Op 29 april 2021 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een echtscheidingszaak tussen een man en een vrouw, die in 1996 in de Verenigde Staten zijn gehuwd. De rechtbank heeft kennisgenomen van de verzoeken van beide partijen, waarbij de man echtscheiding heeft verzocht met nevenvoorzieningen, waaronder partneralimentatie. De vrouw heeft zelfstandig verzocht om echtscheiding en heeft ook nevenvoorzieningen aangevraagd. De rechtbank heeft vastgesteld dat beide partijen hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben, waardoor de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. De rechtbank heeft de verzoeken van beide partijen ontvankelijk verklaard en de duurzame ontwrichting van het huwelijk is door de vrouw erkend.
De rechtbank heeft de behoefte van de vrouw aan partneralimentatie vastgesteld op € 5.702,- netto per maand, gebaseerd op de Hofnorm, en heeft rekening gehouden met de verdiencapaciteit van de vrouw, die momenteel geen inkomen uit arbeid heeft. De man heeft een bruto inkomen van € 12.697,60 per maand, en na beoordeling van zijn draagkracht heeft de rechtbank bepaald dat hij een partneralimentatie van € 5.854,- bruto per maand aan de vrouw moet betalen. De rechtbank heeft ook de (deel)overeenkomst betreffende de afwikkeling van het huwelijksvermogen goedgekeurd en deze aan de beschikking gehecht. De proceskosten zijn gecompenseerd, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.