ECLI:NL:RBDHA:2021:4645
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van WW-uitkering aan werknemer na beëindiging dienstverband en de rol van eigenrisicodrager
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Hoger Onderwijs Nederland (eiseres) en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) (verweerder) over de toekenning van een WW-uitkering aan een werknemer na beëindiging van zijn dienstverband. Eiseres, die eigenrisicodrager is, betwistte de toekenning van de WW-uitkering door verweerder, stellende dat de werkloosheid van de werknemer voortvloeit uit een ander dienstverband en niet uit het dienstverband met eiseres. De rechtbank heeft de beroepsgrond van eiseres verworpen en geoordeeld dat verweerder terecht de WW-uitkering heeft toegekend. De rechtbank oordeelde dat de werknemer werkloos was geworden uit het dienstverband met eiseres en dat er geen aanwijzingen waren dat het dienstverband bij de andere werkgever, Stichting Traverse Groep, was beëindigd. Eiseres had aangevoerd dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd was en dat er onzorgvuldig was gehandeld, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende feiten had gepresenteerd om zijn besluit te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiseres ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling of schadevergoeding, aangezien eiseres niet had onderbouwd waar haar schade uit bestond.