Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 april 2021 in de zaak tussen
[eiser] , eiser, V-nummer [V-nummer 1] ,
de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder
Procesverloop
.Eisers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. De zoon van eisers, [zoon] is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
COVID-19 (corona)pandemie gelden er tijdelijke beperkingen voor niet-essentiële reizen naar de Europese Unie (EU). Eisers hebben een visum aangevraagd voor een niet-essentieel reisdoel, waardoor zij volgens verweerder niet in aanmerking komen voor een visum.
niet-essentiële reis. Bovendien is er geen sprake van een verslechtering van de positie van eisers ten opzichte van het primaire besluit.
Beslissing
mr. F.E.J. Valk, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 21 april 2021.