3.3Vrijspraak
De verdachte wordt verweten zich schuldig gemaakt te hebben aan hetgeen in artikel 11a Opiumwet strafbaar is gesteld. Of dit zo is, hangt allereerst af van de vraag of de bedoelde goederen bestemd waren tot het plegen van het telen van hennep in de uitoefening van een beroep of bedrijf (artikel 11, derde lid Opiumwet), dan wel tot het telen van een grote hoeveelheid hennep (artikel 11, vijfde lid Opiumwet) en voorts van de vraag of de verdachte wist of ernstige reden had om te vermoeden dat die goederen daarvoor bestemd waren. Artikel 11a Opiumwet richt zich niet op de bestrijding van alle hennepteelt, maar nadrukkelijk op de bestrijding van professionele/bedrijfsmatige teelt en/of grootschalige teelt.
Voor bewezenverklaring van het ten laste gelegde moet dus eerst worden vastgesteld dat de aangetroffen goederen de hiervoor aangeduide bestemming hadden. Blijkens de wetsgeschiedenis is voor een bewezenverklaring van de bestemming als bedoeld in artikel 11a Opiumwet vereist dat de gedragingen van de verdachte strekken tot voorbereiding of vergemakkelijking van illegale hennepteelt, waarbij het uiteindelijke doel ten behoeve waarvan de handeling wordt verricht van belang is.
De combinatie van de bij de verdachte aangetroffen goederen is minst genomen geschikt voor de illegale (te weten: professionele en/of grootschalige) hennepteelt en daarmee verdacht. Nu evenwel de concrete bestemming van de goederen die in de bus van de verdachte zijn aangetroffen niet uit het dossier naar voren komt en de verdachte met zijn bedrijf een groothandel is, kunnen de goederen door zijn afnemers of verdere afnemers evengoed gebruikt worden ten behoeve van kleinschalige, niet-professionele hennepteelt.
De conclusie is daarom dat de verdachte van het ten laste gelegde moet worden vrijgesproken en dat hetgeen in beslag is genomen, aan de verdachte moet worden teruggegeven.
4. De beslissing
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte;
gelast de teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggeven, voorwerpen, te weten de voorwerpen genoemd onder de nummers 1 t/m 22 op de als bijlage II gevoegde beslaglijst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.A. van Steen, voorzitter,
mr. M.M.F. Holtrop, rechter,
mr. L. Kelkensberg, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. S. van Holsteijn, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 mei 2021.
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 01 janauri 2016 tot en met 13 mei 2016 te Reeuwijk, gemeente Bodegraven-Reeuwijk en/of Kaatsheuvel, althans in Nederland en/of in Dessel (België), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen stoffen en/of voorwerpen heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd of voorhanden gehad, te weten
- bediening computer voor een Opticlimate (4x) en/of
- elektradraden met daaraan gekoppeld een thermometer, kennelijk bedoeld om aan een opticlimate te bevestigen en/of
- een stroomadapter en/of
- een doos met filters voor een opticlimate en/of
- een doos geheel gevuld met stoffen bloempotten en/of
- 10 dozen met diverse ventilatoren en/of een opticlimate en/of
- een koolstoffilter en/of
- 108 bloempotten 25 liter en/of
- een Fan controller + thermostaat en/of
- steklampen TCL merk en/of
- diverse jerrycans en flacons voedingsmiddelen en/of
- een Hanna PH testset en/of
- twee slakkenhiuizen en/of
- een groeitent en/of
- 4 kappen 55 Watt en/of
- stektrays met aarde en gevormd gaatje voor het plaatsen van een hennepstek en/of
- vier dozen met elk 624 stekbakjes per doos en/of
- een CO2 computer en/of
- vier dozen met flexbuizen en/of
- 60 x 50 literzakken
(zie p. 195)
dan wel vervoermiddelen, ruimten, gelden, andere betaalmiddelen en/of gegevens voorhanden heeft gehad, te weten
- een A4 voorzien van de naam [naam 1] , met hierop een lijst van goederen ten behoeve van het opzetten van een hennepkwekerij (p. 429) en/of
- een A4 voorzien van de naam [naam 2] , met hierop een lijst van goederen ten behoeve van het opzetten van een hennepkwekerij (p. 429),
waarvan hij en zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen