ECLI:NL:RBDHA:2021:4629

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 april 2021
Publicatiedatum
4 mei 2021
Zaaknummer
NL21.550
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 april 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. S.F.E. Verdonck, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen. Dit besluit was genomen op 13 januari 2021, met als reden dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.

De zitting vond plaats op 31 maart 2021, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, terwijl de vertegenwoordiger van de staatssecretaris via een skype-verbinding deelnam. Tijdens de zitting werd ook de aanverwante zaak NL21.549 behandeld. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de rechtbank in de eerdergenoemde zaak reeds uitspraak had gedaan, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. N.M.L. van der Kammen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.550

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] verzoeker

V-nummer: [#]
(gemachtigde: mr. J.J.J. Jansen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S.F.E. Verdonck).

Procesverloop

Bij besluit van 13 januari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL21.549, plaatsgevonden op 31 maart 2021. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, die per skype-verbinding heeft deelgenomen aan de behandeling ter zitting.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.549, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.