaan observeren zo?.L zegt yes, even die wapen wegwerp rege dan gaan we die kant op. Kijken we elke minuut of er beweging is. S denkt als je zijn portiek voor observeert dat je er meer uithaalt, aangezien er tracker onder zit. L zegt ok.
Chats op 2 april tussen 14:52 uur en 15:44 uur:
S. vraagt of de rat al bewogen is. L zegt van niet, zodra hij beweegt schrijft hij gelijk. S zegt dat hij omgeving moeten checken en dat hij dalijk in de buurt moet zijn. L zegt dat hij echt echt wegwerp wapen aan het kijken is. S vraagt of die hoerenzoon het niet door heeft. L zegt van niet. S zegt gebruik nummer wapen en alleen ze kanker been van die rat. S zegt dat hij bekend dat ze loeren op quote 500. L zegt geen zorgen, hij is zwaar aan het zoeken is en dat hij er paar gevonden heeft, maar die zijn pas zondag beschikbaar maar hij wil nu. S zegt matty gebruik die van jullie zelf man. L zegt 3500 bro is glock schoon. S zegt dat hij toch geen glock gaat investeren. L vraagt kijk voor ons wat kleins aub. S ze ik heb toch goed gehandeld met die kleine. L zegt ja ik zeg heb een glock, ik zoek nu ik heb 2k bij me. Een wegwerp begrijp mij als je hebt ik kom metbpap, ik ga vinden geduld. Wegwerp kost dienprijs 1500, 2000. Mijn Glock is os nu, die kan ik niet gebruiken en wegdoen voor deze opdracht. S zegt dat hij Smit Wesson gevonden heeft. Z zegt jullie zijn toch team dan sta je paraat voor elk geval. L zegt 2k maar zondag pas komt goed. S zegt matty ik kom
zo daarheen dan gaan we praten goed. L zegt ok vandaag geregeld. S zegt uurtje ben ik bij jullie.
Chats op 2 april tussen 15:55 uur en 15:57uur:
L zegt kom na rdam ben nu wapen aan het bezichtigen. S zegt oké pak gewoon die maat als tie popt dan popt tie. L zegt zoiexo geduld. S wil niet dat dat ons zorg is. L zegt ok.
Chats op 2 april tussen 17:51 uur en 18:27 uur:
S vraagt of ze die hoerenzoon in vizier hebben. L zegt zijn pa is net de woning in, we zitten hem op de hielen moment. S vraagt of ze varken wel gezien hebben. L zegt ik ga e nu bevestigen moment. S. vraagt of hij daar binnen is. L zegt ergens hier ga je zo bevestigen hij heeft zijn pa denk afgezet. S vraagt of hij weg reed en of ze die ding al gefixt hebben. L zegt dat hij niet binnen kwam, hij zette zijn pa voor de straat af en reed gelijk weg en bleef op de grote weg. S vraagt of hij het is. L zegt ik bevestig zo geduld, ik sta bij de auto. S zegt zorg dat jullie niet niet door heeft. L zegt even vertrouwen en geduld resultaat zie je van zelf. S ok tekst me ik wacht af.
Chats op 2 april tussen 20:19 uur en 20:30 uur:
S vraagt en bro. L zegt hij is net terug ze zijn met z'n 2 en, ik heb bevestigd, ze zijn nu na binnen in huis samen. Maak je niet druk we zijn op z'n lip. S vraagt heb je hem gezien? L zegt ja. S vraagt was hij dat? L zegt ja. S zegt oké pop zijn kanker moeder en vraagt of hij vanavond gaat doen of morgen. L zegt ik blijf hier juiste moment, geduld. S vraagt oké doe jij vandaag? L zegt hand van de moment, geduld. S zegt oké dus vandaag kan wat gebeuren. L zegt we blijven hier laat me me ding doen. S zegt dat als het kan dat hij foto maakt als die ligt. L zegt ok duidelijk.
Chats op 2 april tussen 21:57 uur en 22:11 uur:
L zegt die blijft thuis ze zijn met zijn 3 en pa, zoon en heb gevoel broertje. L zegt dat hij hier blijft. S vraagt wat zeggen jullie. L zegt morg want donker is beste, overdag niet goed. S. vraagt wil je em morgen pakken of vanavond. L zegt 1 stap is gedaan, bevestiging mor avond klaar ook al is ti met zijn 2en. S. ok bro morgen aub. S vraagt of die dik was. L zegt ja. S vraagt lang kort?. L zegt tussen is. S zegt oké morgen avond dus je hebt gezien zijn routine is nacht niet buiten zijn. L zegt heb alles ge obt. S dus je kans is als die rond 10 naar huis gaat. S vraagt of hij demper heeft. L zegt nee,voor deze niet nodig. S zegt fix die pop 2 kogels in zen kanker been, zorg dat die leven lang last krijg. L zegt ok knie beste, ik weet. S ik reken op je morgen. S zegt zeg hem deze woorden; kanker dieven als je nog 1 keer wat prob gaat heel jou familie aan inclusief jou ouders weet jou te vinden.
Chats op 2 april tussen 23:10 uur en 23:19 uur:
S zegt my matty zegt zorg dat jullie morgen die varken hebben gepakt kunnen jullie meteen jullie doekoe (geld) ophalen. L zegt ok staat. Bro beter nisk zeg erna om niet anderen wakker te maken dan kun we gelijk door vind je niet. S zegt hem m gezegd hij stalkt me daarom bericht ik je. Die gast wil gewoon tegen zijn matty snel zeggen is opgelost. L zegt ok komt goed. S zegt ik heb ziek gepraat over jullie daarom, ik heb gezegd dat jullie echt echt echte profs begrijp je. L zegt zijn we ook. S vraagt morgen hebben jullie hem 100%. L zegt ja. S zegt oké zie jullie morgen nog effe vroeg op de dag. Dan ken je je ding doen. S vraagt wie deze encro heeft. L zegt ik en niet de kleine, maar de ander. S zegt ok zie je morgen.
Chats op 3 april tussen 10:04 uur en 10:30 uur:
S vraagt ben je met die ander. L zegt ja. S vraagt komen jullie effe na me of. L zegt straks even vooebereiding afronden. S zegt als jullie nu al gaan beginnen doe je ding. Kom anders effe chekke we elkaar. L zeg komt goed, vandaag hoort je hoort van me. Ik neem vandaag rustig de tijd maar pro, niet snelle snel, relaxx. S zegt ok chek jullie effe zo. Ik kom langs moet mij sky zo i zo ophalen in dh. L zegt alleen via hier mij bereiken de and tel neem ik vandaag niet mee, die gaat weg.
Chats op 3 april tussen 11:09 uur en 11:10 uur:
S vraagt heb jij die track? L zeg ja. S vraagt was die varken nog bewogen? L zegt nee, niet
bewogen. S zegt zie je die gaat vroeg na huis. L zegt ja maar slaapt tot laat. Ik doe me ding komt goed. S zegt oké matty doe je ding.
Chats op 3 april tussen 16:19 uur en 17:53 uur:
S zegt jo hebben jullie een extra track en tracé. L zegt even vragen moment. L zegt nee. S vraagt of ze al bezig zijn. L zegt zeg yes. S vraagt hij beweegt? L zegt Yes. S vraagt of ze hem al gezien hebben. L zegt avond klaar.
Chats op 3 april tussen 19:53 uur en 21:30 uur:
S vraagt nog nieuws? L zegt dat hij binnen is en dat ze wachten. Had t. tel in de auto. S vraagt of hij thuis is en zegt doe in ieder geval je ding bro zorg dat vandaag gedaan is. Meld me als gefixt is. L stuurt duim omhoog.
Chats op 3 april tussen 22:59 uur en 23:08 uur:
S. vraagt nog niks bro, is tie nog niet osso (huis). L zegt nee, hij staat hele dag hier. S vraagt die hem naar binnen heeft zien gaan en of hij in zijn eigen huis is. L zegt ja. S zegt dat hij misschien niet meer naar buiten komt en zegt pak m anders in zn huis. L zegt dat het huis van zijn ouders is. S zegt fack zijn ouders, hun moeten echte shock beleven. L zegt we blijven pro 1 kans, we slapen hier naast zijn auto. S zegt stel je voor dat die morgen pas naar buiten komt. L zegt dan pakken we hem morgen, wij pakken hem zodra hij instapt. S zegt ok.
Chats op 3 april tussen 23:22 uur en 4 april 00:18 uur:
S zegt dat ze hem moesten pakken toen ze hem zagen dan waren ze klaar. L zegt weet je hoe druk het was. Was vol mensen dat was 7 uur geleden. Je wilt toch resultaat laat het aan ons over. S vraagt of het morgen middag is geklaard voor 100%. Al is het met vader moeder maak niet uit gewoon doen zegt S. L zegt komt goed. S zegt dat hij nog wakker blijft en hopen dat die buiten komt. L zegt zowiezo. S zegt dat L hem moet begrijpen die mattys conecte en dat hij gezegd heeft dat 100% onder controle is. Toen zeiden ze moeten niet aarzelen die boys. L zegt wij aarzelen nooit, wij doen gewoon ons werk je zult zien, we zijn georganiseerd. Wij kijken in zijn kamer. S vraagt of ze hem zien bewegen. L zegt nee, gordijnen staan ervoor maar de lichten staan aan. Hij is de enige in complex met lichten aan, wij kijken naar de voordeur. S zegt ok bro niet portiek inlopen en vraagt of
ze daar gewoon zijn. S zegt dat hij dalijk een rondje gaat maken en effe babbelen met kleine. L zegt is goed kom. S zegt 2 uurtje ongeveer. L zegt Het oord Den Haag.
Chats op 4 april tussen 15:32 uur en 15:35 uur:
S vraagt of er nog nieuws is. L zegt hij is sinds gist avond nog steeds thuis, maar we ronden vandaag we lat niet tos. Komt goed. S zegt komt goed heb vertrouwen erin.
Chats op 4 april tussen 20:07 uur en 21:30 uur:
S vraagt nog nieuws?. L zegt dat ze hem op wachten bij de voordeur, hij is vanmiddag met iemand anders meegereden. Het was te druk op dat moment. Zijn auto staat daar nogsteeds. S zegt oké, dus je wacht tot tie wordt afgezet. L zegt dat ze geen track op die vriend zijn auto maar ze gaan vanuit dat ti terug komt. Ze wachten op hem. S zegt dat hij verwacht dat hij tegen 12 word afgezet. L zegt dat ze paraat staan voor ieser moment. S vraagt in wat voor auto die mattu van hem reed. L zegt Golf 7. L zegt we komen eraan. S vraagt waarom? Is gedaan? L zegt kom na wieriaan 40 min zijn we er. ( Opmerking verbalisant: Die wierlaan is een straat die achter het [adres 6] ligt, het GBA adres van [medeverdachte 2] ).
S zegt oké snel. L zegt belangrijk. S ok snel dalijk raken jullie hem uit zicht. S zegt matty kok naar Roosendaal ik stuur jullie zo adres. L zegt dat ze onderweg zijn. S zegt oké rij Roosendaal, ik ben zo daar dan heb ik adres. L zeg ok. S zegt Gerard Doustraat achter de jumbo. L zegt ok. S vraagt hoelang?
L zegt Moerdijkbrug over we stampen nu.S oké snel aub. L zegt 10 min. S zegt oki. L zegt ben er 10 sec.
Chats op 4 april tussen 21:50 uur en 22:29 uur:
S zegt zeg me als geklaard is, foto aub als dat mogelijk is. L zegt ok. S zegt scan eerst de buurt hoe je snelst loesoe ben daar, dat is prio. Pop er veel naar binne. Nket 1 2 of 3. Ik blijf wakker tot gedaan is. L zegt ok. S zegt als je wil mag je ook zen bedrijf doen? Is 20 m van elkaar. L zegt zlfde doen 13 erop. S zegt la me effe weten. S zegt nee die bedrijf zit bij woonwagen kamp, eerst zijn oss (huis). Hij moet voelen dat dit persoonlijk is. Die dikke gaat chrikken en gaat direct waggie pakken en escape. L zegt we beginnen bij osso (huis) dan dikke dan bedrijf. S zegt zo schiet dat niet op die dikke maakt weinig bewegingen en blijft in 1 buurt ik wil weten waar die uithang dan hebben we heel die groep. Als heel de groep bij 1 ia en jullie pakken ze allemaal dan staat er dikke bonne chance op. Kortom pop die osso (huis) dat ze fouten gaan maken. L zegt duidelijk. S zegt matyy wacht niet puffen op die osso, die maat van me bericht. L zegt ok. S zegt focus op die varken als tie vandaag niet kan morgen tijd. L zegt oké dus varken eerst. S zegt wacht effe niet naar Amstel gaan.
L zegt oké. S vraagt wil naar binnen bij die varken. Gewoon deur open? Luister bro, het is morgen goed weer, wil je hem puffen als tie naar buiten loopt. L zegt ja. S zegt zeg maar? Wacht je m voor morgen af? L zegt ja bro op zijn lip zitten we. S zegt maar luister bro, druk of niet druk gaat dat gebeuren, morgen is tie 100000% buiten. L zegt duidelijk. S vraagt ga je dat doen druk of niet druk? L zegt ja we doen. S zegt gewoon naar m rennen benen weg. L zegt ja maar foto toch. S zegt hoeft niet pak hem, ik ken zen leeftijd, zal zeker in nieuws komen. Foto alleen als het lukt. L zegt duidelijk.
Chats op 4 april tussen 22:42 uur en 22:55 uur:
S zegt weet je wat t is, die mensen geloven niet wat ik zeg, heb gezegd hel de dag thuis gezeten. Daarom als morgen niet lukt dan moeten we laten gaan. Praat effe.
Chats op 4 april tussen 23:01 uur en 23:56 uur:
L zegt hij is niet thuis broer wij zeiden teg jou hij is ingestapt in een golf 7. Onze werker is daar. Lichten staan uit. Als hij thuis was we val nu bin en klaar. S zegt dat hij heeft gezegd dat hij niet buiten is geweest anders worden ze boos dat niet gedaan is. L zegt ik begrijp je, geduld we hebben alles. S zegt dat hij gezegd heeft dat hun alles doen. L zegt 3 auto's 1 motor 3 mensen alles. S zegt al is het druk heb gezegd dat jullie schijt hebben. S zegt bro ga gewoon met die bempie. L zegt dat niet kunnen pakken als tie er niet is. S vraagt zijn jullie nu bij varken. L zegt hij komt soms voor soms achter. We hebben alle hoeken iemand. Waar die komt pak we hem .S zegt dat hij denkt dat tie zo naar huis komt rond 2/3. L zegt we hebben pipa gekocht cz2600, 3 auto's, motor, denk je we doen dit voor de gein, we doe het omdat we pro willen zijn, met ontsnappen en niet dom. Want die houden zo aan, geduld, geduld. We zijn er bijna op. S vraagt heb je hem voor morgen middag ja of nee? Eerlijk zijn, ik geloof dat jullie pro zijn. Maar 1 ding begrijp je mij? L zegt ja, ik begrijp je, maar
we kunnen hem pak als ti komt, als ti niet komt en de auto beweegt niet. Hoe wil je em pakke als tie er niet is. We pak ook overdag, geen probleem, geduld. S zegt schiet 4 in zen kanker moeder. L zegt hij moet komen. S zegt ik word helemaal siek bro, ik wil komen. L zegt komt goed. S zegt ik mag niet falen. L zegt laten we hopen dat ti komt. S zegt kijk mij maakt het niet uit hoelang je er over doet als t van ij moest, maar dit is opdracht niet van mij begrijp je. We zijn 3 dagen bezig. Er moet 1 op uitkijk staan, ga op motor, stem met uitkijk af knall van uit daar en boek weg. L zegt ja maar deze jongen is niet 3 dag thuis, hij is sluw, hij is heel slim, parkeert nooit op dezelfde plek, daarom zijn we
op elke hoek, we zijn er bijna, we blijven daar slapen. S zegt oké bro. Luister as je hem niet qil uffen daar dan ga je m volgen met waggie (auto). Ga je m achterna ergens waar wat rustiger word ga je m puffen. Knal hem desnoods kleine ongelukje dat tie uitstapt en puf m dan. Morgen moet echt gebeurd zijn. L zegt broer wat je nu zegt doe ik wekelijks, maar de deze jongen wouden we op de voordeur pakken. Hij is er niet. S zeg oké doe wat ik zeg kan tegen zijn waggie (auto) aan. L zegt we willen graag, hij is er niet. Ik knap tegen zijn wagi (auto) aan, als ti komt. Hij heeft 3 adres, ben bij alle 3 geweest. Golf staat daar niet. S zegt luister wat ook mogelijkheid is. L zegt we doen ons best, we focussen nu geduld. Hij is heel sluw. Die turk van ons staat daar 24 uur. S zegt Hij is dom, doordat hij dom is, gaat die sneaky doen. Hij is varken begrijp je bro. Hij geen zin om te rijden. L zegt wij doen ons best. Hij werkt denk ik, want zo zag hij eruit. Hij saapt nooit op 1 plek. S zegt morgen bel aan zeg we hebben je auto geraakt, maak beetje schram, zijn broertje of hij komt doe
alsof je schade formulier invult en bam. L zegt oké safi is goed. S zegt is dat een goeie pan of niet, zeg dat een getuige zei dat deze auto bij nummer 270 hoort klopt dat. L ja en nee, want hij gaat afvragen hoe weet je dat audi bij deze adres hoort. S zegt geef hem gewoon hand netjes. L zegt ok bro als ti deur opent we knal hem daar, maar dan moet hij 1st kom, hij moet komen is gedaan. S zegt liefst nu, maar ik ben bang dat vader komt, het is laat nu. L zegt hij is niet thuis we kunnen hele dag mailen, laat me focussen op de deur. S zegt clou vanavond als het kan. L zegt broer ik ben warm hele dage niet slapen ze kk moer.
S zegt bro doe wat je moet doen, doe wat jou plan t beste zegt, ik noem alleen opties op, begrijp je. Dus die aanbellen als je slecht plan vindt niet doen. L zegt duidelijk, onze ogen op de deur. L zegt bro je maakt fout door tegen je mensen te zeggen hij is thuis, den denken hun ok hij is thuis waarom gebeurd er niks in de zin van hebben ze geen ballen om naar bin te gaan en te knal wat niet waar is, want hij is niet thuis. Wij willen graag. Geduld soms doen mensen 2 wek observatie en dan pak ze jij wol bin 2 dag 3 afronden met een persoon die bijna niet komt. We klagen niet maar je moet geduldig zijn. S zegt heb gezegd dat hij met mattyss weg is, heb hun hele situatie uitgelegd. Oké blijf bij m broer ik ga echt goed maken met jullie. L zegt ik ga stop met schrijven even concentreren. S zegt rustig aan.
Chats op 5 april tussen 01:10 uur en 01:31 uur:
S zegt wat is status? L zegt zelfde nog, ik meld je gelijk. S zegt oké bro. S zegt insha allah komt tie zo thuis ik hoop t echt insha alah. L zegt wij al helemaal.
Chats op 5 april tussen 09:02 uur en 09:14 uur:
L zeg nog niks auto gewoon hier nog kk varken. S zegt hij moest toch thuis komen. L zegt dat hij meerdere plekken heeft, waar hij slaapt. S zegt ga nu na zijn huis, de eerst volgende die naar buiten kom, hij of zn broertje pak m. Vandaag is laatst als niet lukt laat gaan. L zegt ik focus op die deur. Duidelijk.
Chats op 5 april tussen 15:59 uur en 16:14 uur:
L zegt is gedaan, is klaaar. S zegt Wollah? L zegt Wollah, voor z n deur. S zegt waar had je hen gepakt. L zegt uit de wagi (auto). S vraagt weet je het zeker? L zegt ja, in de parkeerterrein. S vraagt heb je een foto. L zegt hij lag op de grond, moest snel weg, waren mensen daar. S zegt heb je hem gepapt hoeveel in zen been. L zegt ze gingen " beloen" ja, op zijn lichaam. S vraagt welke straat gebeurd. L zegt waar hij parkeers, Zonneoord. S vraagt waar zijn julie. L zegt rdam. S zegt ik kom eraan 30 min. Weet je zeker dat hij da was. L zegt ja 10000000proc, hij schreeuwde, wollah me ik heb wat gedaan. S zegt lekker voor zen kanker moeder. L zegt kom naar jack casino vd net. S zegt oké, kom plek zonder camera, kom naar hooglandstraat, ko daar heen, in noord. L zegt ok we komen. S zegt ben daar 15m L zeg ok.
Chats op 5 april tussen 16:17 uur en 16:26 uur:
S zegt zijn jullie er al. L zegt 10 min. S zegt broer 1000%gedaan en de goede. L zegt miljoen, op de grond hij huilde, we bleven koud, praten niet, lichaam, hij lag op de grond.
Feit 3
De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 18 mei 2021, voor zover inhoudende:
Ik had het valse geld in bewaring voor iemand. Ik wist dat het vals was, dat zag ik gelijk.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 10 juni 2020 met bijlagen, voor zover inhoudende (p. 269):
Een foto van bankbiljetten.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgesteld op 29 juli 2020, voor zover inhoudende (p. 570-571):
Op 9 juni 2020 vond er een doorzoeking in de woning plaats op de locatie [adres 2] .
Op locatie B, [adres 2] , werd 1 schoenendoos aangetroffen met daarin 4 stapels aan bankbiljetten. Iedere stapel bankbiljetten kreeg een afzonderlijk nummer bij de inbeslagname.
(..)
02= schoenendoos met daarin diverse stapels geldbiljetten waaronder 527x €500,-
(..)
03=schoenendoos met daarin diverse stapels geldbiljetten waaronder 374x €500,-
(..)
04=schoenendoos met daarin diverse stapels geldbiljetten waaronder 770x €50,-
(..)
05=schoenendoos met daarin diverse stapels geldbiljetten waaronder 38 x €100,-.
Het proces-verbaal van documentonderzoek, opgesteld op 11 juni 2020, voor zover inhoudende (p. 387-389):
Op woensdag 10 juni 2020, ontving ik van [naam 11] , werkzaam bij de Dienst Regionale Recherche, van de Politie Eenheid Den Haag, inzake proces-verbaalnummer: 2020093897:
l. 901 eurobankbiljetten van EUR 500, voorzien van verschillende plaatnummers, met verschillende serienummers;
2. 39 eurobankbiljetten van EUR 100, voorzien van verschillende plaatnummers, met verschillende serienummers;
3. 771 eurobankbiljetten van EUR 50, voorzien van verschillende plaatnummers, met verschillende serienummers;
4. …
Bij de onder sub 1 t/m sub 4 omschreven eurobankbiljetten werden de navolgende kenmerken van valsheid aangetroffen:
• De afwijkende gebruikte druk/reproductietechnieken;
• Het ontbreken van het originele watermerk in het papier;
• Het ontbreken van de originele veiligheidsdraad in het papier;
• De onjuiste c.q. afwijkende reactie onder aanstraling met UV-licht.
CONCLUSIE
Alle onder sub 1 t/m 4 omschreven eurobankbiljetten zijn vals.