Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 maart 2021 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
- uit getuigenverklaringen afkomstig uit het onder 3 vermelde onderzoeken blijkt dat in 2012 en 2013 een aanzienlijk deel van de lonen contant zijn uitbetaald aan personen die niet in de loonadministratie zijn opgenomen; deze lonen zijn ook niet in de kasadministratie verwerkt en er is geen urenadministratie daarvan;
- het is onmogelijk gezien de omvang van de onderneming dat de werkzaamheden zijn gebeurd met de in de administratie verantwoorde uren dan wel werknemers;
- de contant uitbetaalde lonen over januari tot medio februari 2013 zijn niet terug te vinden in de financiële administratie. Er waren volgens de administratie geen financiële middelen aanwezig om de lonen contant te voldoen; de financiële administratie is hiermee onbetrouwbaar; de kasadministratie is zowel relatief als absoluut onjuist;
- er is geen overzicht van het aantal gewerkte uren voor het schoonmaken van de prei. Hiermee is er geen verband te leggen tussen de omzet en de arbeidsuren;
- op basis van verklaringen van werknemers (opgesteld door inspecteurs van de Inspectie) blijkt dat deze nagenoeg altijd 53 uur per week hebben gewerkt in 2012 en 2013. Er is sprake van 2 ploegen van 10 tot 12 personen. Een dergelijk aantal uren en aantal arbeidskrachten zijn niet terug te vinden in de administratie.
- door het niet aanwezig zijn van alle gegevens over de in gebruik zijnde grond ontbreekt de mogelijkheid om de administratie snel en eenvoudig te beoordelen op volledigheid van de omzet.
- de bestellingen worden genoteerd op een kladpapiertje. Dit wordt niet bewaard.
- bij de verkoop van prei worden afleverbonnen gemaakt, die door de chauffeur worden ondertekend. Tot en met 2014 waren geen afleverbonnen aanwezig.