Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de kinderrechter
[minderjarige 1] geboren op [geboortedag] 2016 te [geboorteplaats] ,
[de vrouw]
[gezinshuisouders] ,
svan [minderjarige 1] .
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 mei 2021 uitspraak gedaan over een verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. Het verzoek betrof de toestemming voor wijziging van het verblijf van de minderjarige [minderjarige 1], die sinds 5 december 2018 in een gezinshuis verblijft, naar een pleegzorgsituatie bij de huidige gezinshuisouders. De kinderrechter heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft de zaak met gesloten deuren behandeld. De moeder van [minderjarige 1] is belast met het ouderlijk gezag en heeft haar zorgen geuit over de scheiding van haar kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige 1] een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt in het gezinshuis en dat het in haar belang is om bij de gezinshuisouders te blijven, ondanks de zorgen van de moeder. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de wijziging van verblijf in het belang van [minderjarige 1] is en heeft toestemming verleend voor de wijziging naar pleegzorg. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is mondeling gegeven in het openbaar.