Uitspraak
Beschikking op het op 15 november 2019 ingekomen verzoek van:
[X] ,
[Y] ,
[gecertificeerde instelling] ,
Procedure
- de echtscheiding tussen partijen uitgesproken;
- bepaald dat [voornaam minderjarige 1] de hoofdverblijfplaats zal hebben bij de vrouw;
- bepaald dat [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] voorlopig bij de vrouw zullen zijn van vrijdag uit school tot zondag 19.30 uur, waartoe de vrouw de kinderen haalt en brengt en dat er op dinsdag en donderdag om 18.00 uur een belmoment van maximaal een kwartier per kind met de vrouw is;
- bepaald dat de vrouw aan de man met ingang van 1 juli 2020 ten behoeve van [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] voorlopig een kinderalimentatie zal voldoen van € 93,50 per maand per kind, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) verzocht met spoed een aanvullend onderzoek te verrichten en daarover aan de rechtbank te rapporteren en advies uit te brengen;
- bepaald dat partijen nadere stukken ten aanzien van de verdeling aan elkaar en aan de rechtbank dienen over te leggen;
- iedere verdere beslissing ten aanzien van de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling van [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] , de kinderalimentatie, de partneralimentatie en de verdeling aangehouden.
- de brief van 27 juli 2020 van de zijde van de man;
- het aanvullende verzoekschrift van 3 augustus 2020 van de zijde van de vrouw;
- de brief van 10 november 2020, met bijlagen, van de zijde van de man;
- de brief van 27 november 2020 van de zijde van de man;
- de brief van 30 november 2020, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- de brief van 2 december 2020 van de zijde van de vrouw;
- de brief van 28 december 2020, met bijlagen, van de zijde van de man;
- het bericht van 5 januari 2021, met bijlagen, van de zijde van de man;
- het bericht van 11 januari 2021, met bijlagen, van de zijde van de man;
- de brief van 12 januari 2021 van de zijde van de vrouw, zijnde een aanvullend verzoek.
Verzoeken
- een zorgregeling vast te stellen waarbij [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] bij de man zijn:
- de vrouw vervangende toestemming te verlenen, welke de toestemming van de man vervangt, voor inschrijving van [voornaam minderjarige 1] , [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] op de school in [woonplaats 1] ;
- met ingang van de datum dat [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] de hoofdverblijfplaats bij de vrouw hebben, een door de man aan de vrouw te betalen kinderalimentatie voor [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] vast te stellen van € 74,- per kind per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- met ingang van 3 augustus 2020 een door de man aan de vrouw te betalen kinderalimentatie voor [voornaam minderjarige 1] vast te stellen van € 269,- per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- de verdeling van de huwelijksgemeenschap vast te stellen conform het voorstel van de vrouw,
- een zorgregeling vast te stellen waarbij [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] bij de vrouw zijn:
- een zorgregeling vast te stellen waarbij [voornaam minderjarige 1] bij de man is:
- indien de hoofdverblijfplaats van [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] bij de man wordt bepaald, een door de vrouw aan de man te betalen kinderalimentatie voor [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] vast te stellen van € 207,- per maand per kind;
- indien de hoofdverblijfplaats van [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] bij de vrouw wordt bepaald, een door de vrouw aan de man te betalen kinderalimentatie voor [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] vast te stellen van € 39,- per maand per kind;
- een door de man aan de vrouw te betalen kinderalimentatie voor [voornaam minderjarige 1] vast te stellen van € 157,- per maand en als [voornaam minderjarige 1] drie weekenden per vier weken bij de man is van € 39,- per maand;
- met ingang van de datum indiening van het verzoekschrift een door de vrouw te betalen partneralimentatie vast te stellen van € 500,- per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- de verdeling van de huwelijksgemeenschap vast te stellen conform het voorstel van de man,
Beoordeling
opzettelijkheeft verzwegen. Pas op het moment dat de man zich op verzwijging beriep (in de brief van 10 november 2020) noemde hij zelf voor het eerst zijn bankrekeningen in deze procedure. Bovendien is gesteld noch gebleken dat de man niet bekend was met het bestaan van de rekeningen van de vrouw. Sterker, gelet op de financiële gang van zaken, zoals daarvan ook uit de stukken is gebleken (betalingen vanaf een gezamenlijke rekening ( [bankrekeningnummer 1] ) welke rekening door de vrouw dikwijls aangevuld werd met haar salaris) moet ervan worden uitgegaan dat hij van het bestaan van de rekening van de vrouw op de hoogte was, zodat ook hierom het beroep op verzwijging moet worden verworpen. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de bankrekeningen toedelen aan de vrouw, waarbij het saldo per 15 november 2019 bij helfte dient te worden verdeeld.
nettohypotheekrente aan de man voldeed, zodat de vrouw geen recht meer heeft op de helft van de hypotheekrenteaftrek. Ook deze vordering wordt afgewezen.
Beslissing
- [naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2009 te [geboorteplaats 1] ;
- [naam minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2011 te [geboorteplaats 1] ;
- drie weekenden per maand;
- in het weekend dat zij niet bij de man zijn van woensdagmiddag tot donderdagochtend;
- de helft van de vakanties en feestdagen;