ECLI:NL:RBDHA:2021:4871

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 mei 2021
Publicatiedatum
11 mei 2021
Zaaknummer
NL21.3182
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens overdracht aan België

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 mei 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die in detentie was. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat België verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, op basis van het Dublin-systeem. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.

De zitting vond plaats via Skype op 6 mei 2021, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Na de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit, omdat hij op 21 april 2021 vanuit strafrechtelijke detentie aan België is overgedragen. De gemachtigde van eiser bevestigde dat eiser inderdaad naar België wilde worden overgedragen.

Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter G.P. Kleijn, in aanwezigheid van griffier A.E. Maas. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak, binnen een week na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.3182
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser, V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. S.B. Kleerekooper),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C. van der Zijde).

Procesverloop

Bij besluit van 2 maart 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat België verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden via Skype op 6 mei 2021. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Ter zitting is gebleken dat eiser vanuit strafrechtelijke detentie op 21 april 2021 is overgedragen aan België. De gemachtigde van eiser bevestigt dat eiser naar België overgedragen wilde worden. De rechtbank is daarom van oordeel dat eiser geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij een beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 6 mei 2021 door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. A.E. Maas, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een hogerberoepschrift. U moet dit hogerberoepschrift indienen binnen een week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.