Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
20 mei 2021, waarna eiser heeft gereageerd.
Overwegingen
De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van 3 mei 2021 (in de zaak NL21.6279) volgt dat de maatregel tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was. Daarom staat nu, voor zover dat in beroep wordt aangevochten, alleen ter beoordeling of sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek op 30 april 2021 om 24.00 uur tot aan de opheffing van de maatregel van bewaring op 18 mei 2021 rechtmatig is.
26 november 2020 is die maatregel opgeheven en is eiser strafrechtelijke gedetineerd. Op
14 december 2020 is eiser aansluitend met toepassing van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a van de Vw 2000 in bewaring gesteld. Eerst op 18 mei 2021 heeft verweerder dus een verzwaarde belangenafweging hoeven maken. Dat heeft verweerder ook gedaan, en naar aanleiding daarvan is de maatregel van bewaring opgeheven.
Beslissing
D.K. Bloemers, griffier.