ECLI:NL:RBDHA:2021:4547
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansluitende machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)
Op 8 april 2021 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een aansluitende zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie en betrof een jongeman, geboren in 2000, die lijdt aan een combinatie van psychische stoornissen, waaronder een autismespectrumstoornis en een psychotische stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is. Tijdens de mondelinge behandeling is betrokkene kort gehoord, maar niet volledig aanwezig geweest vanwege zijn problematiek. De advocaat van betrokkene heeft betoogd dat de Wvggz niet het juiste kader is voor de zorgbehoefte van zijn cliënt, en dat er een lange wachtlijst is voor een vervolgplek.
De rechtbank heeft de situatie van betrokkene beoordeeld en geconcludeerd dat er ernstig nadeel kan ontstaan door zijn psychische stoornissen, wat leidt tot agressie en gevaar voor zichzelf en anderen. De rechtbank heeft daarom besloten om de zorgmachtiging voor een jaar te verlenen, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft benadrukt dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is. De beschikking is gegeven door rechter H.M. Boone, bijgestaan door griffier R. van Warners, en is vastgesteld op 30 april 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.