ECLI:NL:RBDHA:2021:5160

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 mei 2021
Publicatiedatum
20 mei 2021
Zaaknummer
AWB 20/1287
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel-uitspraak inzake proceskostenvergoeding in vreemdelingenrechtelijke zaak

Op 19 mei 2021 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, een herstel-uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 20/1287. Deze uitspraak volgde op een eerdere uitspraak van 18 mei 2021, waarin het beroep van eiseres gegrond werd verklaard. In die eerdere uitspraak was abusievelijk een fout gemaakt in de berekening van de proceskostenvergoeding. De rechtbank had vastgesteld dat de te vergoeden proceskosten € 1.050,- zouden bedragen, terwijl dit in werkelijkheid € 1.068,- moest zijn. Dit bedrag is berekend op basis van € 534,- per punt, in plaats van de eerder genoemde € 525,- per punt.

De rechtbank heeft in de herstel-uitspraak bevestigd dat de eerdere overwegingen in de uitspraak van 18 mei 2021 ongewijzigd blijven. De rechter, mr. A.P. Hameete, heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot het gecorrigeerde bedrag van € 1.068,-. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan de betrokken partijen. Het is belangrijk op te merken dat deze herstel-uitspraak geen invloed heeft op de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 20/1287

Herstel-uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 mei 2021 in de zaak tussen

[naam eiseres], eiseres,

V-nummer: [nummer]
gemachtigde: mr. J. Luscuere,
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

gemachtigde: mr. K.A. van Iwaarden.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft bij uitspraak van 18 mei 2021 het beroep van eiseres gegrond verklaard. In die uitspraak heeft de rechtbank abusievelijk bepaald dat de door verweerder te vergoeden proceskosten € 1.050,- bedragen (€ 525,- per punt). Dit moet zijn: € 1.068,-
(€ 534,- per punt).
2. Deze uitspraak zal op de na te melden wijze worden hersteld. Hetgeen verder in de uitspraak van 18 mei 2021 is overwogen blijft ongewijzigd.

Beslissing

De rechtbank:
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.068,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Hameete, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.J. Eertink, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 19 mei 2021.
De griffier is buiten staat De rechter is verhinderd te tekenen
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Rechtsmiddel

Deze uitspraak brengt geen wijziging in de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak.