Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Procedure
2.Feiten
3.Vordering en grondslag
I. aan [eiser] af te geven volledige kopieën van de arbeidsovereenkomst(en) tussen partijen, op straffe van een dwangsom;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 mei 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en de besloten vennootschap Haring & Zeevis groothandel Atlantic B.V. [eiser] vorderde onder andere doorbetaling van zijn loon en verstrekking van arbeidsovereenkomsten. De procedure volgde op het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd per 1 december 2020. [eiser] stelde dat hij na deze datum feitelijk werkzaamheden voor Atlantic had voortgezet, waardoor de arbeidsovereenkomst zou zijn geconverteerd naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Atlantic betwistte dit en stelde dat er een opdrachtovereenkomst was gesloten op basis van zzp-werkzaamheden. De kantonrechter oordeelde dat [eiser] voldoende aannemelijk had gemaakt dat de arbeidsovereenkomst was voortgezet en dat hij recht had op doorbetaling van zijn loon. De vorderingen van [eiser] tot betaling van achterstallig loon en vakantietoeslag werden toegewezen, evenals de vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten. Atlantic werd veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter concludeerde dat de kans groot was dat in een bodemprocedure zou worden geoordeeld dat [eiser] in dienst was van Atlantic voor onbepaalde tijd.