De rechtbank volgt eiseres evenmin in haar standpunt dat verdergaande beperkingen hadden moeten worden aangenomen vanwege de pijnklachten die zij heeft in haar rug. De eerste verzekeringsarts heeft vastgesteld dat eiseres is aangewezen op rugsparend werk. In zijn rapport staat vermeld dat zitten, staan en lopen het liefst afwisselend dienen plaats te vinden. Langdurig gedwongen houden of standen dienen vermeden te worden. Ook volgt uit het rapport van de eerste verzekeringsarts dat hoog frequente en extreme rompbewegingen niet zijn toegestaan. Alle krachtfuncties zijn beperkt, met name qua zware belastingen en qua piekbelastingen. Sterke schokken en trillingen aan de rug dienen vermeden te worden. Deze beperkingen staan vermeld in de rubrieken
‘aanpassingen aan fysieke omgevingseisen’, ‘dynamische handelingen’ en ‘statische houdingen’ van de FML. De verzekeringsarts b&b heeft op basis van de informatie van de behandelend sector geconstateerd dat bij eiseres geen sprake is van ernstige afwijkingen aan de rug. Daarom vormen deze voor de verzekeringsarts b&b geen grond voor het aannemen van meer beperkingen. De rechtbank heeft geen aanknopingspunten om dit onjuist te achten. Het is niet gebleken dat eiseres met de hiervoor genoemde beperkingen tekort is gedaan.
Eiseres heeft geen medische stukken overgelegd die aanknopingspunten bieden voor het oordeel dat zij op de datum in geding op medisch objectieve gronden meer beperkt is dan in de FML is vastgelegd.
10.3.2Volgens de Standaard Duurbelastbaarheid in Arbeid is een urenbeperking slechts toepasselijk in strikt omschreven gevallen:
- bij een energetische beperking als gevolg van ziekte en gebrek;
- een beperkte beschikbaarheid in verband met een noodzakelijke medische behandeling of
- vanuit preventief oogpunt ter voorkoming van een verslechtering van de medische toestand van de betrokkene.
10.3.4De beroepsgrond van eiseres dat zij door haar pijnklachten vermoeid raakt, zodat ook een verdere beperking op het gebied van werktijden aannemelijk is, volgt de rechtbank niet. De rechtbank verwijst in dit verband naar de vaste rechtspraakwaaruit volgt dat slechts sprake is van arbeidsongeschiktheid als iemand op medische gronden naar objectieve maatstaven gemeten de in aanmerking komende arbeid niet kan of mag verrichten. Niet beslissend is de eigen opvatting van eiseres dat zij vanwege pijnklachten niet (volledig) kan werken, maar of eiseres als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebreken daartoe niet in staat is.
11. Gelet op het voorgaande bestond er naar het oordeel van de rechtbank geen twijfel over de belastbaarheid van eiseres op de datum in geding (3 november 2019).
De arbeidskundige beoordeling.
12. De arbeidsdeskundige b&b heeft aan de hand van de FML de functies die de eerste arbeidsdeskundige had geselecteerd, beoordeeld. De functie stikster, vallend onder de functie textielproductenmaker (SBC-code 111160), vindt hij niet geschikt voor eiseres omdat de maximaal toegestane til- en draagbelasting wordt overschreden. Daarvoor in de plaats heeft hij de functie medewerker gordijnen, ook vallend onder de functie textielproductenmaker, geselecteerd. Ook vind de arbeidsdeskundige b&b de functies productiemedewerker industrie (SBC-code 111180) en monteur printplaten (SBC-code 267051) geschikt voor eiseres. Dit geldt ook voor de reservefunctie machinaal metaalbewerker (exclusief bankwerk) (SBC-code 264122).
13. De rechtbank ziet geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de geduide functies niet geschikt zijn voor eiseres vanwege het feit dat deze op één of meerdere onderdelen haar belastbaarheid overschrijden. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
14. Voor de functies productiemedewerker industrie en monteur printplaten geldt dat dit werk is dat voornamelijk zittend wordt uitgevoerd. Eiseres moet gezien de FML in staat worden geacht om zittend werk te doen. Daarbij moet er dan wel voldoende gelegenheid zijn om tussentijds van houding te wisselen, dus een langdurige statische houding moet worden vermeden. Ook moet er af en toe een mogelijkheid zijn om kort te staan of te lopen. De verzekeringsarts b&b heeft in/na overleg met de arbeidsdeskundige b&b te kennen gegeven dat de betreffende functies aan deze randvoorwaarden voldoen. |Gezien ook hetgeen is beschreven in het Resultaat functiebeoordelingen van de bedoelde functies ziet de rechtbank geen aanleiding om de juistheid van dit standpunt in twijfel te trekken.
15. Eiseres heeft verder gesteld dat in de functie textielproductenmaker (medewerker gordijnen) veel moet worden getordeerd. De rechtbank stelt voorop dat eiseres voor ‘torderen’ niet beperkt is geacht. Onder verwijzing naar hetgeen hiervoor over de medisch beoordeling is overwogen, ziet de rechtbank geen aanleiding om dit onjuist te achten. Dit betekent dat de normaalwaarde van toepassing is. Van eiseres wordt verwacht dat zij de romp 45 graden kan draaien. Bij de score ‘normaal’ worden alle functies boven 60 graden gesignaleerd en bij meer dan 60 keer per uur ook alle functies van 30 graden en meer. Dit staat vermeld in de Basisinformatie CBBS die verweerder hanteert bij het selecteren van functies. Wel dient eiseres hoog frequente en extreme rompbewegingen te vermijden. In deze functie dient dagelijks tijdens 8 werkuren 90 maal ongeveer 45 graden achtereen te worden getordeerd. Dit levert een signalering op ten teken dat de belastbaarheid van eiseres wordt overschreden. De rechtbank vindt de motivering die de arbeidsdeskundige b&b op dit punt heeft gegeven voldoende. Die motivering komt er op neer dat voor het torderen de normaalwaarde niet als bovengrens geldt voor eiseres en dat de frequentie van het torderen niet excessief is in de bedoelde functie. Hieruit blijkt dat geen sprake is van hoog frequente en extreme rompbewegingen. Er is dan ook geen sprake van een overschrijding van de belastbaarheid van eiseres op dit punt.
Ook overigens heeft verweerder voldoende gemotiveerd dat deze functie voor eiseres geschikt is. Er is geen sprake van een overschrijding van de belastbaarheid ten aanzien van ‘kortcyclisch torderen’. Het bezwaar dat 105 keer per uur moet worden gebogen treft daarom geen doel. Wat punt 3.8.1 (trillingen) betreft staat in het Resultaat functiebeoordeling een signalering vermeld die door de arbeidsdeskundige b&b in het rapport van 24 maart 2020 niet is gemotiveerd. De arbeidsdeskundige b&b heeft dit alsnog gedaan in het nadere rapport van 6 april 2021. Hij wijst erop dat de beperking die door de verzekeringsarts is geduid op dit onderdeel betrekking heeft op trillingen op de rug. Dit komt niet voor in de functie textielproductenmaker. Het gaat om geringe trillingen in de hand en arm waarvoor eiseres niet beperkt is geacht. De rechtbank vindt dat de arbeidsdeskundige b&b de signalering op punt 3.8.1 hiermee afdoende heeft gemotiveerd. Risico met het oog op medicijngebruik is niet langer aan de orde, nu eiseres het gebruik van oxycodon heeft gestaakt en eiseres deze grond niet langer handhaaft.
16. Pas in beroep zijn alle signaleringen voorzien van een deugdelijke onderbouwing. Daarmee is het bestreden besluit weliswaar niet deugdelijk gemotiveerd, maar de rechtbank ziet aanleiding om dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te passeren omdat in de beroepsfase de bedoelde toereikende motivering alsnog is gegeven. Het bestreden besluit kan dus in stand worden gelaten.
17. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat verweerder de ZW-uitkering van eiseres op goede gronden per 3 november 2019 heeft beëindigd.
18. Het beroep is ongegrond.
19. In de toepassing van artikel 6:22 van de Awb ziet de rechtbank aanleiding verweerder te veroordelen in de proceskosten van eiseres in beroep. Die kosten stelt de rechtbank vast op € 1.068,- (één punt voor het indienen van een beroepschrift en één punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 534,- en een wegingsfactor 1.)
20. De rechtbank ziet ook aanleiding te bepalen dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht van € 48,- vergoedt.