Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
gemachtigde: mr. S. da Silva Curiël,
verwerende partij,
gemachtigde: P. Hulsegge
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de werknemer, vertegenwoordigd door mr. S. da Silva Curiël, de kantonrechter verzocht om het ontslag op staande voet te vernietigen. De werkgever, Euromaster Bandenservice B.V., vertegenwoordigd door mr. P. Hulsegge, heeft een voorwaardelijk tegenverzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 maart 2021 heeft de werkgever het ontslag ingetrokken en verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van een verstoorde arbeidsverhouding. De werknemer heeft erkend dat de arbeidsverhouding verstoord is en dat herplaatsing niet meer mogelijk is.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 7:671b lid 1 sub a van het Burgerlijk Wetboek. De arbeidsovereenkomst is ontbonden met ingang van 1 juli 2021. De werknemer is vrijgesteld van werkzaamheden met behoud van salaris en er is een beëindigingsvergoeding van € 61.000,= bruto vastgesteld, inclusief een immateriële schadevergoeding. De werkgever dient ook zorg te dragen voor een correcte eindafrekening van alle uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende emolumenten.
De beschikking bevat verder bepalingen over het vervallen van het concurrentiebeding, geheimhouding van de beschikking en de proceskosten. De kantonrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.