In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 januari 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiser, een Afghaanse nationaliteit, zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel heeft ingediend. Eiser heeft gesteld dat hij is bekeerd tot het christendom en dat hij bij terugkeer naar Afghanistan een risico loopt vanwege een fatwa die tegen hem is uitgevaardigd. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eiser's bekering niet geloofwaardig is. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de verklaringen van eiser over zijn bekering en de bijbehorende documenten niet voldoende heeft gewogen. Eiser heeft verschillende stukken overgelegd ter onderbouwing van zijn bekering, waaronder brieven van kerkleden en rapporten van derden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het bestreden besluit van verweerder vernietigd moet worden wegens onvoldoende motivering en heeft verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eiser toegewezen, vastgesteld op € 1.068,-.