Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de kinderrechter
Machtiging tot uithuisplaatsing
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,
[minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2008 te [geboorteplaats]
[de man] hierna te noemen: de vader,
[de vrouw] hierna te noemen: de moeder,
Het procesverloop
Verzoek en verweer
Beoordeling
10 voor toekomst. Dit traject is op 23 oktober 2020 beëindigd door
10 voor toekomst, omdat het niet is gelukt met de moeder aan de gestelde doelen te werken. De moeder zégt wel dat zij voldoende medewerking verleent, maar dat is niet te zien aan de handelingen en acties van de moeder. De moeder geeft ter zitting aan dat zij de hulpverlening vorig jaar buiten de deur heeft gehouden, omdat het in strijd zou zijn met de maatregelen van de overheid in verband het met coronavirus. De gecertificeerde instelling en de hulpverleners van Tien voor Toekomst kennen de regels en richtlijnen van het RIVM ook en hebben die in hun werkwijze geïncorporeerd. De moeder had erop mogen en moeten vertrouwen dat hulpverlening in overeenstemming met de richtlijnen zou worden aangeboden. Het lijkt er echter op dat zij de crisismaatregel heeft aangewend om [minderjarige] aan het zicht en aan de hulpverlening te onttrekken. Het voor het raam houden van [minderjarige] , zodat de gecertificeerde instelling hem kon zien, kan naar het oordeel van de rechtbank moeilijk als ‘het bieden van zicht op [minderjarige] ’s ontwikkeling’ worden aangemerkt. Ook de gesprekken tussen [minderjarige] en de schoolmaatschappelijk werker zijn niet van de grond gekomen. De school heeft laten weten dat het tot op heden niet is gelukt, vanwege de lockdown, maar ook vanwege het ontbreken van een akkoord van de ouders dat de school met [minderjarige] in gesprek kon. Aldus is er momenteel nog steeds geen zicht op de thuissituatie en op de ontwikkeling van [minderjarige] . De rechtbank ziet de liefde en inzet van de vader en de moeder, maar desondanks zijn er nog steeds grote zorgen over zijn sociale en cognitieve ontwikkeling. Hij lijkt voor een groot gedeelte nog geïsoleerd te zijn van de buitenwereld, waardoor hij niet toekomt aan een leeftijdsadequate ontwikkeling. De beschermende rol van de ouders belemmert [minderjarige] in zijn verdere ontwikkeling. Het is bovendien niet gelukt de zorgen af te doen nemen binnen het kader van de ondertoezichtstelling.