Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 mei 2021 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
2 maart 2021.
Overwegingen
12 september 2019 gezien door de verzekeringsarts A.A. Rashidi. In afwachting van nadere informatie van de behandelend artsen is de ZW-uitkering voorlopig voortgezet. Op
26 november 2019 heeft de verzekeringsarts naar aanleiding van nader ingewonnen informatie, en na eiser telefonisch te hebben gesproken, geoordeeld dat eiser weer voldoende belastbaar was voor zijn oorspronkelijke werk. Er was geen medisch objectiveerbare belemmering meer om dit werk te doen, aldus de verzekeringsarts. Naar aanleiding van diens rapportage heeft verweerder de ZW-uitkering beëindigd. Dat besluit is na bezwaar gehandhaafd.
Het is vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) dat verweerder de rapporten van de verzekeringsartsen mag volgen als aan drie voorwaarden is voldaan. De rapporten moeten zorgvuldig zijn opgesteld, ze mogen niet tegenstrijdig zijn en ze moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiser om aan te voeren (en zo nodig aannemelijk te maken) dat de rapporten niet aan de drie genoemde voorwaarden voldoen of dat de medische beoordeling onjuist is. Niet-medisch geschoolden kunnen aannemelijk maken dat niet aan de drie genoemde voorwaarden is voldaan. Voor het aannemelijk maken dat een medische beoordeling onjuist is, is in principe een rapport van een arts of medisch behandelaar noodzakelijk. De vraag is dus of de rapporten van de primaire verzekeringsarts A.A. Rashidi van 26 november 2019 en van de verzekeringsarts b&b A.L.K. Fung Fen Chung van
15 april 2020 aan de genoemde voorwaarden voldoen.
26 november 2019 nog contact gehad met eiser en daarna gerapporteerd dat eiser naar zijn oordeel weer geschikt was te achten voor het eigen werk.
Verweerder heeft terecht beslist dat eiser met ingang van 2 december 2019 geen recht meer heeft op een ZW-uitkering. Dat betekent dat het beroep ongegrond is.
Beslissing
S.J.W. Stort, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 mei 2021.