ECLI:NL:RBDHA:2021:4574
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- S.J. Hoekstra-van Vliet
- F.E. Oorburg-Hundscheid
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verstrekken koosjere voeding door justitiële inrichting afgewezen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 maart 2021 uitspraak gedaan in een kort geding waarin [eiser], thans verblijvende in het Justitieel Centrum [plaats], vorderde dat de Staat der Nederlanden hem koosjere voeding zou verstrekken tijdens zijn detentie. [Eiser] was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden en had bij binnenkomst in de penitentiaire inrichting (P.I.) in Leeuwarden aangegeven dat hij 'hervormd' was. Na een aantal verzoeken om koosjere maaltijden, die door de directeur van de P.I. op advies van rabbijn [X] waren afgewezen, diende [eiser] een klaagschrift in bij de Commissie van Toezicht. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Staat niet onrechtmatig handelde door geen koosjere voeding te verstrekken, aangezien de directeur van de P.I. had voldaan aan de geldende richtlijnen en advies had ingewonnen bij de rabbijn. De voorzieningenrechter wees de vordering van [eiser] af, oordeelde dat de bestuursrechtelijke weg gevolgd diende te worden en dat de Staat niet in strijd met de wet handelde. [Eiser] werd veroordeeld in de proceskosten.